Amersfoortse particulieren en bedrijven verzamelen kunst. Een verborgen schatkamer, waarvan de StadsGalerij een kier open zet met een expositie eind dit jaar in het Rietveldpaviljoen. In de aanloop publiceert de Stadsbron interviews met connaisseurs. Wat drijft hen? In de derde aflevering Michel en Greet Schoonderbeek. Een gesprek over de verwantschap tussen kunst en ondernemen.
In de gang van het Amersfoortse hoofdkantoor van ‘beleggend ontwikkelaar’ Schipper Bosch hangt een fraai grafisch vormgegeven tekst op afficheformaat, een variatie op een beroemd lied van Ramses Shaffy:
,,Als ik kunst koop’’, vertelt Michel Schoonderbeek tijdens het passeren, ,,is dat vaak omdat ik iets wil markeren. Dat kan van alles zijn. De afronding van een project. Of de periode dat we in Afrika actief waren. Ik heb vrij veel Afrikaanse kunst. Mijn eerste kunstwerk kocht ik ter gelegenheid van moederdag. Altijd lastig, moederdag. Wat moet je nu weer als cadeau verzinnen. Ik zei tegen Bart, Floris en Marieke, die toen nog heel klein waren: kom we gaan voor mama iets uitzoeken bij een galerie. Dat vonden ze machtig interessant natuurlijk. Inmiddels zijn ze alledrie al weer jaren geleden afgestudeerd aan kunstacademies. Het gekochte schilderij van de Belg Jan Cobbert is ze altijd zeer dierbaar gebleven.’’
Aangekomen in de vergaderruimte van de architectonische schepping van Ben van Berkel valt direct een foto aan de wand op. Een atleet staat fraai uitgelicht in de starthouding, maar is geketend. Een verwijzing naar het uitstel van de Olympische spelen. ,,Vermeld de naam van de fotograaf maar niet,’’ vervolgt Schoonderbeek, ,,Toen ik hem tegen het lijf liep, maakte hij me enthousiast met zijn verhaal. Nu voel ik twijfels. Is het niet vooral een marketingverhaal? Nee, geen miskoop. Twijfelgevallen zijn interessant. De mooiste discussies met onze kinderen hebben we naar aanleiding van twijfelgevallen. Het is zo leerzaam hoe die jonge mensen tegen dingen aankijken. Negen van de tien keer hebben ze gelijk. Zakelijk deed ik er mijn voordeel mee. De Prodent Fabriek zou ik nooit hebben aangekocht als mijn kinderen er geen toekomst in hadden gezien.’’
Wegebben
,,Kunst brengt verschillen in karakters aan de oppervlakte’’, vervolgt Greet Schoonderbeek, partner van Michel en moeder van Bart, Floris en Marieke. Zij is aangeschoven bij dit gesprek over het belang van kunst(verzamelen). ,,Michel kan als een blok vallen voor een werk. Een emotie, die ook weer even snel bij hem kan wegebben. Ik ben veel minder bevattelijk. Maar als ik geraakt word, dan is het ook blijvend. Dan houd ik ook echt van een beeld, schilderij of keramiek. Ik ben gek op werk van Couzijn van Leeuwen. Speciaal voor mij, en in samenspraak, maakte hij een ‘hug’ (knuffel) in de vorm van een schildpad. Een leuke, aardige vent die ook nog eens heerlijk thee kon zetten. Helaas overleed hij in 2019.’’
Michel: ,,Voor mij was Pieter Kooistra belangrijk. Die man heeft me leren kijken. Niet alleen naar kunst, ook naar het zaken doen. Je krijgt een mooie wereld als geld niet langer de drijfveer is. Het gaat om bewustwording. Om groei. Kooistra was de eerste pleitbezorger van het basisinkomen. Zag hij goed, neem je veel ellende mee weg. Kooistra wilde het liefst ruilen. Bij wijze van spreken tot zijn kunstgebit aan toe. Ik had nog nogal wat te ruilen voor zijn kunst, helaas ging hij dood. Niet lang daarvoor bood hij aan om een week met de kinderen bij hem te komen schilderen. Hij woonde prachtig bij het pontje van Varik. Niet gedaan. Als ik een lijstje zou maken van dingen waar ik spijt van heb, staat dit er zeker op. Pieter was voor mij een echte kunstenaar. Lange tijd hing zijn kijk op Icarus op mijn werkkamer. Stond ik voor een lastige zakelijk beslissing, dan keek ik naar deze engel met zijn wassen vleugels. En wist ik het weer: niet te hoog willen vliegen, Michel.’’
