'In stilte staan wij hier'. 75 jaar herdenken bij Oud-Leusden

door Ronald Polak
19 augustus 2020om 22:41u

Inleiding

Al 75 jaar zijn de woorden ‘herdenken en vieren’ onlosmakelijk verbonden met 4 en 5 mei. In 1946 zoeken organisatoren van plechtigheden in het gehele land nog naar passende vormen om invulling te geven aan verdriet en blijdschap. Een jaar later staat het stramien van de dodenherdenking vast. Alle burgemeesters ontvangen in 1947 richtlijnen van de regering. Het is soberheid troef: stille tocht, vlaggen halfstok, klokgelui, twee minuten stilte, en vooral geen vlag of vaandel en ook geen toespraken! Bevrijdingsdag zal pas veel later een vaste vorm krijgen. Het feest wordt tientallen jaren van plaats tot plaats verschillend gevierd. Landelijk wordt men het niet eens of het een vrije dag verdient. Pas eind jaren tachtig trekt de regering de 5 mei viering naar zich toe. Nog weer later zorgen bevrijdingsfestivals in alle provincies voor een meer herkenbaar karakter met aandacht voor jongeren.

De eerste herdenking

‘Vieren’ betekende dus een zoektocht. Dit in tegenstelling tot ‘herdenken’, dat vanaf het begin overal in het land een in grote lijnen zelfde ritueel kende, ook in Oud-Leusden. Een journalist beschrijft hoe op zaterdagavond 3 mei 1947 een stoet vanuit de Amersfoortse binnenstad naar de begraafplaats Rusthof trekt. Voorop het Amersfoortse gemeentebestuur en de Russische gezant Valkov, gevolgd door de illegaliteit en familieleden van slachtoffers en daarna duizenden personen. Allen horen op deze lenteavond het klokgelui uit de toren en daarna twee minuten lang als groot contrast alleen maar het gekwetter van de vogels. De burgemeester, de gezant en de garnizoenscommandant leggen een krans, het Amersfoorts Mannenkoor zingt, muziekvereniging Wilskracht speelt het Wilhelmus. Als afsluiting leggen alle aanwezigen onder treurmuziek bloemen op de oorlogsgraven van Nederlanders, Engelsen en Russen.

15384.tjp - kopie.jpg

Deelnemers aan de eerste Stille Tocht naar begraafplaats Rusthof. De foto is genomen ter hoogte van Restaurant Oud-Leusden. (Fotograaf onbekend, Archief Eemland foto 15384)

Verandering

Wie bovenstaande beschrijving leest en de herdenking in Oud-Leusden uit eigen ervaring kent, komt veel bekende dingen tegen, maar merkt tegelijk ook verschillen op. Tegenwoordig legt de Russische ambassadeur op 9 mei, de dag waarop in zijn land de ‘Dag van de Overwinning’ wordt gevierd, bloemen op het Ereveld. Nog steeds organiseert Amersfoort de jaarlijkse herdenking, maar nu samen met de gemeente Leusden. Vandaag de dag vertrekt de Stille Tocht vanaf het Nationaal Monument Kamp Amersfoort en lopen de deelnemers via het monument ‘de Stenen Man’ naar Rusthof. In de eerste jaren vertrok men vanaf de Lange Beekstraat bij het Amersfoortse Julianaplein. De route ging toen via de Leusderweg naar Oud-Leusden. “Veel stadgenoten hadden zich op de trottoirs opgesteld, waar zij eerbiedig stilstaand de brede colonne gadesloegen” noteert de plaatselijk journalist in 1947. Op de gemeentegrens bij Hotel Oud-Leusden sluiten B&W van Leusden zich in 1949 voor het eerst aan bij de stoet.

Hoe zit het precies met de dodenherdenking bij Oud Leusden? Daarover gaat dit artikel. Wie nam het initiatief tot de Stille Tocht en wat zorgde voor veranderingen? Sinds wanneer houden de Russen hun eigen herdenking? Het zal blijken dat de Koude Oorlog een grote invloed op de herdenking had.

De eerste naoorlogse herdenking

Na de bevrijding werd er nog lang gefeest, maar in de winter van 1946 gaat men nadenken over de manier waarop in mei herdacht zal worden. Bevrijdingsdag valt dat jaar op een zondag. De regering geeft gehoor aan het verzoek van protestantse kerkgenootschappen om de zondagsrust te respecteren. Lokale festiviteiten moeten plaatshebben op de voorafgaande zaterdag, maar dan wel alleen ’s middags. De viering van de vrijheid mag niet ten koste gaan van te veel werkuren, want het is nodig ‘het tempo van de nationale krachtinspanning onder de huidige omstandigheden zo weinig mogelijk te onderbreken.’ In Amersfoort valt het besluit de dodenherdenking naar vrijdagavond 3 mei te verplaatsen. De organisatoren vinden het niet passend om twee minuten stilte in acht te nemen op de zaterdagmiddag van de bevrijdingsfeesten. Het jaar daarop komt de regering met richtlijnen: in 1947 zal de dodenherdenking op zaterdagavond 3 mei plaatsvinden. Vanaf dat jaar valt in ons land - anders dan in veel ons omringende landen - het herdenken van slachtoffers niet samen met het vieren van het eind van de oorlog.

Hoe herdenkt en viert Leusden in het eerste naoorlogse jaar? Mochten er al officiële festiviteiten hebben plaatsgevonden, dan is daarover niets in archieven terecht gekomen. Wel is uit mondelinge overlevering bekend dat in mei 1946 een vrijheidslinde werd geplant bij het politiebureau op de hoek van de Arnhemseweg en de Maanweg. In Hamersveld kwam ook een boom bij de RK-jongensschool, nu De Til. Maar los daarvan had men zo kort na de oorlog nog geen passende invulling voor 4 en 5 mei gevonden. In Amersfoort was men ook nog zoekende naar de juiste manier van herdenken. Volgens de eerste plannen zouden schoolkinderen in Amersfoort op zaterdagmiddag 4 mei bloemen leggen op verschillende begraafplaatsen. Dat kon niet doorgaan omdat de regering de voorkeur gaf aan een herdenking op de voorafgaande avond. Op vrijdagavond kwart voor acht luidden de klokken in de stad en een kwartier later begon de ‘Herdenking der gevallenen’ op het Onze Lieve Vrouwe Kerkhof, voorafgegaan door twee minuten stilte. Omdat in Leusden in 1946 geen officiële dodenherdenking werd georganiseerd, moesten inwoners, die samen met anderen wilden herdenken naar Amersfoort. Dat gold ook voor hen die op maandag 6 mei wilden feesten.

