2 reacties

Hooglandse boer troefde Amersfoortse ‘heertjes’ met zijn ijsbaan af

door Addy Schuurman
13 februari 2021om 16:12u

In de negentiende eeuw was ook in Amersfoort en omstreken ijspret een regelmatig terugkerend fenomeen. Tijdens strenge winters bond jong en oud de schaatsen onder. “Door de strenge vorst in ’t begin dezer week met een stevige ijskorst bedekt, boden stadsgrachten, Singels en vooral ook de rivier de Eem, de laatste dagen weder een vrolijken aanblik. Jong en oud, van de zwakkere zoowel als van de sterke sekse, zwierden en slierden langs de spiegelgladde banen,” zo schreef de Nieuwe Amersfoortsche Courant in 1888.

Zwieren en slieren voor alle standen

Wanneer de vorst aanhield bevroor zelfs de Eem. In de Amersfoortse kranten waren berichten te lezen over schaatsers, die zich op de bevroren rivier waagden en dat – op zijn minst – met een nat pak moesten bekopen. Sommige van deze waaghalzen maakten lange tochten, vanuit Amersfoort bijvoorbeeld naar Baarn of zelfs naar de Zuiderzee. En omgekeerd kwamen dorpelingen uit Eemnes op de schaats naar Amersfoort gereden om hier de vrijdagse markt te bezoeken. Maar het overgrote deel van de plaatselijke bevolking waagde zich niet aan dergelijke tochten en bleef dichter bij de stad. Populaire plekken waren onder andere de Mijntjesbleek, het Zwanewater en de Schans. Op allerlei plekken in het binnen- en buitendijks gebied van de Eem en de verschillende beken waren ondiepe plassen, die dankzij het ontbreken van stroming al na enkele dagen vorst bevroren.

07661 - kopie.jpg

Iedereen schaatste door elkaar heen: daar zag je een boerenstel samen over de baan zwieren – keurig in zondagse kleding gestoken – terwijl even verderop een groepje jongeren een enorm kabaal maakte bij het slierten, vooral wanneer een gedeelte van de sliert ten val kwam en meterslang over het ijs schoof. Daartussendoor manoeuvreerden kinderen die schaatsen leerden met stokken of met een stoel en ervaren schaatsers die probeerden met een groep fanatiekelingen baantjes te trekken. Af en toe volgde er een fikse botsing, maar ‘opkrabbelen en weer doorgaan’ was het devies.

Op de schaatsbaan verdwenen de religieuze scheidslijnen tussen katholiek en protestant èn werd de diepe kloof tussen arm en rijk overbrugd. Als je tenminste de Amersfoortse Courant moest geloven, die anno 1887 een idyllisch beeld schetste: “De denkbeeldige ongelijkheid in de gewone samenleving, is verdwenen op het glasharde ijs. Hooggeplaatste heeren, die aan den wal den braafsten huisvader in den steek zouden laten als hij in nood zit, zullen denzelfden man als hij het ongeluk heeft om in een bijt te rijden, dadelijk de hand toesteken om hem er uit te helpen. Dames die gewoon zijn eerste klasse op den spoorweg te rijden en de lui in de derde klasse als van geheel anderen stand, voorbij loopen, laten zich gaarne de schaatsen aanbinden en als hij een goed schaatsenrijder is, zwieren zij gaarne met hem langs de baan en knikken hem vriendelijk toe als de dag sterft en het ijsgenot een einde moet nemen.”

IJsverenigingen

De ijspret ontstond doorgaans op spontane, natuurlijke wijze, maar op sommige ondergelopen stukken land werd het schaatsen georganiseerd: ijsverenigingen en ondernemers richtten banen in, waar jong en oud veilig en onbezorgd zich over konden geven aan het schaatsplezier, zonder gevaar onverwacht in een wak te rijden. Tijdens ijsfeesten verscheen het publiek zelfs verkleed op de baan; muziekcorpsen en orkestjes zorgden voor gezelligheid en in de avonduren werden fakkels, pektonnen en lampions ontstoken die voor een majestueuze sfeer zorgden. De ijsfeesten waren een belangrijke ontmoetingsplaats voor jongeren. Dankzij de vele koek- en zopietenten gingen de remmen los; een borrel om warm te worden maakte een eerste contact makkelijker.