Ingekapseld
Om en nabij de periode dat hij Kooistra leerde kennen, maakte Michel zich los van het door zijn overgrootvader begonnen Amersfoortse aannemersbedrijf Schoonderbeek. ,,Ik zat daar niet op mijn plek, voelde me ingekapseld. Mijn eerste daad van vrijheid was een opdracht voor een eigen bedrijfsruimte aan een beginnende architect met zeer uitgesproken ideeën. Slechts één man had ik toen in dienst. Een daad van grote overmoed, maar ik ben niet te hoog gevlogen. Ik ben er trots op dat ik de eerste opdrachtgever was van Ben van Berkel, nu internationaal befaamd met onder meer de Erasmusbrug in Rotterdam.’’
De dagelijkse leiding over Schipper Bosch droeg hij in 2008 over aan zijn zoon Bart. ,,Heel ongebruikelijk om een CEO aan te stellen met een kunstachtergrond. Voor zo’n functie hoor je volgens de heersende opvattingen bedrijfseconomie te hebben gestudeerd. Bedrijfseconomen denken in cijfers. Ook belangrijk, maar daar zijn uitstekende mensen voor in te huren. Wil je innovatief zijn, wil je niet in een periode van vijf, tien of zelfs honderd jaar denken dan draait het om creativiteit en durf. Elon Musk van Tesla is niet alleen ’s werelds meest succesvolle ondernemer. Hij is voor mij ook een geniale kunstenaar. Als een Audi eindelijk volgt met elektrisch rijden, zit Musk met zijn hoofd al lang en breed bij het vliegen naar de maan. Bart doet het supergoed bij ons. Hij is creatief en durft zijn gevoel te volgen. Zo kochten we onlangs het al jaren leegstaande Fläktgebouw op industrieterrein Isselt. Echt nog geen idee wat we moeten met dit kolossale cilinderkantoor. Toch raakten we er na lang nadenken van overtuigd dat het op de langere termijn een juiste investering zal blijken.’’
Curator
Gevoel is ook leidend bij de kunstaankopen. ,,Greet en ik zijn geen kunstkenners. Zoals we ook geen wijnkenners zijn. We zijn liefhebbers. We bezoeken exposities om ons te laten inspireren en te laten verrassen. Met verzamelen zijn we niet bezig. Ooit heb ik wel eens een poging gedaan tot het opbouwen van een weloverwogen collectie. Het ging goed met het bedrijf, en ik dacht: weet je wat, laat ik eens een echte kenner vragen of hij binnen een bepaald budget keramiek voor ons aankoopt. Deze curator selecteerde twee werken. Hartstikke duur. Ze stonden een tijdje en het raakte totaal niet. Ik heb hem opgebeld: ‘Joh, hier moeten we mee stoppen. Ik ben geen verzamelaar en ik wil het ook niet worden’. We bezitten wel een aantal grote namen, zoals een Panamarenko. Maar dan heb je het ook over iemand. Een Panamarenko zou ik wil wel willen zijn. Leuker dan het op veilig spelen met grote namen is het je laten verrassen door nog onbekend of beginnend talent. Worden we geraakt, dan beknibbelen we niet. Als je in de positie bent om talent en kwaliteit een zetje in de rug te geven, dan doe je dat ook. Het sponsorbeleid van Schipper Bosch is daar altijd op gericht geweest. Als het om naamsbekendheid gaat, is het zakelijk gezien veel verstandiger om je bord bij een voetbalclub te zetten. Maar voetbalclubs redden het zonder ons ook wel. Dus we deden tien jaar lang festival Etcetera en nu Holland Opera.’’
