1 reactie

Wat er ook gebeurt, Amersfoort stemt landelijk

door Stan Iking
4 juni 2021om 7:01u


Volgend jaar zijn er weer gemeenteraadsverkiezingen. Heeft het tussentijdse vertrek van een wethouder of hebben de financiële sores rond de Westelijke Ontsluiting en Vahstal invloed op de uitslag? De Stadsbron onderzocht daarvoor de verkiezingsuitslagen vanaf 1974 en acht die kans heel klein. De koers van de grote landelijke partijen bepaalt in grote mate de uitslag op gemeentelijk niveau. Zelfs bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1990, waarbij de zittende coalitie van PvdA, VVD en CDA veel zetels verloor, was dit grotendeels te verklaren vanuit landelijke ontwikkelingen. Het landelijke politieke sentiment is doorslaggevend!

Wat is onderzocht?
Via de site www.kiesraad.nl kunnen de uitslagen van alle verkiezingen bekeken worden, niet alleen de landelijke verkiezingen, maar ook de gemeentelijke, provinciale, en Europese verkiezingen. In dit onderzoekje maken we alleen gebruik van de uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen omdat daarin ook het effect van de lokale partijen kan worden meegenomen, maar ook omdat niet-Nederlanders onder bepaalde omstandigheden mee mogen stemmen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen ligt het aantal stemgerechtigden dus hoger, voor Amersfoort zijn dit een paar duizend stemmen.

We hebben alle gemeenteraadsverkiezingen onderzocht vanaf 1974. In Amersfoort werd er toen een jaar eerder gestemd dan in de rest van het land vanwege het samengaan met Hoogland. Daarnaast is 1973/1974 als vertrekpunt gekozen omdat dit het moment was dat het CDA op gemeentelijk niveau actief werd. Daarvoor waren er KVP, ARP en CHU.

stan1.jpg

Bovenstaande grafieken geven de verandering van het behaalde percentage stemmen ten opzichte van 1973/1974 weer. De oranje indexlijn toont de resultaten van de landelijke verkiezingen, de blauwe die van Amersfoort . Duidelijk zichtbaar is dat over het algemeen beide lijnen per partij dezelfde richting opgaan; of ze stijgen samen of ze dalen samen. Uitzondering daarop zijn de verkiezingen van 1990. Daar treedt heel duidelijk een verschil op. Bij CDA en VVD ontstaat een tegengestelde richting (landelijk stijgen en in Amersfoort dalen) terwijl bij PvdA een grotere daling in Amersfoort zichtbaar is, en bij D’66 een mindere stijging. Maar al heel snel wordt de landelijke trend weer gevolgd. Historisch gezien was 1990 dus een rimpeling.

stan2.jpg

Bij de politieke partijen die later verschenen is een soortgelijk beeld te zien, hoewel GroenLinks en SP in Amersfoort een iets grilliger verloop laten zien dan landelijk. Het beeld is dus duidelijk dat het landelijke politieke sentiment grote invloed heeft op de uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen van Amersfoort.

Verkiezing 1990

Zoals uit de grafieken blijkt (binnen de rode ovaal), paste de uitslag van de verkiezing 1990 niet in het landelijke plaatje. Het was de roerige periode van het Centrumplan met scherpe tegenstellingen tussen de voor- en tegenstanders. PvdA-wethouder Fons Asselbergs presenteerde een ingrijpend uitbreidingsplan voor het stationsgebied; zo ingrijpend dat dit verkeerd viel bij een groot deel van de bevolking. Gevreesd werd voor een ‘Manhattan aan de Eem’. De coalitiepartijen (PvdA, CDA en VVD) verloren veel en de oppositiepartijen D’66 en GroenLinks waren de grote overwinnaars. Na de verkiezingen traden die ook toe tot het (nieuwe) college, maar binnen een jaar viel dit college omdat de afspraken die gemaakt waren niet meer terug te draaien waren zonder gigantische kosten. Deze situatie doet denken aan de huidige ontwikkelingen rond de Westelijke Ontsluiting.