De inbreng van de Sovjet-Unie 1947-1958

De in 1946 ingestelde landelijke commissie voor de herdenking 1940-1945 richt zich niet alleen op omgekomen Nederlandse militairen en zeelieden. Voor de bevrijding van Nederland zijn veel geallieerde militairen gesneuveld; ook die komen in beeld. Daarom wordt aan de ‘ambassades van bevriende naties’ gevraagd waar de herdenking van hun militairen het best kan worden gehouden. Hoewel de betrekkingen met de Sovjet-Unie kort na de oorlog al slechter worden, stelt de commissie deze vraag ook aan de Russische vertegenwoordiger in ons land. Ambassadeur Vasili Valkov wijst op de Amersfoortse begraafplaats Rusthof. Daar, op het grondgebied van gemeente Leusden, rusten op dat moment ruim honderd Sovjet-Russische soldaten, 15 Georgiërs die in Beverwijk waren geëxecuteerd en 101 Oezbeken. Zij waren door de Duitsers krijgsgevangen gemaakt en als levend propagandamateriaal meer dood dan levend naar Nederland getransporteerd. Van hen stierven 24 in Kamp Amersfoort. De overige 77 werden op 9 april 1942 in de vroege ochtend bij Koedriest, vlak bij het kamp, gefusilleerd.

De herdenking bij Oud-Leusden krijgt vorm

Zonder dit advies zou er vast ook een plechtigheid bij Oud-Leusden zijn ontstaan, maar nu is de Russische inbreng vanaf het begin groot. Totdat in 1959 de vorm van de herdenking wezenlijk zal veranderen speelt de Sovjetambassadeur een grote rol, alleen in het jaar 1957 moet hij thuisblijven. De reden van zijn absentie in dat jaar komt nog aan de orde.

Twaalf jaar lang zullen duizenden Amersfoorters voor de dodenherdenking over de lange Leusderweg lopen op weg naar Rusthof. Onderweg horen zij de klokken van de Amersfoortse kerken luiden en daarna die van Oud-Leusden. Op Rusthof klinkt gewijde orgelmuziek tot de indrukwekkende twee minuten stilte begint. Een koor zingt passende liederen. De ene keer zorgt een militaire kapel voor begeleiding, een andere keer is het trompetterkorps van het garnizoen present. In deze periode worden geen toespraken gehouden. De aanwezige autoriteiten, waaronder -naast de ambassadeur- de burgemeester en de garnizoenscommandant van Amersfoort, leggen kransen bij de halfstok hangende vlaggen van de bevriende naties bij de ingang van Rusthof. De aanwezigen zingen twee coupletten van het Wilhelmus. Daarna volgt het defilé van autoriteiten en publiek langs de oorlogsgraven waar bloemen worden gelegd. De 116 Sovjet-Russische graven liggen eerst nog op de begraafplaats. In het najaar van 1948 is het Sovjet Ereveld gereed. Tijdens de volgende dodenherdenking leggen burgemeester en ambassadeur voor de eerste keer ook daar een krans. Inmiddels zijn ook bijna 700 Russen bijgezet die in eerste instantie in Margraten in Limburg waren begraven.

PICT0008 kopie - kopie.JPG

De entree van het Sovjet Ereveld kort na de officiële opening in 1948. (Foto Evert Jansen, Collectie HKL)

Wat gebeurde er in Leusden?

Het gemeentebestuur van Leusden neemt in 1949 voor het eerst deel aan de herdenking in Oud-Leusden. In 1947 had burgemeester M.J.E Kwint aan de twee Oranjeverenigingen in zijn gemeenten, Leusden en Stoutenburg, een vraag voorgelegd. Willen zij samen een herdenkingsplechtigheid organiseren? Het jaar daarop ontvangen beide organisaties een uitnodiging voor een bespreking. Ook het Feestcomité Achterveld en de lokale geestelijke leiders, de pastoors Van Wee en Van de Hurk en ds. Hofstede, ontvangen een invitatie. Er is niets van zo’n plaatselijke herdenking terecht gekomen. De gemeentelijke dossiers zwijgen er tenminste over en in de papieren van de Oranjevereniging Leusden valt er evenmin iets over te lezen. De reden ligt voor de hand. Wat betreft naoorlogse feestelijkheden is namelijk bekend dat diverse buurtcomités in het westelijk deel van Leusden helemaal niet wilden samenwerken voor één grote activiteit. Burgemeester M.J.E. Kwint was daar absoluut niet gelukkig mee. Hij drong diverse keren aan op een gemeenschappelijk feest voor alle inwoners met een rol voor de Oranjevereniging, maar daar kwam het tot zijn ongenoegen niet van. Afgezien van een gebrek aan verbondenheid tussen de verschillende dorpen en buurtschappen in Leusden werkte ook de uitgestrektheid van de gemeente niet mee. Volgens buurtvereniging Waterloo lag Hamersveld eenvoudig te ver weg.

Asschat: herdenking op 27 april

In 1946 was er nog geen officiële ceremonie bij het monument in de keerkade bij Asschat. Daar organiseert de Oranjevereniging Leusden pas sinds 1985 de jaarlijkse 4 mei-herdenking. Tot dat jaar vond in Asschat enkel een intieme plechtigheid plaats en dan op 27 april. In 1946 kwamen familieleden en buurtgenoten daar om vier uur ’s middags voor de eerste keer bij elkaar. Zij herdachten de vier slachtoffers van de Duitse terreur en willekeur, precies een jaar daarvoor. Over de achtergrond van de herdenking bij Asschat gaat een artikel in het Programmaboekje van de Oranjevereniging Leusden voor 2020.