In de jaren 1890 beschikte de stad enkele winterseizoenen over twee ijsbanen die een concurrentiestrijd met elkaar uitvochten: een van de Amersfoortse IJsvereniging Voorwaarts en even verderop een particuliere baan van een Hooglandse boer, Jan Schoonderbeek. Hij bleek een geduchte tegenstander.

AC 22-12-1890.jpg

Voorwaarts

In de strenge winter van 1890-1891 – die even legendarisch is als voor ons de winter van 1962-1963 – werd in Amersfoort de IJsvereniging Voorwaarts opgericht. De vereniging opende een baan op een terrein langs de Eem, inclusief een ‘verversingstent’, op een locatie die bekend stond als De Maat. Dat was bij ‘de Drie Sluizen’ langs de Eem, ongeveer waar nu de Bunschoterstraat is. De ijsvereniging vroeg een jaarlijkse contributie van ƒ 1,-.

Niets aan de hand zou je denken. Maar er kwamen klachten, over de slechte conditie van het ijs, over de verversingstent, en over de 50 cent die je nog extra moest betalen voor een ‘onderscheidingsteken’ dat je op je borst moest spelden als bewijs dat je betaald had.
Niet getreurd, de IJsvereniging besloot het volgende seizoen door timmerman Hendrik Heilijgers een nieuwe tent te laten bouwen en verhuisde de baan naar een terrein dichter bij de stad, bij ‘de Oude Eem’ langs de Hooglandse Dijk. Maar door deze investeringen zag de IJsvereniging zich genoodzaakt de contributie te verhogen, van ƒ 1,- naar ƒ 2,50, en ook de losse dagkaartjes af te schaffen.

Dat zette kwaad bloed, vooral onder de schaatslustigen uit het nabijgelegen Hoogland, die een dagje wilden schaatsen maar geen trek hadden in een duur abonnement. “Een mooie gelegenheid om schaatsen te rijden vlak bij te hebben en er geen gebruik van te kunnen maken dan tegen, zooals ze ’t noemden ‘veel centen’, was te erg. Eén was er zelfs zóó verbolgen, dat hij een paar bestuursleden ’s avonds bij het verlaten der baan presenteerde ‘aan het mes te rijgen,’ eene offerte die natuurlijk niet werd aanvaard,” aldus de krant.

Een concurrent op De Maat

Het duurde dan ook niet lang, voordat een handige boer uit Hoogland, Jan Schoonderbeek, een nieuwe baan opende, of beter gezegd: de oude baan op De Maat heropende. Die lag wel iets verder weg van de stad, maar was stukken goedkoper. Hij hanteerde de oude prijs van ƒ 1 abonneekosten en een schappelijke prijs voor dagkaartjes.

Zo konden enkele winters lang de Amersfoorters en de Hooglanders kiezen tussen twee schaatsbanen. Een die dichter bij de stad lag, maar wel stukken duurder en een goedkopere. Uiteindelijk won de boer de concurrentiestrijd. De oorzaken?

Eembode 6-10-1894.jpg

Het prijsvoordeel was natuurlijk een belangrijke factor. Amersfoorters waren best bereid om een stukje verder te lopen als je daarmee een fors bedrag kon besparen. Verder verzorgde Schoonderbeek zijn publiciteit veel beter. Terwijl er over Voorwaarts allerlei kritische artikelen in de kranten verschenen, liet Schoonderbeek in januari 1893 een lovend bericht in de Nieuwe Amersfoortse Courant opnemen. “In den geheelen omtrek is geen schooner gelegenheid dan op de ijsbaan ‘de Maat’ alhier. Op den tweeden Kerstdag zijn de banen geopend en sinds dien dag wemelt het er dagelijks van rijderessen en rijders, die men over de vlakte kan zien zwieren, alsof zij vleugels aan de voeten hebben. In de tent, aan het einde der baan door de ondernemers, de Heeren Schoonderbeek en Oszmers opgericht, kunnen de dorstigen zich laven en de vermoeiden even uitrusten.” Dit bericht was de eerste van een lange reeds advertorials, die vooral in De Eembode – een katholiek dagblad dat in Hoogland in die tijd veel werd gelezen - verschenen.

