HET AMERSFOORTSE PAKHUIS DE SPIJKER: TOEKOMST EN GESCHIEDENIS
Ontwikkelaar
Schipper Bosch heeft onlangs een plan voorgelegd voor een nieuw gebouw op de plaats van het voormalige Spijkertje aan de Grote Koppel. Getuige
een reclamebord aan de kade wilde Schipper Bosch eerder de plaats verhuren dan wel verkopen. Omdat dit blijkbaar niet lukte, gaat de
ontwikkelaar het na ruim tien jaar wachten kennelijk zelf maar aanpakken. Het
jongste plan is inmiddels gepubliceerd op de website van Schipper Bosch https://schipperbosch.nl/t-spijkertje. Op 10 maart werd het ontwerp van het Griekse (!) bureau Point Supreme, getoond tijdens
een inloopochtend in Merlot. Daarna is
het op 12 maart besproken in de Gemeentelijke Commissie Ruimtelijke kwaliteit (CRK).
Ontwerp van het nieuwe Spijkertje aan de Grote Koppel.
Opdrachtgever Schipper Bosch, ontwerp van het Griekse bureau Point Supreme
Een eerder ontwerp uit circa 2005 van
architect Micha de Haas in opdracht van de toenmalige eigenaar Krijco.(Foto
facebook Micha de Haas)
De website van
Schipper Bosch opende met de nodige ambitie: ’t Spijkertje, een bijzondere plek verdient
een bijzonder gebouw. Maar niet iedereen ging met die ambities mee. De toekomstige
buren hebben inmiddels een actiegroep “Spijkertje nee” opgericht. De commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK) van
de gemeente onder leiding van stadsarchitect Loes Oudendoelen, zette bij de bespreking enige vraagtekens
bij het ontwerp. Het plan zou te fragmentarisch zijn. Wat hiermee bedoeld wordt is niet helemaal duidelijk. En dan was er Tom de Wit, adviseur van de Stichting Vrienden van de
Eemhaven, die als toehoorder de bijeenkomst van de commissie
had bijgewoond. Hij rapporteerde: “Er is geen sprake van echte herbouw van ‘t Spijkertje, maar ook niet van een
overtuigend nieuw element aan de kade.” Ten slotte liet ook de gemeenteraad van zich horen. Zodra zij de plannen hadden vernomen, diende de Burgerpartij een motie in om te voorkomen dat er nog een horecabedrijf aan de Eem zou komen. De motie werd vooralsnog door een meerderheid van de raad als “te
voorbarig” terzijde geschoven.
Het zal
dus nog wel een tijdje gaan duren voordat we er in Amersfoort uit zijn met
het nieuwe Spijkertje. Tijd genoeg om eerst maar eens wat aandacht te besteden
aan de geschiedenis van het pakhuis dat
hier ooit stond. Want wat was ook alweer het Spijkertje.
PAKHUIS DE SPIJKER AAN DE GROTE KOPPEL
1637-2005
‘De Spijker’ aan de Grote Koppel heeft in de
loop der eeuwen niet altijd dezelfde naam gehad. Als er daarom hierna in dit artikel gesproken
wordt over ’t Spijkertje, dan bedoelen we daarmee tevens het voormalige pakhuis
‘De Spijker’. Auteur Henk van der Lee spreekt in zijn boek over de industrie Het Kwartier is om over: ‘Het Spijker’.
