Amersfoort het slechtste jongetje van de klas?
BDO Nederland, een accountant- en adviesbureau, onderzoekt jaarlijks de financiële positie van de gemeenten in Nederland. Bij dit onderzoek maakt het gebruik van de informatie die door de gemeenten zelf is gepubliceerd via de jaarrekeningen (in dit onderzoek de jaarrekening 2022). Op basis van deze informatie komt het bureau tot een ranking van 341 gemeenten. De informatie die gebruikt worden zijn de openbare kengetallen Solvabiliteit, Netto schuldquote gecorrigeerd, Grondexploitatie, Structurele exploitatieruimte, en Belastingcapaciteit.
Doel van dit onderzoek lijkt vooral politiek: in 2026 komt er een belangrijke verandering aan. BDO zet de gemeenten (maar ook de landelijke overheid) nog eens een keer extra tot reflecteren aan. Wie doet het goed, wie slecht? BDO wijst op gemeente specifieke zaken maar heft toch ook een waarschuwende vinger op naar de gemeenten die slecht presteren. Welnu: in de lijstjes van BDO scoort Amersfoort, slecht, en dus moet de gemeente op zijn tellen passen.
In de benchmark gemeenten met meer dan 100.000 inwoners komt Amersfoort op de allerlaatste plaats. Omdat in deze categorie ook de G4 gemeenten staan (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, en Utrecht) wordt in dit artikel alleen gekeken naar de tien gemeenten die het dichtst bij de situatie van Amersfoort staan, d.w.z. 5 gemeenten met meer inwoners dan Amersfoort en vijf gemeenten met minder inwoners dan Amersfoort. Deze groep gemeenten begint met Zoetermeer (127.047 inwoners) en eindigt met Apeldoorn (167.191 inwoners). In deze groep van 11 gemeenten neemt Amersfoort de laatste plaats in.
De solvabiliteit wordt berekend op basis van het eigen vermogen en de totale (eigen + vreemd) vermogen van de gemeente. Hoe hoger de solvabiliteit, des te groter de buffer die de gemeente heeft om tegenvallers met eigen middelen op te vangen. Er zijn grote verschillen tussen de gemeenten. Het beste is de gemeente Zoetermeer met een solvabiliteit van 65,50%, de gemeente Leeuwarden is hekkensluiter met 17,20%. Amersfoort zit hier ook in de onderste regionen met 28,50%, ver onder het gemiddelde van 36,34%. Dit betekent dus, dat Amersfoort relatief weinig eigen vermogen heeft en relatief veel vreemd vermogen (dus schulden). Eigen vermogen bestaat vooral uit (geoormerkte)reserves (niet uitgegeven geld).Solvabiliteit wordt als een belangrijke graadmeter beschouwd voor de financiële positie van een gemeente.
De tweede graadmeter voor de financiële positie van een gemeente in dit onderzoek is de nettoschuldquote. De nettoschuldquote geeft inzicht in het niveau van de gemeentelijke schuldenlast ten opzichte van de totale baten. Het geeft een indicatie van de mate waarin de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie drukken. Een laag percentage wordt als gunstig beschouwd, maar dit is geen wet van Meden en Perzen. Een gemeente kan immers schulden zijn aangegaan voor zeer zinvolle zaken. Zaak is natuurlijk dan wel dat er uiteindelijk wel afgelost kan worden. Amersfoort heeft een nettoschuldquote van 28,20% en behoort daarmee tot de best presterende gemeenten voor deze benchmark.
De drie overige kengetallen (grondexploitatie, structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit) bepalen voor een veel minder groot deel maatgevend voor de financiële gezondheid van een gemeente. In dit BDO onderzoek worden zij daarom minder meegerekend in de totaalscore.
De grondexploitatie geeft aan hoe groot de waarde van de eigen grondbezit is ten opzichte van de baten. Een lage grondexploitatie wordt als gunstig beschouwd maar heeft als nadeel dat een gemeente dan vaak geen of te weinig grond in eigendom heeft om iets aan woningbouw te doen. Het kengetal is vaak het resultaat van beslissingen die in het verleden genomen zijn.
Het kengetal structurele exploitatieruimte helpt mee om te beoordelen welke ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen. Hoe hoger hoe beter de gemeente in staat is aan zijn verplichtingen te voldoen.
