Cultuurdromen

door Stan Iking
14 juli 2025om 10:47u

Cultuurdromen

In de raadscommissie van dinsdag 17 juni 2025 is kennisgemaakt met de ideeën van een aantal cultuur-makers, - professionals en beslissers over de nieuwbouw van de drie bestaande cultuurinstellingen, namelijk De Lieve Vrouw, Flint, en Fluor. Alle drie de instellingen zijn toe aan nieuwbouw, omdat zij verouderd zijn, dan wel niet meer voldoen aan de eisen van deze tijd. Investeren in de bestaande panden levert onvoldoende rendement op. Aan deze droom van de cultuur-makers, -professionals en -ambtenaren is al veel aandacht besteed. Daarbij ging het vooral over de kosten, maar een aantal zaken zijn minder naar voren gekomen, echter wel belangrijk om bij stil te staan.

Drie punten van kritiek

De raad had bij deze eerste kennismaking van de plannen drie kritiekpunten. Het eerste ging over de ligging van de nieuwe cultuurhuizen, namelijk het terrein van het bestaande stadhuis, het tweede ging vooral over de omvang en de inhoud (programmering) en de laatste ging vooral over de bouwkosten. Opvallend in de gepresenteerde plannen is het gebrek aan onderbouwing voor wat betreft bouwkosten, maar ook omvang en exploitatiekosten. Daardoor blijft het vooral een droom en geen plan van aanpak (om maar een raadslid te quoten). Want wie verder graaft vindt een aantal opmerkelijke aannames en uitgangspunten.

De ligging

Het college gaat uit van de stadhuislocatie als enige mogelijkheid tot nieuwbouw. Het college geeft daar wel een eenzijdige invulling aan, namelijk alleen maar cultuur. Er is/wordt niet gekeken naar mengvormen van cultuur/voorzieningen, cultuur/woningen of nog andere mengvormen. Juist om dit bijzondere en laatste stukje bouwgrond in het stadshart van Amersfoort zo te gaan gebruiken, is meer onderbouwing nodig dan alleen een politieke/emotionele oproep uit 2020 (een motie van bijna vijf jaar geleden). 

 De impact van de bouw op de samenleving (niet alleen de kosten, maar ook de ligging) vragen om een diepere en rationelere onderbouwing van de keuze. Een theater bestaat tenslotte minimaal 40 jaar. Maar er is meer. Wie het cultureel jaarverslag 2024 leest vindt daar dit kaartje:

Cultuur_2.png

Het geeft een overzicht vanuit welke wijken de Amersfoortse bezoekers komen, die in 2024 een of meerdere bezoeken aan Amersfoortse cultuur hebben gebracht. Duidelijk is dat de zuidelijke wijken (donkergroen gekleurd) bovengemiddeld gebruik maken van de culturele instellingen. Vraag is natuurlijk: waarom? Heeft dit met de samenstelling van de bevolking te maken of heeft de ligging daar ook invloed op? Ook een bezoek aan het CDM-dashboard (een dashboard voor cultuur onderzoekers) brengt geen uitkomst. Dit komt omdat de gebruikte data afkomstig zijn van cultuurbezoekers en niet van de cultuur-vermijders, de groep inwoners die geen gebruik maakt van het cultuuraanbod. Stel nu dat ligging wel een dominante factor is, die cultuurbezoek bepaalt, is een andere locatie (of meerdere locaties) dan niet logischer? 

Eenzelfde discussie gaat op bij de parkeerbehoefte. Nu kent Flint een eigen parkeergarage, die bij de meeste voorstellingen vol staat. Wat gebeurt er als er juist deze combinatie van makkelijk bereikbaarheid en theaterbezoek doorbroken wordt? Tijdens de vergadering meldde de wethouder dat 50% van de bezoekers van Flint van buiten Amersfoort komen. Blijven deze nog komen of kiezen zij voor een alternatief?

Omvang en programmering 

De op pagina 17 gepresenteerde tabel (rapport) over de te verwachten voorstellingen en bezoekers roept meer vragen op dan antwoorden.