Twee burgemeesters met hun ambtsketen

Net als elke andere gemeente publiceert Leusden in 1947 het programma voor de nationale herdenkingsavond. De burgemeester roept de bevolking op deel te nemen aan de Stille Tocht, die vertrekt vanaf de Lange Beekstraat in Amersfoort. De oproep geldt ook de inwoners van Stoutenburg. Beide gemeenten hebben dezelfde burgemeester Kwint. In 1949 ontvangt deze een uitnodiging van het comité dat de herdenking organiseert, de Amersfoortse Gemeenschap. Wil hij met een deputatie uit Leusden meedoen met de plechtigheid op 4 mei? De burgemeester gaat in op het verzoek. Op de gemeentegrens bij Hotel Oud-Leusden sluit hij zich aan bij de officiële vertegenwoordiging van Amersfoort. Dit is de achtergrond van het ongebruikelijke beeld dat ieder jaar te zien was: twee burgemeesters aan het hoofd van een stoet, beide met hun ambtsketen om. De begraafplaats ligt op Leusdens grondgebied, maar de gemeente Amersfoort was in het begin organisator van de tocht en bovendien de eigenaar van Rusthof.

Burgemeester Kwint is die eerste keer vergezeld van vier vertegenwoordigers van de Leusdense illegaliteit, de heren K.F.H. Brouwer, K.J. van Ginkel, D. Obbes en R. Roest. Drie van hen worden toegelicht in het recente ‘Ondergronds in de Tweede Wereldoorlog’ van José Huurdeman. Obbes was commandant van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten in Leusden geweest. Na enkele jaren zal J. de Rijke de plaats van gemeenteambtenaar Brouwer innemen. De meeste Leusdenaren gaan niet eerst naar de Lange Beekstraat in Amersfoort, maar sluiten zich net als de burgemeester bij Oud-Leusden aan, maar dan wel achter in de stoet. In volgende jaren vertrekt burgemeester Kwint in het gezelschap van de overige autoriteiten vanaf de Lange Beekstraat in Amersfoort en loopt hij de hele Stille Tocht mee.

In de vroege jaren vijftig telt de Stille Tocht gemiddeld 10.000 deelnemers. Dit aantal staat in correspondentie van de Leusdense groepscommandant met zijn hoogste Rijkpolitie-chef. De Gemeentepolitie van Amersfoort begeleidt de stoet over de Leusderweg tot Laan 1914, maar bij de gemeentegrens met Leusden moet de Rijkspolitie van Leusden deze taak overnemen. De commandant heeft absoluut onvoldoende personeel beschikbaar gezien dit grote aantal deelnemers.

De Stenen Man

In de jaren vijftig denkt de Amersfoortse Gemeenschap na over een kleine aanpassing in het draaiboek van de herdenking. Weinig mensen merken er eerst nog iets van, maar het wordt een eerste aanzet tot een grote verandering die het jaar 1959 zal brengen, zeker achterafgezien. Wat is het geval?

Na de oorlog kreeg het terrein van Kamp Amersfoort alweer snel een militaire bestemming. In 1939 was daar aan de Appelweg ook al een mobilisatiekamp ingericht. Oud-gevangenen wilden echter de herinnering aan de jaren 1941-1945 levend houden en spraken zich uit voor een monument op deze plaats. Naarmate meer bekend werd welke gruwelijke executies zich ook op de schietbaan hadden afgespeeld vond hun stem gehoor. Beeldhouwer Frits Sieger ontving de opdracht een beeld te vervaardigen, het werd ‘de Stenen Man’. Na jaren politiek gesteggel - maker en beeld zouden communistisch geïnspireerd zijn – onthulde minister-president dr. W. Drees het monument op 14 mei 1953. Vanaf dat moment herinnert bij de entree van de schietbaan een gedenksteen in plechtstatige woorden aan degenen die “hier werden omgebracht en met hun bloed de grond hebben geheiligd.” Het overige terrein van het voormalige PDA Amersfoort blijft dan overigens nog jaren in gebruik bij defensie.

Twee jaar later stelt de Amersfoortse Gemeenschap voor om de slachtoffers van het voormalige doorvoerkamp op de fusilladeplaats te herdenken. In 1955 bezoekt een kleine afvaardiging voorafgaand aan de Stille Tocht het nieuwe monument. De burgemeester van Amersfoort legt een krans en daarbij wordt de aanwezigheid van zijn collega uit Leusden op prijs gesteld. De plechtigheid is om 18.15 uur, zodat er voldoende tijd overblijft om deel te nemen aan het programma met de inmiddels traditionele Stille Tocht vanaf de Lange Beekstraat.

PICT0048 kopie - kopie.JPG

Het monument de Stenen Man kort na de onthulling in 1953.
(Foto Evert Jansen, Collectie HKL)

Groeiende bezwaren tegen de Russische aanwezigheid

De Verenigde Staten en de Sovjet-Unie hadden samen tegen Hitler-Duitsland gestreden, maar al in 1945 ontstaan er spanningen tussen beide grootmachten. Zo krijgen zij onenigheid over de toekomst van het verslagen Duitsland. In juni 1948 blokkeren de Russen de toegang tot West-Berlijn, waarop de Amerikanen de bevolking bijna een jaar lang door de lucht van voedsel voorzien. Dit is de tijd van de Koude Oorlog. In de jaren vijftig nemen de tegenstellingen tussen Oost en West nog verder toe. De aanwezigheid van de Russische ambassadeur en zijn delegatie roept bij veel deelnemers van de dodenherdenking bezwaar op. Daarom doen de organisatoren in 1951 aan de ambassadeur de suggestie dat hij voortaan niet meer naar Amersfoort zal komen. “Telkenjare hebben wij Uwe Excellentie uitgenodigd deze plechtigheid mee te maken. Dit jaar ontvingen wij echter via het Nederlandse Oorlogsgravencomité het verzoek zo min mogelijk buitenlandse vertegenwoordigers bij plaatselijke plechtigheden uit te nodigen, omdat er landelijk een herdenking wordt georganiseerd.” Het zou Amersfoort een hoop gedoe bespaard hebben als de ambassadeur naar dit advies geluisterd had, maar de brief bood ook een mogelijkheid om Oud-Leusden te blijven bezoeken. Het vervolg luidde namelijk: “Mocht u het echter op prijs stellen wederom aan de herdenking in Amersfoort deel te nemen, dan zullen wij dit gaarne van u vernemen, waarna wij de nodige maatregelen kunnen treffen. De juiste gegevens over tijden van vertrek, ed., zullen wij u dan ook doen toekomen.”  De ambassadeur bleek te willen vasthouden aan de bestaande praktijk. In 1951 wordt de Russische delegatie gewoontegetrouw even voor zevenen weer op het Amersfoortse stadhuis aan de Westsingel ontvangen.