In Amersfoort ging
het in ieder geval over een ‘coornspijker’, een stevig gebouw, waarin het aangevoerde
graan veilig, hoog en droog kon worden opgeslagen. Spijkers zijn niet uniek. In
Amersfoort zijn er in het verleden nog wel meer spijkers geweest. Maar als wij in onze tijd het hebben over ‘de Spijker’, dan wordt daarmee toch wel dat pakhuis bedoeld,
dat eeuwenlang aan de Grote Koppel heeft gestaan, een pakhuis dat het inderdaad
toch wel heel lang uitgehouden heeft. Een taai gebouw? Dat zal nog blijken. Toegegeven
moet worden, dat niet alleen de vormgeving maar ook de functie en deels ook de
aanduiding in de loop der eeuwen een
paar keer is gewijzigd. Niettemin staat pakhuis
De Spijker toch vooral onder de naam
‘Spijkertje’ in ons Amersfoortse collectieve geheugen gegrift. Die naam
is historisch gezien toch niet helemaal juist. Enkele gegevens die verwerkt zijn in dit
artikel, zijn ontleend aan de aanzienlijke verzameling transportakten en notariële
akten die in het bezit zijn van het archief Eemland. De omschrijving ‘Spijkertje’ ben ik daarin nooit
tegengekomen. Het is een goede reden om nu aan te nemen dat het oude pakhuis aan
de kade door de jaren heen toch echt wel altijd bekend heeft gestaan als ‘de Spijker’,
soms schreef men ‘Spyker’ of ‘Spieker’ , terwijl de aanduiding ‘t Spijkertje’ toch
vooral in de volksmond en dan nog met name alleen in de twintigste eeuw is
gebezigd. De laatste variant van deze historische Spijker is onlangs in 2005 gesloopt. (Over het waarom, en hoe het met
die sloop is gegaan, volgt te zijner tijd nog een tweede artikel.) Op dit moment rest ons van ’t Spijkertje een ietwat verhoogd
braakliggend, met rustieke keitjes
geplaveid perceel aan de Grote Koppel, zo ongeveer tegenover het Eemplein,
maar dan toch ook weer ietsje verder weg, richting Kwekersbrug. Volgens het bestemmingsplan – kan daar straks gewoon weer een nieuw gebouw
neergezet worden.
Zoals Matthias Withoos het zag in de jaren
1665-1671
In De
Koppelpoort – hart van de Amersfoortse stadsverdediging , een uitgave uit
2004, onder redactie van Sandra Hovens en Max Cramer, wordt vanzelfsprekend ook even aandacht
besteed aan het gebouw: “Sinds
de bouw van de [Koppel]poort waren alle handelsactiviteiten geconcentreerd aan
de rechter Eemoever, aan wat de Grote Koppel heet. Hier lagen de huizen en
pakhuizen zoals de gemeentelijke graanopslagplaats ‘de Spijker’, die door
middel van een landpoort direct vanuit de stad bereikt kon worden.” Een
duidelijke omschrijving. Het kan toch
eigenlijk niet anders of hiermee wordt toch wel dezelfde Spijker bedoeld zoals schilder
Matthias Withoos deze heeft afgebeeld op zijn schilderij Gezicht op
Amersfoort (1671). Zie maar eens de
betreffende afbeelding. Een gebouw aan het water. Aan de rechterzijde een flinke aanbouw. Het linker gedeelte heeft
een onderdoorgang. Daar zit een sluisje.
Bouwen op los
zand?
Al snuffelende in de aantekeningen van notaris Abraham
van Bemmel, Amersfoorts eerste
Stadshistoricus (1703-1785) kwam ik
erachter, dat zo rond 1630 aan de Eem, uitgerekend op de latere plaats van de
Spijker eerst een Kopermolen heeft gestaan. Ondernemer Gerard Thiens/Thins (we kunnen aannemen dat hij de Mr. Gerard Thiens is die
destijds lid was van de Amersfoortse Magistraat) kreeg in 1626 toestemming van Watergraaf en
Heemraden om een kanaaltje aan te leggen, een afwatering dus, om daarmee de wetering ter plaatse te openen teneinde
daar een Kopermolen te kunnen bouwen. Een jaar nadat Thiens de molen in bedrijf had
gebracht waren er al problemen vanwege
de toenemende verzanding van de Eem. Thiens wordt dan door het Waterschap
verweten dat hij het zand bij de molen niet laat weggraven. Een en ander zal
waarschijnlijk de reden zijn waarom Thiens al in 1637 de inmiddels 'vervallen' Kopermolen aan de Amersfoortse graanhandelaar Thijmen Henricksz verkoopt. Thijmen
Hendricksz Roos importeerde graan uit Rusland. Geen kleine jongen dus. Hij dreef handel in geheel Holland
en Utrecht. Hij handelde in boekweit en
leverde mout aan de Amersfoortse bierbrouwerijen. Volgens onderstaande
tekst van Abraham van Bemmel kreeg Roos toestemming om in plaats van de vervallen Kopermolen
een nieuw gebouw neer te zetten, maar dan wel onder de voorwaarde het sluisje 'ten
allen tijde' vrij te houden..