De belastingcapaciteit tenslotte geeft aan hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt tot het landelijk gemiddelde. Denk hierbij vooral aan de WOZ belasting. Als dit getal laag is, betekent dit dat de gemeente nog ruimte heeft om meer belasting te heffen. Amersfoort heeft een belasting capaciteit van 95,90% en zit dicht tegen het landelijk gemiddelde aan. Gemeentelijke belastingen vormen maar een fractie van de totale inkomsten van de gemeente. Verreweg het grootste deel komt van Rijk (gemeentefonds en doeluitkeringen). Het effect op de totale inkomsten is dus beperkt en daarom minder belangrijk.
In het Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader (GTK 2020) worden deze kengetallen in een drietal waarden samengevat: minst risicovol, neutraal, en meest risicovol. Dit kader wordt ook gebruikt door de toezichthouder (de provincie) om de jaarrekening van de gemeente te beoordelen. Kijken we naar deze toetsingskaders voor 2022 en 2023 voor de gemeente Amersfoort, dan ontstaat het volgende beeld:
Uit de verschillen tussen de scores 2022 en 2023 kan niet de conclusie getrokken worden dat de gemeente Amersfoort ineens een slechte financiële positie heeft. De waarden van het GTK zijn gebaseerd op 2023 en geven geen reden tot alarm. Het verschil in de ranking van de grootste gemeenten van Nederland (> 100.000 inwoners) en het rapportcijfer worden veroorzaakt door nieuwe kengetallen die BDO Nederland voor 2023 heeft geïntroduceerd.
Minder naar het verleden, maar meer naar de toekomst
Vanwege de onzekere financiële toekomst voor de gemeenten (het ravijnjaar 2026, met minder inkomsten uit het gemeentefonds) heeft BDO besloten om een tweetal kengetallen toe te voegen die vooral betrekking hebben op de toekomst. Deze kengetallen zijn de saldi van de begrotingen over 2023 tot en met 2027, en de eigen reserve (eigen vermogen). Door deze twee te combineren ontstaat er een quotiënt; namelijk de uitkomst van de deling Begrotingssaldo / Eigen vermogen. En juist deze kengetallen zorgen voor een sterke daling van de ranking van de gemeente Amersfoort. Maar deze kengetallen kijken wel veel meer vooruit ( de 4 jaren termijn van de nieuwe coalitie/college) en vormen daardoor een aanvulling op de eerder genoemde kengetallen die vooral terugkijken.
In de bovenstaande tabel met bedragen (in miljoenen) vallen gelijk een aantal zaken op. Ten eerste is het eigen vermogen van Amersfoort relatief niet zo groot als wordt gesuggereerd. Feitelijk heeft alleen de gemeente Leeuwarden een kleiner eigen vermogen, maar deze gemeente heeft voor de toekomst al de tering naar de nering gezet. De rest heeft allemaal een groter eigen vermogen dan de gemeente Amersfoort. In de tweede plaats valt het hoge ambitieniveau op. Amersfoort heeft op zijn meerjarenbegroting een tekort van 80,6 miljoen staan. Ook daarmee scoort Amersfoort hoger dan de rest. Alleen de gemeente Zoetermeer kent een bijna even hoog begrotingssaldo, maar heeft daartegenover wel een groter eigen vermogen. Met uitzondering van de gemeente Haarlem hebben alle andere gemeenten een negatief begrotingssaldo, er wordt met andere woorden in min of meerdere mate ingeteerd op het eigen vermogen.
Conclusie
Het onderzoek van BDO Nederland laat een dubbel gezicht zien. Als het de reguliere financiële kengetallen betreft, doet Amersfoort het zeker niet slechter dan andere gemeenten, misschien zelfs wel iets beter. Maar als het om de toekomst gaat (het opvangen van de te verwachten kortingen en nieuw beleid) neemt Amersfoort grotere risico’s dan de andere gemeenten.
Grote vraag is waarom Amersfoort deze keuze maakt en meer uitgeeft dan de rest en vervolgens ook met minder eigen vermogen denkt verder te kunnen. Is Amersfoort slimmer dan de andere gemeenten of juist niet? Neemt Amersfoort meer risico’s? Kijkt het minder ver in de toekomst? Komt dit door dwingende adviezen van de ambtenaren? Of door dominante eigen of geërfde inzichten van de wethouder? Ik weet het niet, maar opvallend is wel dat de voorganger van deze wethouder (Buijtelaar), die nu in dezelfde functie werkzaam is bij de gemeente Wijk bij Duurstede, in hetzelfde schuitje zit. Wijk bij Duurstede is nummer 3 van de minst financieel gezonde kleine gemeenten (minder dan 25.000 inwoners).
In een volgend artikel wordt ingegaan op de keuzes / ambities die het huidige college heeft voor Amersfoort die extra geld kosten.