De opstand in Boedapest

In oktober 1956 sloeg de Sovjet-Unie met veel geweld een opstand in Hongarije neer. Veel Nederlanders leefden mee met de vrijheidslievende Hongaren en de gebeurtenissen in Boedapest gaven hier enorm veel beroering. De voormalige illegaliteit vond de aanwezigheid van de Russen bij de Stille Tocht naar Rusthof onacceptabel. De oud-verzetsstrijders lieten de Amersfoortse Gemeenschap weten niet meer te zullen komen als afgevaardigden uit de Sovjet-Unie en haar bondgenoten uitgenodigd worden. Voordat het bestuur van de Amersfoortse Gemeenschap haar houding bepaalt wil het weten wat het standpunt van het stedelijke College van B&W is. En hoe denkt ‘Den Haag’ hierover? Uiteindelijk wordt de ambassadeur in 1957 niet uitgenodigd voor de Amersfoortse herdenking. De plechtigheid voor de delegaties uit het Oostblok wordt verschoven naar de middag van 4 mei.

Onenigheid binnen de Amersfoortse Gemeenschap

Het onderwerp groeit de Amersfoortse Gemeenschap duidelijk boven het hoofd. B&W moeten maar beslissen wat er in 1958 te doen staat: “Mocht uw college geen beletsel zien voor het weer uitnodigen van de Russische vertegenwoordiging c.s. voor de avondherdenking, dan zouden wij u willen voorstellen de uitnodigingen hiervoor rechtstreeks vanuit het stadhuis naar de betrokkenen te verzenden. Wij voorkomen hiermee verdere discussie over dit punt in de kring van onze stichting, terwijl het ons daarnaast organisatorisch juister lijkt dat de ontvangende instantie ook de uitnodiging verzorgt.” De leden van de Amersfoortse Gemeenschap dachten kennelijk verschillend over de aanwezigheid van diplomaten uit de Sovjet-Unie en haar bondgenoten. Betekende deze situatie ook het einde van de Amersfoortse Gemeenschap? In ieder geval wordt er weinig meer van dit gezelschap vernomen na 1958.

B&W nemen de organisatie over

Het College van B&W van Amersfoort besluit uiteindelijk de Russen gewoon uit te nodigen voor de dodenherdenking en met hen de delegaties van de andere communistische landen. Amersfoort valt dus terug op de periode 1947-1956. Dit zal geen eenvoudige beslissing zijn geweest. De gemeente heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken nog geraadpleegd, maar helaas is deze correspondentie niet meer te vinden in Archief Eemland. Op zaterdag 3 mei 1958 is de Russische ambassadeur voor het laatst aanwezig bij de herdenking in de avonduren. Het jaar daarop begint de periode waarin de Sovjet-Unie haar eigen plechtigheid organiseert waarbij ook de ambassadeurs van de ‘socialistische broedervolken’ aanwezig zijn. Deze plechtigheid wordt eerst nog ’s middags gehouden, maar dat verandert snel. In 1962 komen de ambassadeurs en de beide burgemeesters op 4 mei in de ochtend naar Rusthof voor een ceremonie en kranslegging op het Russische Ereveld. De ambassadeurs leggen aansluitend ook kransen bij de vlaggenmasten van Rusthof. Wanneer inwoners van Amersfoort en Leusden tijdens de Stille Tocht ’s avonds op Rusthof arriveren, zien ze daar dus de kransen die eerder op die dag al zijn gelegd namens de Sovjet-Unie en Bulgarije, Hongarije, Roemenië en de DDR.

De herdenking bij Oud-Leusden van 1959 tot 1989

Eind 1958 overlegt de Amersfoortse Gemeenschap met de burgemeester over de toekomt van de herdenking. Aanleiding was een verzoek van het gewest Utrecht van het Veteranen Legioen Nederland. De oud-strijders willen de dodenherdenking het karakter te geven van een nationale herdenkingsdag, ook gericht op degenen die voor en na de Tweede Wereldoorlog waren omgekomen. Op dat verzoek moet een antwoord komen, maar er zal ongetwijfeld ook zijn gesproken over de perikelen met de Russen tijdens de recente herdenkingen. B&W willen er niet van weten andere slachtoffers te herdenken dan degenen die tussen 1940 en 1945 zijn gevallen. Het college geeft wel gehoor aan de vraag naar een andere invulling. De plechtigheid zou te zeer veruiterlijkt zijn en men wil recht doen aan de landelijke richtlijn voor de herdenking, d.w.z. “zo spontaan en eenvoudig mogelijk, waarbij elk uiterlijk vertoon achterwege wordt gelaten en rang noch stand gelden.” Na gesprekken met de Stichting 1940-1945 en met input van personen uit het voormalig verzet zullen de organisatoren voortaan meer aandacht geven aan het monument ‘de Stenen Man’ in het vroegere Doorgangskamp Amersfoort.

