Wat
mijmeringen over Sinterklaas en Zwarte Piet
In
deze bijdrage geen begrippen als KOZP of BlokkeerFriezen. Er is door de flanken
onderhand genoeg olie op het vuur gegooid. Hun meningen zijn door alle nieuwe
en oude media uitgebreid weergegeven.
Dit
is daarentegen een poging te zoeken naar ‘common ground’, of in goed Nederlands
‘gemene grond’. Die plek waar het wederzijds begrip daagt, waar de de-escalatie
kan beginnen.
Het
feest van Sinterklaas en Zwarte Piet is eeuwenoud. Het wordt in verschillende
delen van Europa gevierd. Het is een kinderfeest waarbij de kinderen steeds
weer geconfronteerd worden met twee fantasie-personen die in essentie staan
voor ‘goed’ en ‘kwaad’.
Aan
de ene kant staat Sinterklaas, losjes gebaseerd op het leven van de bisschop
van Myra. Een man die enkel goed is: de Goedheiligman heet hij dan ook. Een
altruïst van het zuiverste water die niets liever doet dan lieve kindertjes
cadeautjes geven. Wie zoet is krijgt lekkers. Als kind krijg je zo met de
paplepel ingegoten dat je goed moet doen. En dat je daarvoor beloond wordt.
Aan
de andere kant staat het duistere, het donkere. We noemen hem Zwarte Piet. Ooit
had hij zwarte strepen omdat hij ‘uit de grond’ was gekropen. Een knipoog naar
onze sterfelijkheid. Later gleed hij zogenaamd door schoorstenen naar binnen en
kreeg roetvegen. En na de Tweede Wereldoorlog, toen de welvaart steeg, werd
Zwarte Piet steeds beter zwart geschminkt, kreeg hij steeds kleurrijkere kleren
en zelfs gouden oorbellen. Zwarte Piet werd gepimpt omdat we meer geld te
besteden hadden. Maar alle uiterlijke pracht ten spijt is hij de facto nog
steeds in essentie de tegenhanger van het goede. Hij is het kwaad in persoon.
Hij kan je meenemen in zijn zak, de donkerte in. Kinderen begrijpen dat en
voelen de angst. Precies wat het feest ook beoogt: enige griezelangst voor het
foute.
Tv-
uitzendingen hebben de laatste twintig jaar geprobeerd deze basale tweedeling
te verdoezelen. Sinterklaas verwerd soms tot een soms dommelende sufferd,
Zwarte Pieten werden op tv steeds aardiger en slimmer. Ten behoeve van
smakelijke tv is de stichtende tweedeling tussen goed en kwaad, de impliciete
levenslessen voor onze kinderen, daarmee deels ondergesneeuwd.
In
Nederland zijn er verscheidene mensen die Zwarte Piet met slavernij en racisme
verwarren. Over beide begrippen is meer te zeggen dan in veel discussies wordt
gehoord. Vooropgesteld: slavernij is een grove schande. Weinigen ter wereld
zullen dat betwisten. Het is verschrikkelijk om mensen hun zelfbeschikking af
te pakken. Dat algemene gevoel van afkeuring heeft echter nooit kunnen
voorkomen dat slavernij van alle tijden en van alle continenten is geweest.
Slavernij is overigens niet enkel het verhaal van de naar Noord-en Zuid-Amerika
gebrachte negers. Ook in Azië en in Europa zijn sinds mensenheugenis miljoenen
mensen tot slaaf gemaakt.
Nog
een in mijn ogen relevant aspect: de meeste slaven die tussen de 17e en 19e
eeuw door Europeanen naar de Amerika’s zijn gebracht, zijn niet door Europeanen
tot slaaf gemaakt. Europeanen waren vooral transporteurs en gebruikers van
slaven. Verschrikkelijk natuurlijk en reden voor schaamte en excuus, maar het
is niet onbelangrijk te weten dat ze zelden in Afrika mensen tot slaaf maakten.
De Europeanen kochten de slaven in West-Afrika op, die al door andere Afrikanen
tot slaaf waren gemaakt. Dat is een belangrijk gegeven omdat slavernij niet
gaat over witte versus zwarte mensen. Het gaat over machtsongelijkheid, los van
kleur en ras. Over het ontbreken van beschermende tegenkracht. Over
ontmenselijking van mensen.
