4 reacties

PolitiekBelicht: There is something rotten in the City of Amersfoort 

door Peter de Langen
10 december 2021om 0:08u

,,Er heerst een verziekte politieke sfeer” zei Marc Smits, vertrekkend fractievoorzitter van de SP, deze week in de Amersfoortse pers. Zijn gelijk is direct bewezen door de kwalijke uitspraken via een mail van BPA-voorman Hans van Wegen in de richting van Youssef el-Messaoudi (GroenLinks). Fractievoorzitter Dillian Hos van GroenLinks heeft aangekondigd dat zij aangifte zal doen, dus er volgt nog een juridische toets. Daar zullen eerdere uitspraken van Hans van Wegen zeker bij betrokken worden, neem ik aan. 

Twitter.jpg

Terugblik

Maar er is veel meer aan de hand in de gemeenteraad van Amersfoort. De basis van het huidige politieke klimaat werd gelegd met de vorming van het college in 2018.  Het CDA was het niet eens met de uitslag van de verkiezingen en vroeg hertelling aan. Dat leverde de partij een extra zetel op ten koste van D66. Er waren daardoor 4 partijen met elk 6 zetels. 

GroenLinks had een klinkende overwinning gehaald en wilde die verzilveren met collegedeelname. Wat GroenLinks niet besefte, was dat de partij alleen daardoor al een sleutelpositie had, iedereen wilde GroenLinks wel in de coalitie, want dat is beter dan een winnaar in de oppositie. In feite had de partij de overige partijen voor het kiezen.

GroenLinks maakte echter al snel bekend niet met de VVD en het CDA samen in een coalitie te willen zitten, daardoor de mogelijkheden terugbrengend tot een coalitie van GroenLinks, D66, VVD óf CDA en een vierde partij, waarvoor de CU de meest voor de hand liggende was. D66 was, doordat GroenLinks op voorhand al die keus had uitgesproken, eigenlijk zeker van coalitiedeelname en kon rustig achterover leunen. En GroenLinks moest nu op eieren lopen.

Tijdens de onderhandelingen was er een vergadering over de westelijke ontsluiting. Daarin zette Dillian Hos, zonder zelf eerst een uitspraak te doen, het CDA voor het blok om te horen of die partij bereid was steun aan deze weg op te geven. Dat zette kwaad bloed bij het CDA. Die partij had geen zin om GroenLinks uit de brand te helpen. Gevolg was dat GroenLinks niets anders kon doen (althans dat was de overtuiging) dan de VVD als coalitiepartner te kiezen en haar principiële, afwijzende houding ten opzichte van de westelijke ontsluiting op te geven. Tijdens het vervolg van de onderhandelingen vreesde GroenLinks dat er dubbelspel gespeeld werd en dat zij kon worden ingeruild voor het CDA. De rol van D66 is daarbij ook interessant. Deze partij had geen duidelijke voorkeur voor CDA of VVD. Zij heeft bewust die keuze bij GroenLinks gelaten.

In feite had er makkelijk een college zonder de VVD kunnen komen, maar dat is, door met name GroenLinks, onvoldoende uitgespeeld. Daarmee lag en ligt de druk van deze coalitie volledig op de schouders van die partij zelf. In het coalitieakkoord hebben de vier partijen (VVD, D66, GroenLinks, CU) zich nauw aan elkaar verbonden. 

Tot elkaar veroordeeld

Juist door de manier waarop het college tot stand is gekomen, zijn de vier partijen tot elkaar veroordeeld. Het gevolg is dat bij gevoelige kwesties de partijen steeds opnieuw in de achterkamertjes bij elkaar zitten om vooraf compromissen te sluiten. Dat is in de debatten te merken. Het collegevoorstel wordt in zulke gevallen per definitie door alle vier partijen gesteund. Voor de fracties is er weinig ruimte om met eigen geluid te komen. Een fractielid van een coalitiepartij heeft één keer, zonder vooroverleg, een dualistisch standpunt ingenomen, waar nota bene brede steun voor kwam. Vervolgens is het raadslid de volgende dag op het matje geroepen bij de betrokken wethouder. Het dualistische standpunt bleek in een vervolgdiscussie verdwenen als sneeuw voor de zon. 