Via de ‘Stenen Man’ naar Rusthof

Daarom krijgt de Stille Tocht in 1959 een nieuwe route. Voortaan vertrekt men niet meer vanuit de stad. Het verzamelpunt wordt de hoek van Laan 1914 en de Appelweg, de tegenwoordige Loes van Overeemlaan. Het stuk snelweg naar de Stichtse Rotonde is dan nog niet aangelegd. De tocht voert én over de schietbaan én langs de graven op Rusthof. Vanaf de Appelweg lopen de deelnemers eerst naar ‘de Stenen Man’. Iedereen kan daar voortaan bloemen leggen wat als winst wordt beschouwd. Burgemeester H. Molendijk legt namens de gemeente Amersfoort een krans. Bij het beeld van Siegers keert iedereen om, op weg naar de begraafplaats Rusthof. Op Laan 1914 zijn de klokken van de toren van Oud-Leusden al te horen. Op de begraafplaats blijven de traditionele kransleggingen nu achterwege, net als de muzikale omlijsting en het zingen van het volkslied. Om acht uur is iedereen twee minuten helemáál stil. Een defilé met bloemen langs de graven van Nederlandse, Britse en andere geallieerde soldaten vormt de afsluiting van de ceremonie. Een enkeling gaat ook nog naar het Russische Ereveld. Dat is trouwens helemaal ommuurd en alleen toegankelijk via het voorplein van Rusthof. Pas rond 1995 komt er een opening in de zijmuur, dicht bij de Britse en andere geallieerde graven. De fysieke en symbolische scheiding tussen de bondgenoten van de Tweede Wereldoorlog wordt dan pas weer kleiner.

PICT0031 kopie - kopie.JPG

De geallieerde oorlogsgraven op Rusthof.
(Foto Evert Jansen, Collectie HKL)

Een breuk in de traditie

In de nieuwe, sobere, opzet van 1959 is geen plaats meer voor de ambassadeur van een al dan niet bevriende natie en al helemaal niet voor de vele protocollaire plichtplegingen die gepaard gaan met het bezoek van zo’n autoriteit. Dit zal de organisatoren heel goed zijn uitgekomen. De aanwezigheid van autoriteiten uit de Sovjet-Unie was problematisch geworden. Een nieuwe route met een ander programma levert een goed excuus op om de naam van de ambassadeur op de lijst van prominente aanwezigen te schrappen. Ook al staat het nergens met zoveel woorden op papier, dit was waarschijnlijk ook het diepste motief achter het besluit de herdenking vanaf 1959 anders in te richten. Tot ver na 1990, het einde van de Koude Oorlog, zal de vormgeving van de ceremonie niet meer veranderen, met één uitzondering. In 1985 wordt de Stille Tocht eenmalig in omgekeerde volgorde gelopen. Men vertrekt op Rusthof en de twee minuten stilte worden dat jaar gehouden op het voorterrein van Politieschool de Boskamp, op het terrein van voormalige Kamp Amersfoort.

Veertig jaar Bevrijding

Deze andere route heeft te maken met de bijzondere aandacht overal in Nederland voor de veertigste herdenking van de bevrijding. Ook de herdenking bij Oud-Leusden wordt grootser opgezet dan daarvoor. De gemeenten Amersfoort en Leusden hebben samen gezorgd voor de restauratie van een provisorisch herinneringsgebouwtje uit 1971 en de originele wandschildering uit Kamp Amersfoort daarbinnen. Na afloop van de Stille Tocht gaat de deur voor de eerste keer open voor het publiek. De dag erna, zondag 5 mei, kan iedereen ook nog naar binnen. In dit veertigste herdenkingsjaar worden voor het eerst scholieren bij de herdenking betrokken. Op zaterdagmiddag leggen leerlingen van de Montessorischool ’t Ronde een krans bij het door hen geadopteerde monument ‘de Stenen Man’. Burgemeester mr. J.W.M. Rademaker – oud-gevangene van Kamp Amersfoort - reikt het adoptiedocument aan de school uit. Ex-politieke gevangenen bieden die middag een maquette aan van Kamp Amersfoort.

Voor burgemeester Rademaker was het een drukke dag. Om zeven uur werd hij alweer verwacht voor de Stille Tocht en de aansluitende officiële heropening van het gerestaureerde museumgebouwtje. In de ochtenduren was hij samen met zijn Amersfoortse collega A. Schreuder gastheer geweest voor Commissaris van de Koningin mr. P. van Dijke en voor de ambassadeurs van de Sovjet-Unie en de Oostbloklanden. Al deze hoogwaardigheidsbekleders legden kransen bij de vlaggenmasten op het voorterrein van Rusthof en bij het monument op het Russische Ereveld. Daarna vertrok het gezelschap naar het monument Koedriest, de plek waar 77 militairen van het Rode Leger in april 1942 waren geëxecuteerd en tijdelijk begraven. Na opnieuw een kranslegging bezochten allen tenslotte de nabijgelegen schietbaan met het monument ‘de Stenen Man’. De ochtend werd afgesloten in Hotel Den Treek. De Roemeense ambassadeur had bericht van verhindering gestuurd. In die tijd boterde het al niet meer tussen de Roemeense leider Ceaușescu en het rode hoofdkwartier in Moskou.

De Sovjet herdenking 1959-1989

Het kwam al ter sprake dat de Russische ambassadeur in 1958 voor de laatste keer de avondherdenking bijwoonde. In 1959 bezocht hij Oud-Leusden in de middag. In april 1960 legt de gemeente Amersfoort aan ambassadeur P. Pomarenko een vraag voor. Wil hij bij de komende 4 mei herdenking, net als het voorafgaande jaar, met een delegatie naar de stad komen? Dit “ter kranslegging op de begraafplaatsen van de Sovjet en Nederlandse burgers, die in de strijd tegen de duits-fascistische indringers gevallen zijn?” De Sovjetdiplomaat zal de woordkeus in deze brief uit Amersfoort wel gewaardeerd hebben. Die sloot prima aan bij het jargon dat Moskou in deze tijd hanteerde als het over de Tweede Wereldoorlog ging. Mocht de heer Pomarenko de uitnodiging accepteren, dan wil Amersfoort vooraf nog wel de secretaris van de ambassade en de militaire attache op het stadhuis ontvangen ‘ter bespreking van de vragen die ermee in verband staan’.