Cultuur_3.png

Wordt bijvoorbeeld naar het theater (Flint( 2 zalen), St. Aegtenkapel, De Lieve Vrouw theaterzaal) gekeken, dan waren er in 2023 470 voorstellingen die 145.596 bezoekers trokken.  Dit is dus 310 bezoekers per voorstelling. Als al deze activiteiten in de AFAS-theaterzaal zouden zijn geprogrammeerd dan levert dit een bezettingsgraad op 310/800 = 39%. Maar om 470 voorstellingen te programmeren heb je meer dan een zaal nodig. De overige drie zalen vvoor theater (ICOON niet  meegerekend) zijn kleiner dan de AFAS-theaterzaal. Daardoor stijgt de bezettingsgraad. Volgens de VSCD (Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties) was de bezettingsgraad (gebaseerd op 315 zalen met samen 136.000 zitplaatsen in 2023) 78%. Dus hoe zit dit?

Maar ook als naar de prognoses gekeken wordt, dan blijven er vragen. In het beste scenario programmeert Flint 775 voorstellingen met 236.000 bezoekers. Dit is 305 bezoekers per voorstelling. Het aantal zalen blijft in de nieuwe situatie gelijk (3 nieuwbouw + St. Aegtenkapel)) maar de capaciteit (aantal stoelen) zal iets groeien. Wat dit met een bezettingsgraad doet is ongewis. 

 Maar schijn bedriegt! Waarschijnlijk ligt ook een  oorzaak in de definitie van het begrip activiteiten.

Cultuur_4.png

Het gaat dus om meer dan alleen theatervoorstellingen. De bezettingsgraad wordt beïnvloed door de opdracht die de cultuurinstellingen van de Amersfoortse gemeenteraad hebben meegekregen, als voorwaarden bij de subsidieverlening. (educatie, kleine doelgroepen, cultuurvormen e.d.) Helaas wordt een vergelijking met andere theaters lastig omdat ieder theater er een eigen telregel op na lijkt te houden. Wat noodzakelijk is om de burger ( maar ook een raadslid) mee te nemen in de noodzaak van deze grote uitgaven is meer transparantie in de nut en noodzaak ervan.

Maar ook bij de voorgestelde omvang van de grootste theaterzaal zijn vraagtekens te plaatsen. Er is namelijk weinig relatie te ontdekken tussen het aantal inwoners van een stad en de zaalgrootte. Er zijn gemeenten met (bijna) gelijke aantallen inwoners en veel grotere zalen (bijvoorbeeld Haarlem en Apeldoorn), maar ook gemeenten met veel meer inwoners dan Amersfoort en een gelijke zaalgrootte (Almere, Eindhoven, Tilburg). Maar daarnaast zijn veel van deze zalen jaren geleden gebouwd. Schaalgrootte (groei van het aantal inwoners) is dus niet het enige dat de zaalgrootte bepaalt.

Wie nog eens naar de gemeenten met grote theaterzalen kijkt, ziet dat dit vooral gemeenten zijn met universitaire- en hbo-opleidingen. Van oudsher hebben deze studenten een sterke theatertraditie. Maar Amersfoort heeft dit niet. Dus hier weinig studenten op universitair- en hbo- niveau. Steeds wordt gewezen naar de atlas van Nederlandse gemeenten waar Amersfoort in de ranking op cultureel gebied achterloopt ten opzichte van het aantal inwoners. Maar is dit wel een zinvolle vergelijking? De bovengenoemde gemeenten met theaters laten zien dat hierop nog wat af te dingen is. Maar wie via de VNG vraagt naar gelijksoortige gemeenten op sociaalgeografisch gebied (samenstelling van de bevolking) krijgt weer andere gemeenten met andere (kleinere) zalen. Kortom, het is maar wat je als uitgangspunt wilt gebruiken. Spiegelt Amersfoort zich aan de grote gemeenten of aan gemeenten met een gelijke samenstelling van de bevolking? 

Verder is het interessant, gehoord de vele opmerkingen van raadsleden, hoe de exploitatiekosten er uit zien en welke bijdrage vanuit de overheid (vooral gemeente) noodzakelijk is voor een sluitende begroting. Maar dit ook maar de helft van het verhaal. Tegenover uitgaven staan baten, namelijk het aantal betalende bezoekers en hun waardering voor het gebodene (voorstellingen, etc.) En dan zijn we weer terug bij de bezettingsgraad die onbekend is. 