Bij D66 verliet Noëlle Sanders de fractie om zelfstandig in de raad plaats te nemen. De verhouding in zetels veranderde daardoor, maar zonder consequenties voor de samenstelling van het college. D66 heeft vooralsnog redelijk veilige portefeuilles en de druk op de coalitie ligt vanaf het begin direct bij de portefeuille van de wethouder verkeer, Hans Buijtelaar (VVD), en de portefeuille ruimtelijke ordening en duurzaamheid van wethouder Astrid Janssen (GroenLinks). Collegepartij CU blijft, ondanks de belangrijke portefeuille wonen van wethouder Menno Tigelaar, meestal buiten schot. 

DSC04911.jpg

GroenLinks maakte een draai met Bovenduist, het deel van Vathorst waar ook vuilstort Smink is gevestigd,

De eerste proef kwam binnen een jaar, over woningbouw in Bovenduist. GroenLinks en D66 waren daar op voorhand geen voorstander van. In mei 2019 leidde dat tot een harde botsing tussen VVD en GroenLinks. Maar ook hier werd een draai gemaakt, in april 2020 verklaarde GroenLinks, zonder enige aanleiding, alsnog volmondig voor woningbouw in Bovenduist te zijn. Kortom, de flexibiliteit van GroenLinks hield de samenwerking in stand. Dat gaf de VVD de ruimte om op de portefeuille duurzaamheid kritisch te blijven, zoals door in augustus 2020 schriftelijke vragen te stellen over het draagvlak voor het warmtenet in Schothorst-Zuid. 

Openstaande rekening 

Maar de VVD bleef niet buiten schot. Het dossier westelijke ontsluiting werd maar niet gesloten. Steeds meer informatie kwam boven water, onder meer via een WOB-procedure van Siem Eikelenboom van De Stadsbron. Hieruit bleek dat de wethouder de raad onvoldoende zorgvuldig had geïnformeerd en informatie had achtergehouden. Hans Buijtelaar overleefde het debat hierover nog wel, maar zelfs de coalitiepartij CU zei bij een stemverklaring over een motie van wantrouwen, dat die 'nog niet' werd gesteund. Daarmee werden de coalitieverhoudingen verder onder druk gezet.

De aanbesteding van de westelijke ontsluiting mislukte en in debatten daarover bleken D66, GroenLinks en CU behoorlijk kritisch. Dat leidde uiteindelijk op 30 april 2021 tot het aftreden van de wethouder. Dat was geen vrijwillige keus. De spanning in de coalitie was in die tijd behoorlijk opgelopen. Op de website van D66 staat: 'Dat de informatievoorziening niet altijd volledig is geweest in het project Westelijke Ontsluiting is helder. De onjuistheid daarvan heb ik (fractievoorzitter Tyas Bijholt) meermaals zowel in debatten als interne gesprekken aangegeven.'

En: 'Waarom ik (in afstemming met de fractie) nu begrip en waardering voel voor het terugtreden van de wethouder, en eerder een motie van afkeuring voldoende vond, is, omdat het onvolledig informeren van de raad incidenteel wellicht te beargumenteren is, maar niet als dat vaker of zelfs te vaak gebeurt.' 

Duidelijk is te lezen dat het onjuist informeren meermalen in de coalitie is besproken. Ook GroenLinks gaf op de eigen website, begin april 2021, aan dat er geen gemeentelijk geld bij de westelijke ontsluiting mag komen, maar bleef wat vager over het vraagstuk van vertrouwen in de wethouder. In de debatten reageerde GroenLinks wel behoorlijk geïrriteerd op de wethouder, toen zelfs tijdens die vergadering bleek, dat de wethouder niet de juiste informatie gaf over de houding van de provincie ten opzichte van het dossier westelijke ontsluiting.