Dan
over racisme. Een al even verschrikkelijk gegeven dat mensen die het ontmoeten
tot in het diepst van hun ziel kan krenken. Ook daarvoor geldt dat het helaas
van alle tijden en van alle continenten is. Racisme is geen uitvinding van de
blanke mens. Wie reist kan daarvan getuigen. Het zit diep in onze genen
verankerd, zo zegt de Franse filosoof Girard met zoveel woorden, om af en toe
een zondebok te zoeken om de eigen gelederen weer te kunnen sluiten. Dat geldt
voor alle exemplaren van de homo sapiens, ongeacht hun afkomst. Ook Indianen,
Chinezen en Afrikanen spelen de racistische kaart in tijden van onzekerheid.
Racisme
moet bestreden worden omdat het andere mensen uitsluit, maar die oprechte en
lovenswaardige wens wil niet zeggen dat het ook uit te roeien valt. We moeten
altijd weer bedacht zijn op nieuwe vormen van uitsluiting, omdat het
onvervreemdbaar bij ons hoort. Hoe hard je ook vindt dat racisme niet mag, dat
betekent nog niet dat het verlangen naar een zondebok - zeker in verwarrende
tijden - niet meer zal opvlammen. Dat gevaar sluimert altijd. Racisme heeft
daarom het karakter van een veenbrand.
Zwarte
Piet is volgens mij geen uiting van racisme. Wie als kind met de traditie van
Sinterklaas en Zwarte Piet is opgegroeid zal dat ook niet snel denken. Kijk
naar de wijze waarop het feest op de Antillen wordt gevierd. Zwarte Piet mag er
daar gewoon zijn.
En
terzelfder tijd is het niet vreemd dat negroïde mensen die op latere leeftijd
naar Nederland zijn gekomen Zwarte Piet anders ervaren. Wat zij zien is een
archetypische slaaf. En dat doet hen pijn. Dat het nooit de bedoeling is
geweest van Nederlandse schminkers om van Zwarte Piet een crypto-slaaf te maken
en dat de oorsprong en betekenis van het heerschap ergens anders ligt, is voor
hen haast niet te bevatten. Hun referentiekader is te verschillend van wie in
Nederland als kind in het verhaal van Sinterklaas en Zwarte Piet heeft geloofd.
Ooit
hebben we in dit land het polderen uitgevonden. Als we hier met elkaar willen
leven dan moeten we afspraken maken over hoe we problemen oplossen. Wat is onze
grootste gemene deler, want als we die vinden hebben we per definitie draagvlak
voor wat ons te wachten staat. Op eindeloos veel terreinen hebben we getoond
dit te kunnen. Mede daarom is dit land ook zo veilig en voortvarend.
Polderen,
zo heeft de geschiedenis ons geleerd, vraagt twee kwaliteiten. Ten eerste het
vermogen om precies te zeggen wat je wilt, en ten tweede het vermogen en de
bereidheid om goed te luisteren naar de wensen van de ander.
Als
ik met betrekking tot Sinterklaas en Zwarte Piet een voorzet mag geven: we
hebben in Nederland een eeuwenoude traditie om kinderen met behulp van
Sinterklaas en Zwarte Piet iets mee te geven. Namelijk de elementaire
beginselen van goed en kwaad, verpakt in een enerverend om niet te zeggen
superspannend kinderfeestje dat op 6 december weer afgelopen is.
Daarnaast
wonen er in Nederland inmiddels velen die niet zijn opgegroeid met Sinterklaas
en Zwarte Piet. Hun pijn over de huidige verschijningsvorm van Zwarte Piet mag
gehoord worden.
Wat
ligt er dan meer voor de hand dan dat iets of iemand van statuur - een premier,
een politieke partij, een elder statesman - het voortouw neemt om de
redelijkheid van beide opvattingen elkaar te laten ontmoeten? Eén echt gesprek
moet voldoende zijn, mits er de bereidheid is naar elkanders argumenten te
luisteren.
Als
we enerzijds onderkennen dat Sinterklaas en Zwarte Piet even onscheidbaar zijn
als goed en kwaad, en anderzijds dat de verschijningsvorm van Zwarte Piet
altijd weer is aangepast aan de tijd, dan kan het toch niet moeilijk zijn om
met een redelijk Pieten-pact de onverzoenlijke flanken-vertegenwoordigers in
deze discussie de wind uit de zeilen te nemen.
Om
iedereen weer van dit gelaagde kinderfeest te laten genieten.
Van
Friesland tot Amsterdam.