Misschien veel belangrijker voor een succesvolle exploitatie is een uitgekiende programmering. De schrijvers van deze droom onderkennen dit ook en beschrijven het als volgt:

We gunnen de inwoners van onze stad simpelweg een breder en rijker aanbod aan film- en podiumkunsten. Een schaalsprong heeft een ruimtelijk effect, maar is inhoudelijk gemotiveerd, gericht op meer en een bredere programmering en het aantrekken van een bredere publieksgroep.

De cijfers uit het cultuurjaarverslag 2024 laten zien dat het met deze programmering niet alle bewoners in Amersfoort evenredig bediend worden. Oorzaken weten we niet, maar er wordt ook nog geen onderzoek naar gedaan. Goede programmering kent minimaal twee doelen. In de eerste plaats zorgen voor voldoende inkomsten (sluitende businesscase) en aan de andere kant (gegeven de opdracht vanuit de politiek) aandacht voor specifieke kunstuitingen en/of voor specifieke doelgroepen. Programmeren is net als woningbouw, naast verlieslatende bouwprojecten ( sociale huur) zul je ook winstgevende bouwprojecten (koopwoningen) moeten accepteren. Maar wie -op voorhand- winstgevende culturele voorstellingen uitsluit omdat ze commercieel zijn, zadelt het cultuurpodium en daarmee de gemeente, op met een moeilijk sluitend te maken businesscase.

Financiën

Is het toeval dat het onderdeel financiën niet in het document staat, maar pas bij de presentatie van de wethouder inzichtelijk werd gemaakt? Feit is dat de nieuwe cultuurhuizen een flink prijskaartje hebben.

Cultuur_5.png

Daarbij zijn de extra kapitaallasten misschien het minst interessant, omdat deze voor langere tijd vaststaan. De kapitaallasten voor het nieuwe stadhuis staan ook voor langere tijd vast. Problematischer zijn de exploitatiekosten en de programmeringskosten. De cultuursector is een zeer arbeidsintensieve sector, waar personeelskosten een belangrijke rol spelen. Bij veel producties zijn de stijgingen in de personeelskosten (en de energiekosten) niet volledig doorberekend. Men is bang dat de prijs voor een kaartje te hoog wordt, waardoor bezoekers afhaken en er dan een neerwaartse spiraal ontstaat. De daling van het aantal festivals in Nederland wordt onder andere ook hieraan toegeschreven. De programmeringskosten zijn niet los te zien van een gezonde exploitatie. De hierboven geschetste situatie maakt niet duidelijk hoe- in de nieuwe situatie- het eigendom geregeld is. In de bestaande situatie huren de cultuurpodia van de SRO tegen een marktconforme huur. Deze huur zal hoger liggen dan de geschatte kapitaallasten. Deze kapitaallasten zijn weliswaar belangrijk voor de gemeentelijke uitgaven, maar de daaruit volgende marktconforme huur, zal via de gemeentelijke cultuurbijdrage geregeld moeten worden. 

Ten slotte is er de omvang van de overheidssubsidies. Het is nog maar de vraag of in de komende tijd de cultuursubsidies meegroeien met de inflatie, of zelfs dalen. Het verhogen van bijvoorbeeld het defensiebudget zal invloed hebben op veel begrotingsonderdelen. De laatste prognose van het CPB laat voor de langere termijn (en daarom interessant) veel problemen zien. Historisch gezien is cultuur dan vaak een onderdeel waarop bezuinigd wordt. Provincies en gemeenten ervaren een soortgelijk probleem. Ook hier worden bezuinigingen vaak afgewenteld op sport en cultuur. In Amersfoort is dit eerder ook zo gegaan. Het is maar de vraag of in de komende beleidsperiode (2026-2030) met het ravijnjaar in aantocht, nog voldoende ruimte is voor een hoger cultuurbudget. En de verhoging van het cultuurbudget is geen eenmalig verhaal. Om de cultuurhuizen te laten floreren voor de periode die zij er staan (minimaal 40 jaar), zal de gemeente rekening moeten houden met meerjarige stijging van het cultuurbudget.