Dat er spanningen waren, erkende ook Hans Buijtelaar in een brief aan de raad over zijn aftreden: 'De aanbesteding kent een forse tegenslag en heeft geleid tot frictie in de coalitieverhoudingen' en 'Het vergt wel de politieke wil en het vermogen om de teleurstelling over de ontstane situatie om te zetten in de bereidheid om naar oplossingen te kijken. Ik hoop dat mijn vertrek die bereidheid mogelijk maakt.' 

Mijn conclusie is dat coalitie op springen stond en de VVD de wethouder heeft opgeofferd om de coalitie te redden. Over het algemeen leidt een dergelijke situatie tot een openstaande politieke rekening naar de andere partijen. Het is waarneembaar dat er in de afgelopen maanden meer spanning aanwezig is. De discussie over het nieuwe stadhuis is daar een voorbeeld van. Alleen D66 staat volmondig achter de eigen wethouder en andere coalitiepartijen houden nadrukkelijk het kruit droog. De vervolgdiscussie daarover moet in het licht van de coalitieverhoudingen worden bekeken. 

Oppositie voeren is moeilijk 

De oppositiepartijen klagen steen en been en stelden de achterkamertjespolitiek van de coalitiepartijen regelmatig aan de orde. Ik heb al betoogd dat de coalitiepartijen tot elkaar veroordeeld zijn. De oppositiepartijen kunnen daardoor inderdaad geen deuk in een pakje boter slaan. Maar dat is deels ook aan hen zelf te wijten. Ze werken niet vaak samen en zoeken niet naar de gaatjes in de coalitieverhoudingen. Je hoeft slechts één collegepartij aan je zijde te hebben om een meerderheid te krijgen. 

Het CDA is juist regelmatig aan de zijde van de coalitie te vinden. Logisch, want die partij wil ruimte houden om in te vallen als de coalitie breekt en wil de positie ná de verkiezingen ook veilig stellen. De PvdA doet, met twee zetels, deels hetzelfde. DENK volgt de landelijke lijn en kijkt hoe eigen onderwerpen binnen te halen zijn, vaak met enig succes. Dan blijft alleen de harde lijn van de SP, lijst Molenkamp en de iets mildere toon van Amersfoort2014 over. De BPA wordt, door de wijze van politiek bedrijven, niet echt serieus genomen en dat zal nu alleen maar toenemen. 

Als de oppositiepartijen vaker samenwerken, dan is er wellicht meer resultaat te behalen. Opvallend is wel dat bij de allerlaatste begrotingsbehandeling bijna de hele oppositie tegen stemde en dat alleen het CDA de begroting nog steunde, maar wel met heel veel tegenzin. 

Verkiezingen op komst 

Op 16 maart 2022 zijn de gemeenteraadsverkiezingen. De debatten in de raad zullen harder worden, de profileringsdrang zal de kop op steken. De coalitie zal proberen voor de verkiezingen besluitvorming over onderwerpen er alsnog door te drukken. De oppositie zal hiertegen steeds luider worden. De onderwerpen voor de campagnes worden al zichtbaar: de westelijke ontsluiting, het nieuwe stadhuis, de sloopperikelen van de wijk Jericho, nieuwbouwplannen in Liendert, de uitbreiding van het vergunning parkeren voor grote delen van de stad en de mogelijke versmalling en vergroening van de Stadsring. 

Genoeg stof de komende maanden voor Politiek Belicht.

bijsluiter

Peter de Langen was twaalf jaar raadslid in Amersfoort voor D66 en achttien jaar voorzitter van de SGLA, een koepelorganisatie van Amersfoortse bewonersorganisaties. Hij is geen lid meer van een politieke partij.

(maak u bekend met uw volledige naam)

opmerkingen

Steun de Stadsbron!

U steunt ons met een gift via IDeal al met een bedrag vanaf 2 euro per artikel.

Draag bij!