Beide Russische functionarissen kwamen op bezoek. Het gesprek ging vast niet alleen over het tijdstip van de kranslegging of over de consumpties in Hotel Den Treek na afloop van de ceremonie. Er waren wel belangrijker thema’s. In deze spannende periode van de Koude Oorlog (de Berlijnse Muur in 1961!) werd de bewegingsvrijheid van communistische diplomaten in ons land beperkt. De Nederlandse autoriteiten wilden precies weten wie zich waar bevond en op welk tijdstip. Daarom moest alles van tevoren goed worden vastgelegd. Vliegbasis Soesterberg en de Tankwerkplaats op de Leusderheide lagen immers dicht bij Leusden. En aan de Hamersveldseweg in Leusden bevond zich een geheime afluisterpost van de NAVO in het zogenaamde Defensiegebouwtje.

Koedriest

Drie jaar lang vindt de Russische herdenking plaats op de middag van 4 mei. De ambassadeur arriveert met zijn gevolg om drie uur op het Amersfoortse stadhuis. De burgemeester van Leusden is daar dan ook al aanwezig. Het gezelschap vertrekt aansluitend naar Koedriest. Op deze plek aan de Appelweg - iets voorbij de schietbaan van het concentratiekamp - herinnert eerst alleen nog maar een eenvoudig gedenkteken aan de gruwelijke gebeurtenis uit 1942. Het tegenwoordige monument in sovjet-patriottische stijl wordt door de Russische Tijdelijk Zaakgelastigde mr. A Martynov onthuld op 4 mei 1962. Na de ceremonie bij Koedriest gaat men naar Rusthof, waar kransen in de standaards bij de vlaggen van de bondgenoten worden geplaatst. Op de Russische begraafplaats volgt een soortgelijke plechtigheid.

PICT0011 kopie - kopie.JPG

Het monument bij Koedriest.
(Foto Evert Jansen, Collectie HKL)

Ochtendherdenking op 4 mei

In 1962 vond de herdenking voor het eerst in de ochtend van 4 mei plaats. Raakten de burgemeesters in de voorgaande jaren in tijdnood doordat de ceremonie in de middaguren plaatsvond? Ze moesten immers om 19.00 uur alweer op de Appelweg zijn. Uit de volgende jaren zijn weinig documenten bewaard gebleven omtrent de ochtendherdenking met de Russen, maar tien jaar later blijkt het verloop van de ceremonie in grote lijnen ongewijzigd. Burgemeester mr. M. Troostwijk van Amersfoort nodigt de Russische ambassadeur uit om op 4 mei 1972 om 10.15 aanwezig te zijn. Het programma voorziet in kransleggingen op Rusthof bij de vlaggenmasten op het voorplein, bij het monument op het Sovjet Ereveld en tenslotte ook nog bij Koedriest. In een protocol is per locatie stikt vastgelegd in welke volgorde de aanwezige autoriteiten kransen zullen leggen. De ochtend wordt nog steeds afgesloten met een flinke borrel in Hotel Den Treek. Voor de organisatoren bleek het altijd weer een verassing hoeveel ambassadepersoneel de herdenking zou bijwonen. Deze informatie lezen we als detail in een brief uit 1974 die burgemeester Troostwijk schrijft aan de minister van Buitenlandse Zaken, zijn partijgenoot Max van der Stoel.

Advies van Buitenlandse Zaken …

Wanneer Troostwijk in 1971 burgemeester van Amersfoort wordt krijgt hij natuurlijk te maken met een bestaande traditie. Kennelijk vindt hij de situatie rond de herdenking ongemakkelijk en heeft hij behoefte aan wat feedback. Wat wil het geval? In 1974 nodigt Troostwijk mede namens zijn Leusdense ambtgenoot mr. A.H. van der Post voor het eerst niet alleen de Russische ambassadeur uit, maar ook de vertegenwoordigers van de satellietstaten van de Sovjet-Unie. Die Oost-Europese diplomaten waren al jaren aanwezig geweest, maar dan steeds op uitnodiging van hun Russische collega. De Russische ambassadeur had nu bij Troostwijk aangedrongen op een officiële uitnodiging namens de gemeenten Amersfoort en Leusden. Aan dat verzoek had Troostwijk gehoor gegeven en na een telefonische interventie door de Russische ambassade had hij ook een invitatie gestuurd aan Bulgarije en de DDR.

De aanwezigheid van de DDR lag in de jaren zeventig gevoelig en dat zal mogelijk de reden zijn geweest om aan Van der Stoel te schrijven. De minister laat in een amice-briefje weten geen bezwaar te hebben tegen de gang van zaken, mits duidelijk blijft dat de vlaggen van Bulgarije en de DDR alleen maar de aanwezigheid van diplomaten uit deze landen tot uitdrukking brengen. De minister wil voorkomen dat ook maar iemand zou kunnen denken dat Nederland de DDR erkent.

… en de BVD

Tot aan het einde van de Koude Oorlog in 1989 komen de ambassadeurs van de Sovjet-Unie en bondgenoten in de ochtend van 4 mei naar de gedenkplaatsen in Leusden. Dat geeft ieder jaar weer veel administratief gedoe. De Sovjetdelegatie moet bij Buitenlandse Zaken toestemming vragen naar Leusden af te reizen, waarop het ministerie de geheime dienst inschakelt, dat is in die tijd de Binnenlandse Veiligheidsdienst. De BVD geeft aan de burgemeester van Leusden de opdracht te controleren dat de Russen niet afwijken van de voorgeschreven route. De gemeente krijgt daartoe documenten aangereikt met daarop de kentekens van de auto’s van het corps diplomatique, plus een opsomming van de inzittenden. Zo is klip en klaar welke personen de reis mogen maken, via welke route en in welke auto’s. Niettemin gebeurde het in de jaren zeventig dat een stel Russen ‘verdwaalden’ en werden teruggevonden op de Leusderheide in de omgeving van de Tankwerkplaats. Burgemeester Van der Post liet hen daar aanhouden en verwijderen.