Gelet op de reactie van de raad op deze droom, maar ook de invloed die zij wil uitoefenen op de programmering, is het misschien een idee om na de verkiezingen de nieuwe raadsleden te informeren over de specifieke problemen bij het managen van culturele instellingen en de impact van besluiten van de raad hierop. Het gaat om een balans tussen activiteiten waarmee winst gemaakt kan worden en activiteiten waarop verlies geleden wordt. Omdat de gemeente (als enige aandeelhouder) bij verlies aangesproken wordt op meer subsidie, is het logisch dat zij vooral de kaders gaan bepalen waarbinnen de cultuurhuizen kunnen programmeren. En de keuze van deze balans bepaalt ook in grote mate de benodigde zalen e.d. De volgorde is dus meer: eerst de politiek, dan de cultuur. Het is daarbij niet de bedoeling dat de politiek bepaalt of er meer of minder voorstellingen van een bepaald genre komen. Maar taakstellingen over subsidieafhankelijkheid, spreiding over alle inwoners van Amersfoort, extra aandacht voor specifieke groepen, thema’s e.d. zijn wel zaken waar de politiek in kan en moet sturen.

Gelote Burgerraad

De gemeente Amersfoort staat aan de vooravond van de hoogste uitgave tot nu toe, namelijk de bouw van deze nieuwe cultuurhuizen. De bouwsom lijkt tweemaal groter te worden dan de bouw van het nieuwe stadhuis. De direct betrokken cultuur -makers, -professionals, en – ambtenaren hebben hun droom geopenbaard. Het is nu aan de politiek om een eerste reactie te geven. Veel is nog niet in beton gegoten en een echt plan van aanpak moet nog geschreven worden. Daarvoor is aanvullend onderzoek nodig. 

Omdat het hier om een zeer kostbaar en politiek brisant onderwerp gaat, is raadpleging van de Amersfoortse bevolking verstandig. Zo kunnen inwoners uit wijken die weinig gebruik maken van cultuur toch invloed uitoefenen op het beleid. Waarom deze burgers minder gebruik maken is onduidelijk. De gegevens over cultuurgebruik op gemeentelijk niveau gaan over cultuurburger en niet over cultuur-vermijders. Om deze lacune op te heffen en meer draagvlak onder de Amersfoortse bevolking te creëren, is inzet van de gelote burgerraad een mogelijkheid. Deze burgerraad bestaat immers uit inwoners van alle wijken van Amersfoort en is minder partijpolitiek gebonden. In de tussentijd kan verder gewerkt worden aan de geopperde vervolgonderzoeken om vertraging in de bouw te voorkomen. Want de tijd is voor de bestaande cultuurhuizen Flint, De Lieve Vrouw, en Fluor het grootste gevaar. Te lang aarzelen maakt van deze droom dan een nachtmerrie

bijsluiter

Stan Iking is socioloog en jarenlang werkzaam geweest als onderzoeker/ beleidsadviseur. Sinds zijn pensionering volgt hij actief de Amersfoortse politiek. Daarnaast is hij een groot cultuurliefhebber.

bronnen

Presentatie:

https://amersfoort.raadsinformatie.nl/document/15693499/2?connection_type=1&connection_id=9409645

Rapport:

https://amersfoort.notubiz.nl/document/15634760/1?connection_type=1&connection_id=9409645

Dashboard:

https://utrecht.visitorinsight.nl/ContentPage/Index/e1b23604-a92b-41b4-9618-6695772bcb40

Op het CDM Dashboard zijn meerdere kaartjes te vinden over de verdeling van het aantal bezoekers per wijk. Hoewel de verschillen tussen de kaartjes niet expliciet wordt uitgelegd lijkt het erop dat er andere wijkindelingen worden gebruikt. De gemeente Amersfoort is recent over gegaan op een andere wijkindeling. Zeker voor Vathorst is dit belangrijk. Op het hierboven gepresenteerde kaartje (afkomstig uit het Cultureel jaarverslag 2024) is de wijk Vathorst als een totale wijk gepresenteerd, terwijl op andere kaartjes dit vier wijken zijn. Daarnaast ontstaan er ook optische kleurverschillen door wijken met een kleine bevolking, waardoor geringe toename van cultuurgebruik leidt tot een veel hoger aandeel in de totaal score per wijk. Statistisch is dit minder interessant.

    nog geen reacties

(maak u bekend met uw volledige naam)

opmerkingen

Steun de Stadsbron!

U steunt ons met een gift via IDeal al met een bedrag vanaf 2 euro per artikel.

Draag bij!