Maar een vergelijking met de 10 gemeenten die qua inwoneraantal overeenkomen met Amersfoort nuanceert de conclusie dat een lokale kwestie de verkiezingen toen zwaar beïnvloed heeft. Veel van deze gemeenten hebben net als Amersfoort een sterkere groei van de bevolking (met name het aantal stemgerechtigden) doorgemaakt dan gemiddeld en hebben een toenemende grootstedelijke problematiek, maar weer niet zo groot als bijvoorbeeld Utrecht.

stan3.jpg

In dit geval wordt gekeken naar het verschil in het percentage behaalde stemmen tussen 1986 en 1990. Voor 3 van de 4 partijen valt dit negatief uit, met andere woorden het percentage behaalde stemmen is gedaald, alleen D’66 zag haar percentage stijgen. Maar wat nog meer zichtbaar is dat dit niet een typisch Amersfoorts verschijnsel was. Bij PvdA, VVD en D’66 was deze ontwikkeling bij de andere gemeenten ook te zien, terwijl daar geen verontrustend Centrumplan aan de orde was.

Gemiddelde stad

Alleen de hoogte van de stijging en daling is anders. Je zou dus kunnen zeggen dat voor de Amersfoortse partijen het verschil voor een deel verklaard kan worden vanuit de landelijke ontwikkelingen en voor een deel vanuit de gemeentelijke gang van zaken. Alleen het CDA lijkt volledig getroffen te zijn door de gemeentelijke ontwikkelingen, want zowel landelijk als in de meeste andere grote steden stijgt het percentage op het CDA-uitgebrachte stemmen, maar in Amersfoort is een duidelijke daling te zien. Ik heb hiervoor geen verklaring kunnen vinden.
Kortom uit de analyse van de verkiezingsuitslagen blijkt Amersfoort inderdaad die gemiddelde stad te zijn, waar burgemeester Bolsius het altijd over heeft (met alleen een uitzondering van het CDA).

Maar hoe nu verder? Als de invloed van het landelijk politieke sentiment zo groot is als deze cijfers veronderstellen, wat betekent dit dan voor de komende verkiezingscampagnes? Als alle lijsttrekkers en actieve, flyerende partijleden het lokale verschil niet kunnen maken? Als de kraampjes op de Varkensmarkt en andere plekken binnen de stad de kiezer niet op andere gedachten kunnen brengen? Als de aandacht van de Stadsbron, de kranten en de lokale en regionale omroepen weinig invloed heeft? Als de met veel energie bedachte verkiezingsprogramma’s de kiezers niet op andere gedachten kunnen brengen? Wat moet er dan gebeuren om de kiezer lokaal te laten stemmen?

Ik weet het niet. Want naast alle hierboven gepresenteerde cijfers blijkt uit een andere cijfers dat in Amersfoort minder op lokale partijen gestemd wordt dan elders. Dit geldt niet alleen voor het landelijke gemiddelde maar ook voor de hierboven genoemde gemeenten.

stan4.jpg

Landelijk werd 28,65 % van alle stemmen uitgebracht op een lokale partij, in Amersfoort is dit 15,72%, dus bijna de helft! Wat verder uit de cijfers opvalt, is dat veel van de 10 vergelijkbare gemeenten al bij de verkiezingen van 1994 en 1998 lokale partijen kennen. Amersfoort is dus niet alleen een laatbloeier maar bloeit ook minder uitbundig, want kijken we naar de eerder genoemde gemeenten dan neemt Amersfoort een middenpositie in, met als uitersten de gemeente Breda (11,15%) en de gemeente Haarlemmermeer (39,42%).

Het antwoord ligt waarschijnlijk ook in de samenstelling van de groeiende bevolking. Veel mensen van buiten de gemeente ( mede omdat D66 en VVD geen voorkeursbehandeling voor eigen bewoners wensen), die dus weinig op hebben met specifieke Amersfoortse zaken. Daarnaast is de Amersfoortse politiek voor de gemiddelde burger een ver-van-mijn-bed-show, zelfs in de rubriek Straatpraat van Rob Lampe moest deze uitleggen dat er een wethouder vertrokken was.

Misschien moet de conclusie zijn dat in de gemeenten als Amersfoort met een snelle groei en daardoor een grote stroom van mensen van elders, de focus meer op het Binnenhof ligt dan op het Stadhuisplein. Wij van de Stadsbron vinden het een uitdaging om te kijken of we daarin verandering kunnen bewerkstelligen.

bijsluiter

Stan Iking is socioloog en jarenlang werkzaam geweest als onderzoeker/ beleidsadviseur. Sinds zijn pensionering volgt hij actief de Amersfoortse politiek. Hij neemt als burgerjournalist deel aan het project Tandenerin van de Stadsbron.

(maak u bekend met uw volledige naam)

opmerkingen

Steun de Stadsbron!

U steunt ons met een gift via IDeal al met een bedrag vanaf 2 euro per artikel.

Draag bij!