De zomer is de tijd van een gebrek aan relevant nieuws. De
zogenaamde komkommertijd. Normaliter wordt dit dan ingevuld door een mogelijke
hyena op de Veluwe, of indien er maar enig vermoeden is, een verdwaalde walvis in
de Waddenzee. Ook in Amersfoort dreigde een gebrek aan nieuws, ware het niet
dat de VVD-wethouder Buijtelaar hier een stokje voor wist te steken door vlak
voor de zomer een onzalig verkeersplan te lanceren. De Groningerstraat wilde
hij in zijn te verkennen voorstel over de rotonde De Nieuwe Poort afsluiten en
dwars door de Groengordel wilde hij een nieuwe doorkruising aanleggen.
Monumentale bomen zouden eenvoudigweg verplaatst worden en het ontstaan van een
nieuwe onveilige verkeerssituatie in het Soesterkwartier zelf, zou omzeild
worden door in het verkeersplan alleen vanuit de doorstroom van autoverkeer te
denken. Voetgangers, fietsers: ze telden niet mee in het Soesterkwartier. Het
ontstaan van meer onoverzichtelijkheid en daarmee meer onveiligheid voor
kinderen en ouderen, ook op de Noordewierweg, bleef zo uit beeld.
Zomersoap
Een ondoordacht plan dat helaas zichtbaar maakt hoe er op
Stadhuis blijkbaar ook gedacht kan worden. De zomersoap, want dat is en was
het, werd door de gebrekkige onderbouwing en doordachtheid aan alle kanten kritisch
gevoed. Slechts een deel van de bewoners kreeg een brief waarin ze over het
voorstel geïnformeerd werden, de wethouder bediende zich van een mengelmoes aan
kwalitatieve en kwantitatieve argumentaties, waarbij hij schaamteloos verbanden
wist te leggen waarmee het idee van verdeel-en-heers-beleid gevoed werd. De
geloofwaardigheid van het stadsbestuur stond onder druk door zo zichtbaar op
een dossier te blunderen. En dat is spijtig, want juist (geloof-) waardigheid
hebben we nodig: nu en voor de toekomst. Waardigheid, het kunnen beredeneren en
handelen vanuit waarden, is de essentie van onze individuele en collectieve te
nemen besluiten. Daarbij gaat het om besluiten die onze relatie met de toekomst
duiden, die onze gewenste toekomst waar maken. Besluiten die ook inzicht geven
hoe we nu moeten gaan handelen. Het asfalt-denken, het doorstroom-denken vanuit
de automobilist en het afwentelen van problemen op een wijk met toch al een
gebrek aan sociaal-groene verbinding, passen hier niet bij. Het denken moet
anders.
Hoe moet dan naar het vraagstuk gekeken worden? Vanuit welke
waarden en waardigheid moet gedacht worden? Het is goed om het idee van de
wethouder te onderzoeken om daarmee te kijken vanuit welke waarden er blijkbaar
gedacht wordt, kan worden. In mijn optiek is het plan er op gericht om het
bouwen van woningen te faciliteren en om daarbij de benodigde publieke ruimte
tegen een hoge prijs te verkopen. Ik noem dit denken de Angelsaksische
besmetting van het publieke besluitvormingsproces: de korte termijn staat
voorop en het denken vanuit waarden wordt puur gedefinieerd als financieel
gewin. Waarden worden gedefinieerd als financiële opbrengsten, waarbij gemeente
en projectontwikkelaars elkaar de hand willen kunnen schudden. Het publieke
domein, de publieke grond, kent in dit verhaal amper financiële waarde vanuit
de huidige gebruikersfunctie. Het over het hoofd zien van bijvoorbeeld de
monumentale bomen is daarin exemplarisch. Ook het juist informeren van de raad
en de bewoners hierover, vertegenwoordigt in dat verhaal geen waarde (ergo: het
juist informeren staat het financieel gewin in de weg). De veiligheid van de
fietsroute op de Dollardstraat en de Noordewierweg idem dito – om over de
mensen in de Puntenburgerflat maar te zwijgen. Het telt niet. Kind en ouderen,
hun veiligheid, het past niet in het plaatje. Het draait om een financieel verkoopverhaal,
het vraagstuk van de doorsteek door de Groengordel is een financieel opbrengstenvraagstuk,
waarbij het permanente verlies aan publieke waarde gecompenseerd kan worden. Blijvend sloop je iets, maar hier: 'we geven je wat geld om een zak snoep te kopen'.