73Russischebegraafplaats00 - kopie.jpg

Herdenking op het Sovjet Ereveld in de ochtend van 4 mei 1970.
(Foto Janus Visser/BDU Media)

Taferelen van de Koude Oorlog

Tijdens de Russische bezetting van Afghanistan in de jaren tachtig bereikte de relatie met de Sovjet-Unie een dieptepunt. Op bevel van Buitenlandse Zaken mochten de burgemeesters van Amersfoort en Leusden niet meer aanwezig zijn bij de herdenking. Om beurten nam een loco-secretaris van een van beide gemeenten de honneurs waar. Volgens een ooggetuige wendden de Russen en de andere vertegenwoordigers uit het Oostblok de ogen af wanneer zij op Rusthof langs de Nederlandse en Britse oorlogsgraven liepen. In die tijd woedde de Koude Oorlog in volle hevigheid op Rusthof. En ook daarboven trouwens! Juist tijdens de herdenking vlogen Amerikaanse straaljagers van vliegbasis Soesterberg met donderend geraas over Rusthof, hoewel er een afspraak was gemaakt dat de F16’s op dat moment echt aan de grond zouden blijven.

De Russische ambassadeur en zijn vazallen

De aankomst van de Russische ambassadeur op Rusthof was een plechtigheid op zich. Hij werd opgewacht door de al aanwezige ambassadeurs uit het Oostblok en wanneer hij dan uit zo’n hele dikke Zim-limousine (in latere tijden vervangen door een zo mogelijk nog dikkere Mercedes) oprees, schreden de ambassadeurs schroomvallig naar hem toe, bogen het hoofd en drukten hem plechtig de hand. In de jaren tachtig zag men op het voorplein ook de vlag van de Socialistische Republiek Cuba wapperen. Dit land behoorde toch niet direct tot onze bevrijders, maar was wel een trouw Sovjetbondgenoot. Volgens een ooggetuige zaten er onder de opeenvolgende Russische ambassadeurs vreselijke horken. De ergste was een kettingroker, die ook tijdens de kranslegging door bleef roken en het zelfs presteerde een sigaret uit zijn mond te laten bungelen wanneer hij zelf aan de beurt was om een krans te leggen.

In de jaren tachtig woonden behalve beroepsdiplomaten ook grote delegaties burgers van Warschaupact-landen de Russische herdenking bij. De DDR was er met een groep kinderen in het uniform van de jeugdorganisatie FDJ. Hun aanwezigheid en de groet met gebalde vuist van deze jongeren deed menig aanwezige oudere Nederlander denken aan de Hitlerjugend. Tenslotte waren er voor de herdenking ook vrienden gekomen van heel ver weg en van dichtbij: een delegatie van de SAP-ML (een voorloper van de Socialistische Partij) en een Cubaanse delegatie groetten enthousiast mee met de FDJ.

De herdenking op 9 mei

De eigen Russische herdenking op het Ereveld in Oud-Leusden vindt tegenwoordig op 9 mei plaats. Gedurende tientallen jaren organiseerden de Russen hun herdenking op de dag van de Nederlandse dodenherdenking, 4 mei. Alle draaiboeken en andere bewaard gebleven documenten spreken hierover duidelijke taal. Toch zeggen betrokkenen 35 jaar na dato vrij stellig dat de herdenking al in de zeventiger en tachtiger jaren plaatsvond op 9 mei. Dat was toen in de Sovjet-Unie en is tegenwoordig in Rusland de dag waarop het einde van de Grote Vaderlandse Oorlog tegen Duitsland gevierd wordt. Hoe zit het nu precies met de datum van de Russische herdenking? Remco Reiding schrijft in Kind van een ereveld dat de Russen hun eigen herdenking verplaatsten naar Overwinningsdag, omdat ze in 1957 niet meer welkom waren bij de Amersfoortse dodenherdenking. We weten inmiddels dat de Russen in 1958 weer gewoon bij de dodenherdenking in de avond van 4 mei betrokken waren. Daarna werd de herdenking op het Russische Ereveld en de andere locaties van Oud Leusden verplaatst naar de middag en al spoedig naar de ochtend van 4 mei. Het beeld moet dus worden bijgesteld. De Russen bleven samen met hun bondgenoten hun doden bij Oud-Leusden tot 1992 op 4 mei herdenken. Pas het jaar daarna vond de ceremonie plaats op Overwinningsdag, 9 mei.

Een tijdlang is er nog een tweede Russische dodenherdenking geweest op 23 februari, de ‘Dag van de Verdedigers van het Vaderland’. Dan kwam de Russische militaire attaché met een klein gezelschap een krans leggen bij het monument Lof aan de Helden op het Russisch Ereveld. In het archief van het gemeentebestuur van Leusden is hierover alleen een vermelding uit 1963 en 1964 aangetroffen, maar ook in de jaren tachtig vond deze herdenking volgens de overlevering plaats.

1979buza kopie - kopie.jpeg

Het ministerie van Buitenlandse Zaken geeft toestemming aan Russische diplomaten om te reizen naar de dodenherdenking in Leusden op 4 mei 1979.
(Archief Eemland, 0632 Gemeentebestuur Leusden, inv. 517)

De sfeer verandert

Tegen het einde van de jaren tachtig werd de Oost-West verhouding meer ontspannen. Dit had invloed op de sfeer van de herdenking in Oud-Leusden, zeker na de val van de Muur eind 1989. Steeds meer deelnemers liepen na de route over Rusthof nog even over het Russische Ereveld, zeker toen hen dat rond 1995 door een tweede toegang gemakkelijker werd gemaakt.