1 mei 1637, Regeerders van Amersfoort: Thijman
Henricksz zal mogen hebben, ter stadwaart aan, een plaatse om te mogen
betimmeren, van 25 voeten lang, op de breedte van het getimmer van den molen,
in plaats van 24 voeten bij Gerrit Thins gehad. Daartegenover
werd bepaald, dat de openinge met het
gront- en paalwerck aldaer, voor dezen bij den voornoemden Thins gemaakt ende
noch in wezen zijnde, altijd zal moet blijven, ende niet beleth, beschadicht
ofte becommert mogen worden, omme ten alle tijden, bij de voorseyde Regeerders,
tot een waterlosinge, ofte sluyse off overval, gebruyckt te mogen worden.
Aangezien het schilderij van Withoos geschilderd
is in 1671, lijkt het aannemelijk dat de afbeelding van de Spijker op dat
schilderij een getrouwe weergave is van het gebouw dat Thijman Henricksz Roos
circa 1637 aan de Veerkay op de Grote Koppel heeft gebouwd. Foto: museum Flehite
150 jaar later wordt er in transportakten gesproken over de Oude en de
Nieuwe Spijker. Toen waren deze gebouwen eigendom van de tabakshandelaar
Benjamin Cohen. Zou het gebouw toen gebruikt zijn om tabak te drogen? Nog eens een halve eeuw later is de (koopmans)familie Poort de eigenaar. Men spreekt dan over de Spijker en de
Achterspijker. Verder onderzoek maakte
ook duidelijk dat er indertijd nog wel eens wat gesleuteld moet zijn aan het
gebouw. Soms stortte er iets in, dan weer moest er een gedeelte opnieuw worden aangebouwd.
Kommer en kwel
In augustus
1896 is een deel van de voorlaatste variant van
pakhuis ‘de Spijker’ waarschijnlijk al weer ingestort. Willem Croockewit, voorzitter van Flehite meldt in het
jaarverslag 1896 dat het oude pakhuis ‘de
Spijker’ dat in latere jaren de Voor-Spijker was genaamd ter onderscheiding
van het daartegen aan de noordzijde
gebouwde pakhuis, de Achter-spijker,
onder mokerslagen is gevallen. Hij
schrijft: “Hoewel er niet veel
architectonisch schoon aan was, maakte
dit oude gebouw een schilderachtige indruk,
zoowel door zijne ligging en de schoone
warme roode ontlastingsboogjes boven
de ramen, die deden vermoeden dat het gebouw dateert uit het einde 16e of het begin der 17e
eeuw. De gevelsteen waarop is afgebeeld eene staande oesterschelp, die ruggelings met een Spijker (toespeling
op den naam) aan de wand zit vastgenageld, werd aan ons Museum geschonken. “
Pakhuis De Spijker aan de Grote Koppel, opname circa
1890, liggende op de toenmalige grens van de gemeente Hoogland en
Amersfoort. Duidelijk is het onderscheid
te zien tussen het 17e eeuwse voorste gedeelte (rechts) en het achterdeel
(links) dat van recentere datum was, mogelijk uit de 18e of vroege 19e eeuw. In
1896 verdween het voorste deel en werd dit vervangen door het gebouw dat later
in 2005 is gesloopt. Het achterste deel is in 1935 (de zolder) en in 1974 (de
begane grond) gesloopt. Fotograaf J.M. Boom. Foto: Archief Eemland.
In 1890 krijgt Van Haselen
& Boom, Graan- en Meelhandel toestemming om een gedeelte van het pakhuis ‘De Spijker’ af te breken en volgens tekening een graanpakhuis
te bouwen.Van der Lee meldt, dat in de twintigste eeuw meerdere ondernemers
gebruik hebben gemaakt van Het Spijker, waaronder Gerrit van Nieuwenhuizen (1934) die het
nodig had voor de opslag van graan t.b.v. van de olie- en
veevoederfabriek aan de overkant. Al in 1935 krijgt de toenmalige eigenaar, de Geldersche Credietvereniging toestemming om het pakhuis af te
breken met uitzondering dan van het nieuwere voorgedeelte.
