3 reacties

Gemeenteraadsverkiezingen 2022: een analyse

door Stan Iking
8 juni 2022om 10:06u

Na de gemeenteraadsverkiezingen heeft elke partij een eigen verhaal over de uitslag. In het duidingsdebat dat een week later plaatsvond, werd wel een poging gedaan tot nadere analyse maar veel verder dan wat persoonlijke waarnemingen kwam het niet. Tijd dus voor een nadere analyse van vier zaken: het opkomstpercentage, de relatie tussen de lage opkomst en het verlies van de VVD, de afrekening van het gevoerde beleid, en het gebrek aan vertrouwen in de politiek.

Opkomstpercentage

Sinds 1970 kent Nederland geen verplichte opkomst bij verkiezingen meer. De opkomstplicht werd bij de grondwetsherziening van 1917 ingevoerd. In 1922 bij de invoering van het vrouwenkiesrecht werd de opkomstplicht wel uit de grondwet gehaald, maar niet uit de kieswet waardoor de opkomstplicht gewoon bleef bestaan. Vanuit verschillende partijen werden pogingen ondernomen om de opkomstplicht af te schaffen.

Pas in 1967 kwam een commissie met de aanbeveling om de opkomstplicht af te schaffen. Dit advies werd door het toenmalige kabinet-De Jong overgenomen en in 1970 stemden zowel de Tweede als Eerste Kamer in met dit voorstel. Belangrijkste argument was dat de sanctie in de praktijk onuitvoerbaar was, en daarom beter kon worden afgeschaft. Verder dacht men dat een opkomstplicht eerder negatief dan positief werkte. Er konden beter bewuste kiezers opkomen, dan gedwongen onverschilligen. Het was een taak voor de politieke partijen om ervoor te zorgen dat er voldoende belangstelling zou zijn bij verkiezingen.

Het afschaffen van de opkomstplicht was direct zichtbaar bij de Statenverkiezing in 1970. En daarna is het alleen maar verder gedaald, maar niet voor alle verkiezingen.

Opkomstpercentage verkiezingen Nederland

opkomst.pngBron: Ministerie Van Binnenlandse Zaken

Bovenstaande grafiek maakt duidelijk dat vooral bij de gemeenteraadsverkiezingen een dalende trend zichtbaar is. En dit kan een groot gevaar opleveren: hoe minder mensen hun stem uitbrengen, des te kleiner de legitimiteit van de uitslag.

opkomst amersfoort.png

Deze grafiek geeft het opkomstpercentage in de gemeente Amersfoort weer. Het beeld wijkt af van het landelijke beeld. Er is sprake van een mindere daling, zeker bij de gemeenteraadsverkiezingen. Tussen 1986 en 1990 vindt landelijk en in Amersfoort een sterke daling plaats, maar in Amersfoort blijft het opkomstpercentage daarna redelijk stabiel.

Als ingezoomd wordt op alleen de gemeenteraadsverkiezingen dan ontstaat het volgende beeld.

okpkomst GR.jpg

Het opkomstpercentage in Amersfoort stijgt vanaf 2002 boven het landelijke gemiddelde uit. Deze omslag valt samen met de groei van Amersfoort Noord (Vathorst).

Volgens landelijke onderzoeken (CBS) blijkt het opkomstpercentage sterk beïnvloed te worden door leeftijd, opleidingsniveau en inkomen. Vooral in nieuwbouwwijken van Amersfoort Noord zien we meer jonge, hoogopgeleide, en meer verdienende kiesgerechtigden. Amersfoort slaat geen slecht figuur als het gaat om het opkomstpercentage. Ook in vergelijking met andere middelgrote steden doet Amersfoort het goed. Amersfoort heeft de hoogste opkomst!

Verlies VVD en opkomstpercentage

Maar hoe zit het nu met de resultaten van de VVD: klopt het dat een lager opkomstpercentage negatief uitpakt voor deze partij, zoals de plaatsvervangend lijsttrekker opperde tijdens de evaluatieavond? Waarschijnlijk heeft de VVD vooral gekeken naar de resultaten van de vorige gemeenteraadsverkiezingen in 2018. Toen behaalde de VVD 15% van alle stemmen bij een opkomstpercentage van 60%. Maar had de VVD verder teruggekeken dan had zij waarschijnlijk een andere conclusie getrokken. In 2014 behaalde de VVD 12% van de stemmen bij een zelfde opkomstpercentage als 2022. Dat wil zeggen dat het lage opkomstpercentage geen effect heeft op het percentage behaalde stemmen. De VVD behaalde in 1998 zelfs het hoogste percentage stemmen (23%) terwijl het opkomstpercentage het laagst was (55%). Ook op basis van statistische correlatiematen is geen sterk verband te ontdekken tussen het opkomstpercentage en de uitslag voor de VVD.