Een gebeurtenis tijdens de herdenking op 4 mei 1989 maakte veel indruk. Tijdens de twee minuten stilte klonk opeens het aanzwellende geluid van startende vliegtuigmotoren. Normaal gesproken zou dat tot ergernis leiden, maar deze avond was daar geen sprake van. Het geluid werd veroorzaakt door een enorm grote Russische Antonov die vertrok vanaf Soesterberg. Dit vrachtvliegtuig bracht voedsel en hulpgoederen naar Armenië, bestemd voor de door een zware aardbeving getroffen bevolking. Misschien was het tijdstip van vertrek wat ongelukkig gekozen, maar niemand vond het voorval echt storend. Veel mensen zullen een soortgelijke gedachte hebben gehad. Een Russisch vliegtuig, een Amerikaanse vliegbasis, hulpgoederen uit Nederland voor een noodlijdende bevolking van een Sovjetrepubliek. De Koude Oorlog was nu toch echt over. Dat bleek trouwens ook uit het adopteren van het monument bij Koedriest door de leerlingen van basisschool ‘De Wegwijzer’ in april 1990.

Nieuwe tegenstellingen

Tot in de 21ste eeuw bleef de herdenking vrij van de schaduw die internationale spanningen tientallen jaren over de avond van 4 mei hadden geworpen. Wel openbaarden zich nieuwe tegenstellingen rond het Russische Ereveld. De Sovjet-Unie was na 1990 uiteengevallen. Behalve Rusland stuurden ook de nieuwe republieken, bijvoorbeeld de Oekraïne, hun vertegenwoordigers naar de verschillende herdenkingen in Oud- Leusden. Daar kon men dan hoge militairen in indrukwekkende uniformen zien. Net als tijdens de Koude Oorlog kwamen de diplomaten echter steeds vaker op een verschillend moment. Samen herdenken was ook nu weer moeilijk. Voor een buitenstaander had het wel wat van een competitie met als strijdpunt wie zich de ware erfgenaam kon noemen van de Sovjetstrijders in Leusden.

lk19dodenher4 kopie - kopie.jpg

De Stille Tocht bij de ‘Stenen Man’ tijdens de dodenherdenking in 2009.
(Foto Janus Visser/BDU Media)

Nationaal Monument Kamp Amersfoort

Intussen bleef de vormgeving van de Stille Tocht na 1990 gelijk. Elk jaar kwamen Amersfoorters en Leusdenaren in groten getale naar het beeld van de Stenen Man en naar Rusthof om de gevallenen en slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog te herdenken. In de negentiger jaren begon de tocht op de Appelweg eerst via een lus over een gedeelte van het voormalige Kamp Amersfoort. Daar waren nog enkele tastbare herinneringen te zien, zoals de klokkenstoel en het al genoemde fresco uit het kantoor van kampcommandant Berg. Sinds 1985 was het museumgebouwtje tijdens elke herdenking geopend. Daarin werd de muur met de wandschildering bewaard die in 1971 van sloop was gered. Kamp Amersfoort begon heel langzaam vorm te krijgen als gedenkplaats. Precies 40 jaar na de overdracht van het kamp aan het Rode Kruis - 19 april 1995 – vond de eerste herdenking plaats van deze gebeurtenis. Sinds de eeuwwisseling ontwikkelde Kamp Amersfoort zich tot Nationaal Monument. De gedenkplaats kreeg vanzelfsprekend invloed op de ceremonie van de dodenherdenking bij Oud-Leusden evenals weer enkele jaren later de Stichting Russisch Ereveld.

De toekomst van de herdenking

De laatste jaren maken vaste bezoekers kennis met nieuwe rituelen. Net als in de eerste naoorlogse periode wordt het Wilhelmus gezongen en klinkt er gewijde muziek. Maar anders dan toen hoort men tijdens de tocht ook het monotone geluid van de slag op de omfloerste trom. Er wordt een toespraak gehouden en een scholier draagt een zelfgeschreven, door een nationale jury bekroond, gedicht voor. Sinds twee jaar gaat de officiële route ook over het Sovjet Ereveld. Misschien passen al deze veranderingen wel heel goed bij onze tijd. Volgens sommigen komt het de betrokkenheid van jongeren ten goede. Anderen vragen zich juist af of deze toevoegingen nodig en wenselijk zijn bij een stille tocht. Allen die meelopen in de stoet -en dat zijn ook veel jongeren – weten heel goed waarom zij aanwezig zijn. Wat is de meerwaarde van een trommel en een gesproken woord? Gaat er niet veel meer kracht uit van stilte? Of met de woorden uit het indrukwekkende in Westerbork opgenomen lied ‘De vogels zingen jouw naam’ van Maarten Peters:

In stilte staan wij hier
Onder fluisterende bomen
Ooit hebben zij gezien
Hoe de wereld haar ogen sloot.

bijsluiter

Ronald Polak heeft dit artikel geschreven voor het blad Leusden Toen van de Historische Vereniging Leusden. Het heeft gestaan in nummer 2 van jaargang 2020. Op ons verzoek mag ook De Stadsbron het verhaal publiceren.

bronnen

Literatuur:
Breekbare dagen, 4 en 5 mei door de jaren heen, Nationaal Comité 4 en 5 mei, z.j. (2012), z.p.
Frans van Loenen, Driekwart eeuw feesten met Oranje, in: Leusden Toen, jrg. 27 (2011), nr. 2, p. 3-10.
Remco Reiding, Kind van het Ereveld, Dalfsen, 2012.

Archief Eemland:
‘Stukken betreffende herdenking van gevallenen uit de Tweede Wereldoorlog en viering van de nationale Bevrijdingsdag’ in:
Gemeentebestuur Amersfoort (1945-1990 toegangen 0002.02 en 0825, inv. 3779 en 4305, 4306) en in Gemeentebestuur Leusden (1930-1989 toegangen 0611, 0632, 0633, inv. 406, 517, 595).

Interview per email: Hans Hermans
Hij gaf van 1976 tot 2001 leiding aan de afdeling Communicatie van de gemeente Leusden en was in die periode nauw betrokken bij de organisatie van de in dit artikel genoemde herdenkingen.

Het lied ‘De vogels zingen jouw naam’ staat op de CD Bevroren Tranen van Marten Peeters in samenwerking met Kamp Westerbork en B’hive records.

(maak u bekend met uw volledige naam)

opmerkingen

Steun de Stadsbron!

U steunt ons met een gift via IDeal al met een bedrag vanaf 2 euro per artikel.

Draag bij!