Marionetten
Dit maatschappelijk desinvesterings-denken dat Buijtelaar
met zijn plannen openbaar heeft gemaakt, is natuurlijk neergesabeld. We zijn
hier niet de marionetten van de op Angelsaksische leest geïnspireerde
projectontwikkelaars, we leven in een samenleving. En een samenleving vereist
dat je waarden definieert, samen
definieert en daarin is het financiële vraagstuk een randvoorwaarde (maar niet
het doel). Juist een gemeente zou daarin niet een korte termijn
perspectief moeten hanteren (het sluitende huishoudboekje) maar juist moeten
denken in termen van investeren, van het toevoegen van waarde aan het publieke
domein. Nu meer uitgeven, om daarmee publiek bezit op te bouwen, dat zich in
sociaaleconomisch perspectief en daarmee uiteindelijk ook in financieel
perspectief terugverdient. Het financieel risico kan over de tijd en over de
burgers worden verspreid en die afweging moet zorgvuldig plaatsvinden, waar de
taal van de boekhouder en de praktisch en ideologisch gedreven visionair (normaliter
het politieke metier) zich evenwichtig moeten verenigen. Beiden moeten een
juist perspectief hebben op waarden: nu en toekomstig en dus vanuit een breed
perspectief passend bij de komende tijd – bij dat wat de toekomst ons naar het
heden toe vraagt. Om dat juist te kunnen doen, is reflectie op de juistheid van
beslissingen uit het verleden nodig. Maatschappelijke contemplatie, waarbij we
in Amersfoort bijvoorbeeld kunnen denken aan het Eemhuis, een stadswijk als
Vathorst en aan de Westelijke ontsluiting. Wat leren die beslissingen ons over
de beslissingen die we nu moeten nemen? Misschien zat in dit contemplatieve aspect
het fundamentele gebrek in het voorstel van Buijtelaar. Waar was de
contemplatie, waar was de schaamte over de Westelijke ontsluiting? Waar waren
de geleerde lessen? Het voorstel leek meer te dienen als afleidingsmanoeuvre: ‘o
media, zie mijn eerder gemaakte bomenkerkhof niet, zie wat ik nu weer moet
doen, omdat jullie met z’n allen zo nodig in de auto willen rijden…’ Velen die
de brief over de mogelijke doorkruising van de Groengordel lazen, waren
overdonderd. Of beter: door een wesp gestoken. Zo veel kortzichtigheid, zo veel
lompheid en dat zo net voor de zomer, ten tijde van Corona waarbij het publiek
organiseren van verzet onder druk stond, hoe verzin je het! Een gordel
doorsteken, monumentale bomen niet benoemen en vervolgens deze bomen aan de
kant willen schuiven, willen verplaatsen… Wat is dan nog de betekenis van
monumentaal?
Waardenbegrip
Afijn, gedane zaken. Terug naar het waardenbegrip. Het gaat
om de verschillende belangen die in de argumentatie, de analyse naar voren
komen. Veiligheid voor kinderen en ouderen. Respect voor groen, respect voor
historie die ook in groen tot uiting komt. Idee dat mensen groen nodig hebben
om te kunnen ontspannen, om te kunnen sporten, maar ook om te kunnen
contempleren op een eigen wijze (al dan niet met of zonder hond of partner).
Maar ook respect voor de verandering van tijd. Want laten we wel wezen; het heden is tot stand gekomen vanuit keuzen uit het verleden en het kan zijn dat door de
tijd deze eerdere beslissingen in ander perspectief komen te staan – want prioriteiten
verschuiven. En juist om het structurele element hierin moet de politiek zich
bekommeren. En hiermee komen we op een belangrijk aspect, het komen tot een
nieuwe prioritering en dit zichtbaar maken aan de hand van de huidige
infrastructuur moet leidend zijn. De Groene Gordel is in zijn totaliteit nodig, maar in hoeverre
past de kwalitatieve invulling hiervan? In hoeverre past de kwantitatieve
vergrendeling vanuit verenigingswezen hier in welke mate bij? Denk aan
de verschillende sportvelden die in de Groengordel verweven zijn: zijn die
vanuit het huidige tijdsgewricht kwantitatief nog wel passend? Dit is het
gesprek dat gevoerd moet gaan worden. Dat is een gesprek dat burgers vanuit
openheid moeten voeren, waarbij prioritering vanuit het nu en vanuit de
toekomst leidend moeten zijn. Daarbij geldt bijvoorbeeld dat in het kader van
de verdroging andere keuzes moeten worden gemaakt. Daarbij geldt dat door de
toegenomen bevolkingsdruk juist meer recreatief en openbaar groen tot stand
moet komen. En dat deze keuzes ten koste gaan van keuzes die in het verleden zo
logisch leken…
Gesprek
Dit gesprek is het maatschappelijke debat dat we moeten
voeren. De weg die voorgesteld was (de groene doodsteek), moet in zijn geheel
van de baan en vervangen worden door een andere lijn – door een andere koers. De
publiek-private samenwerking waar de ambtenarij zich door het Angelsaksisch
geïnspireerd bedrijfsleven laat omarmen en het publiek belang (op wijkniveau
gedefinieerd) moet eindigen. Het gaat om integrale wijkaanpak, waar we werken
vanuit een op een Rijnlands leest geënt bestuursmodel: een Eemlands model waar de belangen van de
bewoners worden behartigd, waar de ambtenarij trouw zweert aan het dienen van
de gemeenschap en niet de eigen CV als uitgangspunt neemt. Het Soesterkwartier-2025
en – 2030 moet nu vanuit open vizier en vanuit breed maatschappelijke wijkparticipatie
nu bedacht worden. Rijker aan verbindend, menselijk groen in de Groengordel
zelf, maar dus ook in de wijk. Daarvoor zijn ook de gelden vanuit de
gemeente en de provincie bedoeld. Want het debat dat door de plannen van
Buijtelaar bruut op gang is gebracht, mag en moet een mooi vervolg krijgen.
Laat deze Angelsaksisch zomersoap niet voor niets gevoerd zijn! En laten we wel
wezen: Buijtelaar heeft een handreiking gemaakt en het plan terzijde geschoven
en ook de gemeenteraad zelf lijkt de hamer te hanteren. Maar dit moet ferm:
niet terzijde, dergelijke desinvesteringsplannen moeten van tafel en het publieke
denken moet in zijn Angelsaksische elementen ontrafeld worden. Amersfoort maken
we samen! Nu en voor de toekomst. Het Eemlands model moet zegevieren en daarin
zijn projectontwikkelaars uitvoerders en niet diegene die met de ambtenaren de
plannen bedenken. Plannen die komen van burgers, van bewoners. Van ons. En de
ambtenaren helpen ons daarbij. Want behalve Buijtelaar moeten ook ambtenaren bij
zichzelf te rade gaan. Het falen, het langs elkaar heen werken en het mis-informeren:
het was zichtbaar. Een soap? Laten we erom lachen, maar feitelijk was het een slechte traantrekker.