Studenten van maar liefst 16 studierichtingen werkten mee aan prototype 2 van het Celsiushuis.
Aangestuurd door Eugene Zaaijer, programmaleider van innovatiewerkplaatsen, deel van de
onderzoekspoot van de HU. De even moeilijke als uitdagende vraag van het onderzoek waarover de
studenten in het Celsiushuis zich buigen is: Hoe maak je een duurzame en gezonde stad(swijk).
17 verschillende eigenaren en ontwikkelaars
Het eenvoudige antwoord is: door er burgers, toekomstige bewoners en buren bij te betrekken. Door
met verschillende disciplines samen een vraagstuk aan te pakken. Door de frisse creativiteit van
jonge mensen in te zetten en te ontwikkelen.
Taaie materie
Maar de materie blijkt taai. Er zijn al mooie
presentaties gemaakt door studenten, over de samenhang (het metabolisme) van materialen in de
wijk, het hergebruik van water en afval/bouwstoffen. Dat zijn spannende kwesties voor het
Hoefkwartier, met de 17 verschillende eigenaren en ontwikkelaars van de gebouwen die in het
Hoefkwartier staan, plus de gemeente voor het openbare groen, de ondergrond, kabels, pijpen en
wegen. Met de verschillende belangen van projectontwikkelaars voor koopappartementen en de
langdurige inzet van corporaties voor sociale huurwoningen. En dat allemaal op een postzegel,
uitgaande van de huidige aanwezige kantoorgebouwen. Idealiter kunnen de betrokken partijen
samen efficiënte en duurzame oplossingen bedenken, door bijvoorbeeld energie op te slaan in
buurtbatterijen, maar dat is geen licht parcours. En hoe kunnen toekomstige bewoners zich thuis
voelen in een kantorenwijk? Wat willen toekomstige bewoners, hoe betrek je ze? Het gevaar dreigt
van treuzelen, afwachten en uitstel. De invloed vanuit de gemeente Amersfoort lijkt gering.
Eugene Zaaijer: ‘’Wij proberen om belangrijke vraagstukken die spelen in het Hoefkwartier met
studenten vanuit verschillende opleidingsrichtingen te benaderen in diverse projecten. Bij
duurzaamheid moet je denken aan: kan de afvalstroom van het ene gebouw (bijvoorbeeld
voedselresten uit de kantine) een energiebron zijn voor het andere gebouw? Hoeveel water heeft een
gebouw nodig en hoeveel water kun je opvangen? Kun je voedsel verbouwen op de daken van
gebouwen? De studenten moeten op zoek naar data om dit soort vraagstukken te kunnen
beantwoorden.’’
Rustige plek in het groen
‘’Maar waar we ook naartoe willen is burgerprojecten aanjagen, dat gebeurt nu nog niet. De vragen
van (toekomstige) bewoners moeten voor ons het uitgangspunt zijn. De betrokkenheid van
bewoners is nu nog lastig te organiseren. De 450 huidige bewoners zijn in meerderheid
statushouders, die hier geen permanente woning zoeken. De huidige bewoners hebben nauwelijks
contact met elkaar. Bewoners van aanpalende wijken worden wel uitgenodigd voor ontmoeting en
inspraak, maar de echte toekomstige bewoners zijn nog niet zo in beeld. De studenten van het
Celciushuis doen met straatinterviews hun best om de wensen van huidige en toekomstige
gebruikers van de wijk te achterhalen. Een voorbeeld: er is onderzocht waaraan de vele ROC-
studenten hier nu behoefte hebben? En wat blijkt: ze willen een rustige plek in het groen om te leren
of even bij te komen. Op dit thema ligt al een uitgewerkte aanpak voor inspraak bij de groene
omgeving.”
Er is nu een stagiair aan de slag als community-developer, die zoekt naar mogelijkheden voor de
huidige bewoners om de (fiets-)veiligheid in de wijk te bevorderen en buiten het eigen huis met
elkaar aan de praat te raken. Best lastig in een wijk zonder winkels, terras of sportschool. Ook lastig
is het om de vele neuzen die er bij het herontwikkelen van het Hoefkwartier betrokken zijn min of
meer dezelfde kant op te krijgen, geeft Eugene Zaaijer toe. “Wij zijn met de studenten met
maatschappelijke dingen bezig. Maar de gemeente is bezig hoe ze met projectontwikkelaars en de
woningcorporatie al die woningen kunnen realiseren. Wij vragen ons af hoe bewoners zich prettig
kunnen voelen in hun wijk, bijvoorbeeld door het gebruik van natuurlijke materialen als hout en
veel groen in de wijk, door een gezamenlijk energieplan te maken ook voor de hele wijk. Maar de
projectontwikkelaars moeten dan wel samen willen werken, hun plannen op elkaar afstemmen.
Willen ze dat? Hebben de grondeigenaren belang bij de sociale vraagstukken die spelen?’
Uitdagingen te over dus voor de studenten die betrokken zijn bij de projecten. Momenteel zijn
enkelen van hen bezig een ontmoetingsplek van sloopmateriaal te maken voor de statushouders die
in het Hoefkwartier wonen. De bedoeling is dat de statushouders de plek zelf bouwen, in ruil voor
Engelse les die de studenten dan geven. Ook wordt er nagedacht over een plek waar sloopafval
opgeslagen kan worden, een website waarop mensen kunnen meepraten over een inrichting van de
wijk waarin ze zich prettig voelen. En waarop mensen spullen kunnen aanbieden of zelfs voedsel
dat over is. Maar ja, wie beheert vervolgens zo’n website? Eugene Zaaijer is heel enthousiast over
een door studenten ontwikkeld kaartspel.
“Dat spel gaat over de natuur en is bestemd voor
ontwikkelaars die willen bouwen in het Hoefkwartier. Het is nog maar een prototype, maar het is
echt zo’n leuk kaartspel geworden. Hopelijk kunnen we dit spel door ontwikkelen en aanbieden.”
Gelukkig hebben de studenten voorlopig de tijd om met het Hoefkwartier bezig te zijn. En Het
Celciushuis zou wel eens buurthuis kunnen worden, als de studenten uitgestudeerd zijn. Het mag er
voorlopig 8 jaar blijven.