De vastklampbestuurder
Wat bezielt politieke bestuurders om tegen beter weten in
vast te houden aan onzalige plannen?
Daar zijn tal van voorbeelden van. Zo wilde ooit iemand een
verkeersweg tot midden in de Amersfoortse binnenstad aanleggen. Een ander wilde
het Waterwingebied bebouwen. En nu dreigt het al vele jaren oude plan voor de
Westelijke Rondweg tot uitvoering te komen.
De organisatie Groen in Amersfoort heeft in de gemeenteraad
volstrekt aannemelijk gemaakt dat er geen nut en noodzaak is voor deze weg. Er
staan vrijwel nooit files. Sterker, het verkeer is afgenomen sinds het
ziekenhuis is verplaatst.
Ramingen over toekomstige verkeersdrukte blijken
theoretisch en niet te kloppen. Concrete tellingen heeft de gemeente nauwelijks
uitgevoerd, in tegenstelling tot Groen in Amersfoort dat keer op keer
vaststelde dat er niet of nauwelijks sprake is van oponthoud op het traject.
En dan moeten er ruim 3.500 grotere bomen verdwijnen, plus
nog een hoop kleintjes en struiken. En dat in een periode dat bij meer en meer
mensen duidelijk wordt dat bomen belangrijk zijn: bijvoorbeeld om CO2 terug te
dringen, voor het maken van zuurstof, voor koelte in de hitte en als gebied
waar planten en dieren nog een plekje hebben.
Terug naar de vraag aan het begin van dit stukje. Wethouder
Buijtelaar houdt - ziende blind en horende doof - onaangedaan vast aan het
rondwegplan. ZIJN rondwegplan. En dat laatste, daar gaat het wellicht om.
Ik denk - en daar zijn ook tal van voorbeelden van - dat
politici een verhoogde mate van geldingsdrang hebben, alsmede van zelfingenomenheid
en betweterigheid. Met als gevolg dat ze vaak niet goed luisteren.
Politieke bestuurders hebben daarnaast idealistische
motieven, en vinden bovendien dat ze de gemeenschap iets moeten nalaten wat ZIJ
tot stand hebben gebracht. Iets waar van iedereen tot in lengte van jaren zich
herinnert dat het van HEM (HAAR) afkomstig was.
Kortom: ze bedenken een plan. Naarmate de tijd
voortschrijdt groeit dat plan in hun hoofd. Het wordt een fantastisch plan.
Ambtenaren gaan er in mee, moeten er wel in meegaan, want de wethouder is de
baas.
Er komen onderzoeken. Gespecialiseerde bureaus weten wat de
wethouder wil weten en horen. Die gaan niet zeggen dat er het nodige op het
plan kan of moet worden afgedongen. Hooguit hier een tandje er af, en elders
een tandje er bij.
Het plan legt nog een hele weg af, via de coalitie, de
provincie, de NS, Pro Rail, de eigen politieke partijen, en dan is het grote
moment daar: het plan wordt naar buiten gebracht, bij voorkeur in een glossy
drukwerkje met veel foto’s, plattegrondjes, historische feitjes, onderbouwingen
en meer. Inmiddels zijn er al tienduizenden euro’s uitgegeven van de 67
miljoen.
Vervolgens begint het gehakketak met voorstanders en
tegenstanders en zo hoort het ook. Mensen komen op voor hun eigen belangen,
voor die van anderen (bomen en zo).
De wethouder en in zijn kielzog het college en de
coalitiepartijen houden vast aan ZIJN plan. Zelfs als gaandeweg steeds
duidelijker wordt dat er vele haken en ogen zijn, dat het plan het doel verre
voorbij schiet, dat er toch wel erg veel bomen moeten worden gekapt, dat het
vanwege tekort aan geld wordt uitgekleed, dat er een enorm verzet is in de
stad, en dat er in die stad zo maar deskundigen en onderzoekers blijken te
wonen die aantonen dat het plan in die vorm beter niet kan doorgaan.
Maar ja, de wethouder is een politiek bestuurder en heeft -
zie boven - zo zijn eigen afwegingen. Wellicht staat hij nog honderd procent
achter het plan, maar heel misschien ziet zelfs hij in dat er wel iets op het
plan valt af te dingen, ja, dat het misschien bij nader inzien helemaal niet
zo’n goed plan is. Eerder misschien wel, maar nu - voortschrijdend inzicht -
niet meer.
Op dit punt moet de politiek bestuurder een lastige keuze
maken. Het grootste probleem daarbij: angst voor gezichtsverlies. Denkt hij.
Maar dat klopt niet. Een mens lijdt geen gezichtsverlies wanneer hij verstandig
wordt en ruiterlijk toegeeft dat hij het toch niet helemaal bij het rechte eind
had.
Het tegenovergestelde gebeurt: de politiek bestuurder,
teruggekomen van de dwalingen zijns weegs, wordt bejubeld en bedolven onder de
complimenten. Als ik in Buijtelaars schoenen stond, dan wist ik het wel.
Nog twee dingen. Ten eerste is het helemaal niet zo gek om
de spoorbaan te ondertunnelen. Dat maakt op zich al dat het verkeer sneller
doorstroomt en het is uiteraard ook veel veiliger. Verder laat je alles zoals
het is. Iedereen blij.
Ten tweede: de opstelling van D66 en GroenLinks: die is
volstrekt onbegrijpelijk. D66 heeft nog enig recht van spreken omdat onder het
vorige college de westelijke rondweg werd uitgeruild tegen het St.
Elisabethpark. Maar dat maakt ze geen groene partij. Daar is meer voor nodig.
De argumenten van GroenLinks, er was al een meerderheid en
daarom hebben wij ook maar voorgestemd, slaan helemaal nergens op. Zij hadden
binnen de coalitie hun principes moeten hoog houden door een
minderheidsstandpunt in te nemen. Misschien een idee om terug te komen op die
beslissing? Het is een keuze tussen staan voor je idealen en meehuilen met de
wolven in het bos.