Uit 1974
dateert een aankooprapport van de gemeente Amersfoort. De oppervlakte betreft
dan 397 vierkante meter, Op de begane grond zijn de muren ongeveer 40 cm. dik.
Het geheel verkeert dan in een matige staat van onderhoud. De kademuur langs het onbebouwde deel van de
grond (waarop vroeger eveneens een gebouw heeft gestaan’) is voor het grootste gedeelte ingestort. De gemeente koopt het pakhuis, maar verkoopt het
na de reparatie van de kade kennelijk zo gauw mogelijk weer door. De nieuwe eigenaar
dient vervolgens een verzoek tot restauratie in. In de rubriek 'Stad in beweging' schrijft de Amersfoortse
Courant op 14 mei 1980 bij een foto die genomen is vanaf de brug bij de Brabantsestraat:
Verderop aan
de linkerkant (achter de schepen) de voorraadschuur De Spijker in ouwe
doen. Dit merkwaardige gebouw,
pal aan het water is gelukkig voor
ondergang gespaard gebleven. Kortgeleden begon men met herstelwerkzaamheden. De
vergelijkende foto anno mei 1980 legt vast dat De Spijker rondom in de steigers staat en op weg is naar
een nuttige bestemming. Daarachter torent de vroegere borenfabriek.
Die restauratie is mogelijk bekostigd door
Amersfoorter Alex van Keulen die in 1983 een vergunning aanvroeg voor het inrichten van een café ter plaatse. De
gemeente had geen bezwaar, de provincie wel. In 1991 geeft de Amersfoortse Courant de toenmalige mening van het
hoofd Monumentenzorg van de gemeente weer: Weinig panden zetten passanten zo op een dwaalspoor als
’t Spijkertje. Amersfoorts meest markante gebouw, statig gelegen aan het traag voorbijstromende water van
de Eem, oogt als een heus monument. [..] Een alledaagse steensoort,een
weinig bijzondere uitstraling, in elk geval géén monument, [..]
Het roept herinneringen
op, maar ’t is niet origineel. Maar wel een fantastische ligging. En juist daarom overlegt
eigenaar Lex van Keulen met belangstellenden die het gebouw willen exploiteren.
Vervolgens schrijft de krant in oktober 1992: Amersfoort wil de
verzameling oude panden Grote Koppel 3 t/m 14 en het Pakhuis ’t spijkertje behouden, en
waar nodig verbeteren. Het is namelijk het gezicht van de oude Eemhaven. In 1998 werd de
firma Krijco eigenaar. De krant schrijft dan: Dat Krijco eigenaar is geworden van ’t Spijkertje
langs de Eem wil de speelautomatenhandel wel bevestigen, maar wat Krijco er gaat doen,
dat kon directeur C. van Amstel nog niet zeggen. Het wachten is, zegt zij, op de
definitieve plannen voor het oude havengebied. Daarop wil Krijco met het pand - dat op de Monumentenlijst staat – inspelen. Voorlopig gebeurt er helemaal niets. Het kan nog wel twee jaar
duren voordat de bestemming bekend is, aldus Van
Amstel. Ondertussen was het gebouw wel aangewezen door de gemeente
als object dat onder de Wet voorkeursrecht gemeenten valt.
De nieuwe eeuw
brak aan met grootse plannen voor de vernieuwing van de Eemhaven en de bouw van
het Gildekwartier. In een fraaie folder van Heijmans werden de nieuwe woningen
aangeprezen, met daarop prominent een afbeelding van het Spijkertje in het
zicht van de Koppelpoort. Op de website van Heijmans werd gepubliceerd: Wandelend vanuit de historische stad
over het Grote Spui‚ onder de beeldbepalende Koppelpoort door is het een
verrassende aanblik langs de rivier de Eem. Aan de kade van de Eem vinden we
enkele fraai gerestaureerde woningen en pakhuizen van omstreeks 1900. Bij het
industrieel monument ‘Het Spijkertje’‚ genieten mensen op het terras van hun
lunch in de zachte middagzon. Met de kennis van nu toch
wel een navrante tekst. Meer daarover de volgende keer.