Greet en Michel Schoonderbeek. Foto Ron Jagers
Rietveldpaviljoen
Schipper Bosch werd groot in Amersfoort met complexe industriële projecten als de Nieuwe Stad, Dara en garage Nefkens. Recent werden behalve de Fläkttoren ook het voormalig militair hospitaal aan de Hogeweg en het Zusterhuis aan de Zuidsingel aangekocht. Tegenwoordig ligt het accent van de activiteiten meer op Arnhem en Rotterdam. ,,Die steden vinden we nu spannender. Als het om gebouwen gaat, denken we wel als collectioneurs. Niet meer van hetzelfde. Wat zeker ook meespeelt: de stad raakt verambtelijkt. Als we bij De Nieuwe Stad ons aan alle regels hadden gehouden, dan was nooit dezelfde kwaliteit gerealiseerd. Je moet wat ruimte kunnen afdwingen voor het kleuren buiten de lijntjes. In Amersfoort wordt dat steeds lastiger. In Apeldoorn, waar we ook panden hebben aangekocht, kan veel meer. Het gaat mij wel aan het hart hoor en ik ben zeker nog niet klaar met Amersfoort. Zo heb ik serieus overwogen om het Rietveldpaviljoen te kopen. Je weet van te voren dat er altijd geld bij zal moeten, maar zo’n belangrijk gebouw voor de stad is me dat wel waard. Toen ik dat aan Bart vertelde, zei hij: ‘Oké, maar laat je eerst extern interviewen of je het echt wel wilt’. Na dat gesprek moest ik concluderen dat ik het niet moest doen. De voorwaarden waren al te belemmerend. Of het nu om de renovatie of het gebruik gaat, je krijgt met zoveel beperkingen en regels te maken dat het plezier er al snel vanaf gaat.’’
Bij het bestuur van een stad domineert al te vaak het korte termijn denken. Er zijn meer huizen nodig, dat moet snel, en over tien jaar zien we wel weer. Maar het gaat niet om vandaag, het gaat ook niet om morgen, het gaat zelfs niet om ons. Het gaat er om of je een goede voorvader wil zijn voor het kind dat je nog niet kent. De stedenbouwers van vroeger dachten wel visionair. Aan hen danken we onze mooie binnensteden. ‘’
Belangrijkste kunstwerk
Michel en Greet Schoonderbeek omarmen het Verborgen Schatkamer-initiatief van Ron Jagers. Omdat Amersfoort geen museum kent dat werk van hedendaagse Amersfoortse kunstenaars collectioneert, en omdat de stad sowieso relatief weinig kunst bezit, laat Jagers in het Rietveldpaviljoen eind dit jaar een expositie samenstellen uit collecties van Amersfoortse particulieren en bedrijven. Als inspiratiebron dient het Stadtmuseum Dresden. Werk uit eigen stad wordt daar dusdanig met werk van elders gecombineerd dat zowel bezoeker als maker het als verrassend en inspirerend ervaren. ,,Stellen we onze kunst graag voor beschikbaar. Het wordt nog wel een hele uitzoekerij. Want eerlijk gezegd heb ik geen goed beeld meer van wat we aan kunst hebben aangekocht, en waar het allemaal hangt en staat. Het is verspreid over onze gebouwen,’’ zegt Michel.
Het belangrijkste kunstwerk voor de Schoonderbeeks is op dit moment hun buitenverblijf aan de Eem in Eemnes. Twintig jaar aan voorbereiding ging er aan vooraf. Uitgangspunt voor het Huis op 't Raboes waren de principes van de benedictijner monnik en architect Hans van der Laan (1904 - 1991). De recensent van de Volkskrant beschreef de ‘verborgen parel' als ‘een huis waarin je leeft met de elementen en tegelijkertijd daartegen wordt beschermd, dankzij een dikke betonnen vacht.’ En ook: ‘een oefening in duurzame ontwikkeling.’ De met vijf sterren beoordeelde creatie kwam tot stand in nauwe samenspraak met het Rotterdamse architectenbureau De Kort Van Schaik.
Greet: ,,Dit huis heeft geen kunst meer nodig. Het is zelf kunst. Het uitzicht, de ruimte en het licht bieden alles wat je aan schoonheid en contemplatie maar kunt wensen. Als je hier schilderijen aan de muren hangt, zou het alleen maar storen en afleiden. Ik ben ontzettend gaan houden van lege plekken. Lucht en ruimte kan enorm opluchten.’’
Michel: ,,Dat is nog wel een strijdje tussen ons. Inderdaad is weinig mooier dan uitzicht op de Eem, op het groen, op de zwanen. En hoog betonnen muren moet je inderdaad onbedekt laten. Maar de luiken voor de ramen? We hebben er tien. Die zou je prachtig kunnen laten beschilderen.’’
Greet: ,,Voor Michiel is niets ooit af. Hij heeft zoveel energie.’’
Michel: ,,Ik ben meer geïnteresseerd in wat achter een boom verborgen gaat, dan wat voor een boom valt te zien. Ik zal mezelf nooit een kunstenaar noemen, maar dit is wel wat ik bij veel kunstenaars herken. De drang om verder te willen kijken, om te onderzoeken wat er nog meer mogelijk is.’’