Op basis van het door mij verzamelde data over de gemeenteraadsverkiezingen valt het verlies van de VVD eerder te verklaren uit een landelijke trend.

opkomst vvd.jpg

Was het aandeel van de VVD in Amersfoort eind vorige eeuw nog hoger dan het landelijke, nu - door de uitbreiding van Amersfoort Noord - daalt het aandeel VVD stemmers tot het landelijke niveau en volgt ook steeds meer de landelijke trend (de blauwe lijn); een langzaam dalende trend.

Afgestraft voor beleid

In het duidingsdebat dat gehouden werd vlak na de verkiezingsuitslag bracht geen van de partijen een directe relatie aan tussen de verkiezingsuitslag en het gevoerde beleid van de afgelopen vier jaar. De één was blij dat ze gewoon weer de grootste waren, de ander dat de keuze in het dossier Westelijke Ontsluiting geen negatief resultaat had opgeleverd en één kon zelfs bogen op een bescheiden wint. Alleen de eerder genoemde VVD kende een daadwerkelijk verlies in zetels.

Beter Amersfoort wees bij het duidingsdebat op het absolute verlies in stemmen van bijna alle landelijk opererende partijen. Onderstaande tabel geeft het overzicht van alle uitgebrachte stemmen op een partij bij de gemeenteraadsverkiezing van 2018 en 2022.

stemmen.png

Wat zien we? De coalitie (D66, VVD, GroenLinks, en ChristenUnie) heeft 12% van haar achterban verloren, oftewel 4.508 kiezers. De VVD, de partij die het coalitieakkoord 2018-2022 het stevigst heeft verdedigd, door het vaakst tegen te stemmen bij ingediende moties en amendementen, heeft het meest verloren.

Bij landelijke verkiezingen wordt dan al snel geroepen dat de coalitie is afgerekend op het bestaande beleid. In Amersfoort gebeurt dat niet, althans niet publiekelijk. Waarschijnlijk is men bang geen potentiële coalitiepartner te zijn. Zelfs toen de SP in een motie vroeg om de Westelijke Ontsluiting stop te zetten - aangezien dit in de verkiezingsprogramma’s van de partijen stond die nu een meerderheid vormen - stond zij alleen. Alle andere partijen hielden de kaarten tegen de borst.

Geloof in de politiek

Maar er is meer aan de hand. Normaliter betekent verlies van de coalitie winst voor de oppositie. Maar dat is deze keer niet gebeurd, de winst is vooral naar de nieuwkomers gegaan. Volgens veel onderzoekers wijst een dergelijke gebeurtenis samen met een lage opkomst op een dieperliggend probleem, namelijk een afbrokkelend geloof in de (gemeentelijke) politiek.

Minister Bruins Slot heeft al een onderzoek aangekondigd naar de oorzaken van de lage opkomst. Voorlopig geven de uitkomsten van het verkiezingsonderzoek van IPSOS in opdracht van de NOS ook al belangrijke inzichten. Als belangrijkste reden om niet te stemmen wordt aangegeven dat de niet-stemmers niet zeker zijn van op welke partij ze moeten stemmen (32 procent). Geen vertrouwen in gemeentelijke politiek (28 procent) en geen interesse (27 procent) volgen verder als belangrijkste redenen. 48 procent van de thuisblijvers zou wel zijn komen opdagen bij landelijke verkiezingen. Niet-stemmers hebben minder vertrouwen in de gemeentelijke en landelijke politiek dan mensen die wel naar de stembus gingen.

Deze elementen zijn ook terug te vinden in de Amersfoortse politiek. Je moest wel een partijtijger zijn om bij de invulling van het kieskompas direct bij de eigen partij uit te komen. Vaak waren het meerdere partijen die nagenoeg dezelfde antwoorden gaven op de gepresenteerde stellingen. Dit veroorzaakt dus het gevoel niet te weten op welke partij men moet stemmen. Ook in de raadszaal is weinig sprake van grote tegenstellingen: veel moties en amendementen worden met een grote meerderheid aangenomen of verworpen. (Zie ook: Oppositie voeren lijkt zinloos) De verschillen tussen de gemeentelijke partijen zijn dus voor de Amersfoortse kiezer lastig te ontdekken.

De conclusie van deze analyse is dat de opkomst in Amersfoort niet slecht is, hoger dan het landelijke gemiddelde, en hoger dan steden van gelijke omvang. Toch deelt ook Amersfoort in de algemene malaise van een steeds groter worden gebrek aan vertrouwen van de burger in de politiek. Niet alleen de politieke partijen, maar ook de individuele raadsleden en de politieke besluitvormingsstructuur en cultuur hebben daar een aandeel in, en zullen de komende tijd moeten veranderen om het vertrouwen van de burger weer terug te winnen.

bijsluiter

Stan Iking is socioloog en jarenlang werkzaam geweest als onderzoeker/ beleidsadviseur. Sinds zijn pensionering volgt hij de Amersfoortse politiek actief.

(maak u bekend met uw volledige naam)

opmerkingen

Steun de Stadsbron!

U steunt ons met een gift via IDeal al met een bedrag vanaf 2 euro per artikel.

Draag bij!