1 reactie

Clubvoetbal als bron van brede welvaart

door Marc den Elzen
18 februari 2022om 9:26u

In elk dorp, en vaak in elke grote wijk van een stad is een voetbalclub. Het zijn clubs met bescheiden namen, die de kolommen van de lokale kranten halen, maar die buiten de eigen districtsgrenzen amper reuring geven. Als het over voetbal gaat, lijkt het om de grote namen te draaien. Een Ajax, een Feyenoord, of zelfs een Barcelona, dat zijn de clubs die het landelijk nieuws bereiken en de gemoederen bezighouden. Een transfer van een speler naar een grote Europese club, het staat in de krant alsof daar het voetbal om draait. Alsof dat de financieel-economische bestaansgrond van voetbal is. Niet dus. Voetbal is meer, veel meer, en als je zelf geen onderdeel bent van een lokale voetbalclub gaat dit meer mogelijk aan je voorbij.

Hoe draagt een voetbalclub bij aan welvaart, brede welvaart? Waarom is een club in een grote woonwijk, zoals Hooglanderveen, Nieuwland of het Soesterkwartier, van vitaal economisch belang? En waarom moet de gemeente dit, inclusief de vrijwilligers die daarbij actief zijn, in woord en daad koesteren? En wat is de betekenis van het woord 'roeping' hierin? Want de vrijwilligers die actief zijn, ontvangen in de meeste gevallen amper geld, terwijl ze zich wel wekelijks en soms dagelijks voor het publiek welzijn inspannen. 

Als schrijver, econoom en praktiserend voetbalvoorzitter wil ik dit bespreken. Dit ook omdat in de zomer van 2020 de toenmalig wethouder over het KVVA-terrein een weg wilde aanleggen en ook in december 2021 bij het bespreken van de ontwikkelkaders van de Kop van Isselt er opnieuw sprake leek van een doorkruising van de Groengordel. Wat is de bestaansgrond van een lokale voetbalclub?

Afbeelding1.jpg

Een plaatje uit het rapport over de Kop van Isselt waarin dwars over het voetbalveld van KVVA een lijn getrokken stond

Voetbal als spel

Laten we eerst het wezen van de voetbalsport beschrijven… Want daar waar een voetbalveld ligt, kan een winkel staan, kunnen woningen worden gebouwd en de gemeente Amersfoort hunkert naar woningen. Een behoefte die we allemaal kennen en die, zeker als het de eigen inwoners betreft, aandacht en actie vereisen. Maar wat is voetbal en met welk recht vraagt een voetbalclub ruimte? Voetbal is een spel, volgens sommigen hét spel met een balletje. Een voetbalclub organiseert dat door fysieke doelen te plaatsen, door te zorgen dat de club vanuit een onderscheidend tenue speelt en dat er een ander team tijdig als tegenstander verschijnt. Daarnaast worden er grensrechters en een scheidsrechter bijgehaald, de officials. Dit om de procesgang op het veld conform de spelintenties en -reglementen in goede banen te leiden.

Ik zeg dit alles wat cru om daarmee de naakte structuur van deze sport zichtbaar te maken. Voetbal kent een door iedereen te snappen eenvoud: een bal rolt als iemand er een trap tegen geeft en passeert de bal de doellijn dan is het, mits geen buitenspel, een doelpunt. Vroeger was dat zo, nu en straks is dat ook zo en mede vanwege de eenvoud spreekt deze volkssport al decennialang tot de verbeelding. Alleen geld en de tendens tot verzakelijking hebben het qua beeldvorming anders gemaakt, met het internationaal profvoetbal als het meest zichtbare waterhoofd.

Afbeelding2.jpg

Een voetbalwedstrijd van de jeugd – op de achtergrond de plek waar de woontoren van 65 meter hoog moet verrijzen als zijnde entree van de stad.