Ik lust wel een borrel

Nog belangrijker was, dat hij de lokale Hooglandse gemeenschap voor zich wist te winnen. De tent op De Maat werd geëxploiteerd door de kroeghouder van herberg De Faam uit Hoogland. Deze had geen drankvergunning, maar dat weerhield hem er niet van toch sterke drank te schenken, zowel in de herberg als in de tent op het schaatsterrein. De dorpsveldwachter kneep een oogje toe en toen er in 1893 in de krant opmerkingen over gemaakt werden, kwam hij in actie: zijn strafexpeditie ging echter niet naar De Maat om de kastelein te bekeuren, maar naar het terrein van de ijsvereniging om te controleren of daar toevallig geen borrels werden geschonken. “De vrouw van den zetkastelein in die tent toch trachtte hij bij herhaling en met aandrang over te halen om hem sterken drank te schenken, welke echter niet voorhanden was.” Twee jaar later, in 1895 hield een agent van de Rijkspolitie (dus niet de dorpsveldwachter) een controle en kreeg de exploitant, ene J. v. L, alsnog een proces-verbaal aan zijn broek vanwege het verkopen van sterke drank op de ijsbaan De Maat.

Maar toen was de Amersfoortse IJsvereniging Voorwaarts zo goed als ter ziele. Een bestuurslid schreef in de krant zijn frustraties van zich af: “Ze is gevallen als slachtoffer van verraad, leugen en bedrog. Niet zooals sommigen beweren tengevolge van eigen gebreken en zwakheden of aan verval van krachten, maar door sluipmoordenaars, in de kracht van ’t leven. (…) En hare vele vrienden en vriendinnen? O! die hadden haar al vergeten (…). Ze gingen haar voorbij, met voorname onverschilligheid, alsof ze haar nooit gekend hadden.”

Er gaapte een kloof tussen Hoogland en Amersfoort

De Amersfoortse IJsvereniging Voorwaarts verdween dus als gevolg van slecht beleid: veel te dure investeringen die door het schaatsminnend publiek niet voldoende werden gewaardeerd. Maar wat ook een rol speelde, was jaloezie, gevoed door plattelandssentimenten tegen de grote stad. De IJsvereniging met zijn mooie, maar dure tent, had een bestuur dat was samengesteld uit de stedelijke burgerij: een krantenuitgever en boekhandelaar, winkeliers, een logementhouder, een koffermaker en zelfs vier militairen (drie luitenants en een onderofficier). Bovendien waren de meeste bestuursleden niet eens in Amersfoort geboren! Kortom, de kloof tussen deze ‘buitenstaanders’ c.q. ‘grootstedelijken’ en het schaatsminnend publiek kon niet groter zijn.

En schaatsbaan De Maat? Tot januari 1955 trok menige inwoner van Amersfoort en Hoogland bij strenge vorst daar zijn schaatsen onder om rondjes te trekken.

bijsluiter

Addy Schuurman is lokaal historicus

bronnen

Dit verhaal is ook te vinden in: A. Schuurman, Glorie wordt duur gekocht. Sport in Amersfoort in de negentiende eeuw (Amersfoort 2017). Het boek is nog te koop bij de auteur.

(maak u bekend met uw volledige naam)

opmerkingen

Steun de Stadsbron!

U steunt ons met een gift via IDeal al met een bedrag vanaf 2 euro per artikel.

Draag bij!