Voetbal en maatschappelijke stabiliteit

Het mooie van voetbal is dat het een teamsport is. Ieder heeft op het veld een taak, kent een positie en heeft een gedeeld belang. Dat doel lijkt winnen, het is in essentie het samenzijn, het samenspelen. En in dat spel komen individuen samen die buiten het veld om elk een andere rol en een andere positie vervullen. Iemand kan zogenaamd hoog of laag op de maatschappelijke ladder staan, kan leiding geven of orders ontvangen, in het voetbalspel komt men zonder aanziens des persoons samen en gelden er andere sociale wetten en verhoudingen. De individuele, maatschappelijke status wordt, eenmaal in het clubtenue gehesen, weggevaagd.

Voetbal is de sport van de ontmoeting, ook na afloop in de kantine. Je wilt bespreken wat er tussen de lijnen gebeurde, maar bovenal: wat er óók had kunnen gebeuren, als bijvoorbeeld de bal met net iets meer vaart was voorgegeven. Voetbal vormt daarmee ook de basis van de dialoog tussen diverse mensen. Wat heeft de wetenschapper aan al zijn kennis als het voetbalspel zich beperkt tot een bal en een serie afgesproken regels? Wat heeft de accountant aan zijn kennis over boekhoudstandaarden als een hoekschop een hoekschop is en de bal in of uit is? Zowel de schrijver, de glazenwasser, als de fietsenmaker kunnen de ‘wat als’- scenario’s van de wedstrijd bespreken.

En dat doe je vanuit het besef van continuïteit: want volgende week moet je er weer staan, en die week erna en daarna. Clubvoetbal is geen oorlog, integendeel: het dient de maatschappelijke stabiliteit. Het is een continue dialoog op en rond het veld, en ook daarbuiten, tussen Jan en Alleman. En het mooie is dat dit overal gebeurt: op duizenden velden en in duizenden kantines vindt uit het zicht van de televisiecamera’s de dialoog met en zonder bal plaats. Voetbal verbindt en een vereniging helemaal. Het is een leven in een unieke tijdspanne: de zaterdag of de zondag, een trainingsavond.

Voetbal is een metafoor van het samen leven, het samen spelen en dit wordt tastbaar met de voetbalclub. Deze zorgt dat er een gedeelde identiteit is en dat men samen kan komen. En dat dit kan, daarvoor zijn meer mensen nodig. Mensen die achter de bar staan, mensen die de wc schoonmaken, die inkopen, die de boel onderhouden, verfraaien etc. En dat kunnen diezelfde mensen zijn die op het veld staan, maar ook mensen voor wie het maatschappelijk werktempo niet meer past en die als vrijwilliger willen bijdragen. Of mensen die naast hun betaalde baan ook iets anders, iets betekenisvols willen doen. De club is een identiteit die meer is dan het delen van dezelfde supermarkt of mobiele provider. Een club kent naast de emotie van het spel, historie en is in Amersfoort ook onderdeel van een wijkgeschiedenis. Het tastbare of voelbare verleden bestaat behalve uit trofeeën, uit verhalen van hoe het er ooit aan toeging, de goede en mindere perioden van de club en waar dat aan lag en hoe dat kantelde.

Afbeelding3.png

Op de website www.immaterieelerfgoed.nl staat KVVA beschreven. De volksvoetbalclub opgericht in 1939 is aangemerkt als immaterieel erfgoed.

Voetbal als gratis opvoeding

Behalve de senioren die zich via voetbal mentaal, sociaal en fysiek gezond houden, zijn er ook de kinderen. Kinderen worden eveneens aangetrokken tot het ronde ding van leer, de palen met het net en de witte kalklijnen die een binnen en een buiten markeren. Voor ouders is het meer dan fijn als de club op loop- of fietsafstand ligt, als het andere kinderen betreft die hun eigen ‘bloedjes’ al kennen, maar ook kinderen die ze niet van school kennen, maar van wie ze weten dat die in de buurt wonen. ‘Jij gaat naar een andere school, maar dit doen we wel samen. Hier zijn we samen een team…’

Bij de wedstrijden en trainingen zie je wat voetbal doet: het vormt karakters, het maakt vriendschap, het geeft vertrouwen en leert vertrouwen in anderen te hebben, en dat doe je vanuit een bepaalde wil, om te winnen. Maar behalve dit psychisch-sociale is er de bijdrage aan de motorische ontwikkeling, het leren hoe hoofd, hart en handen (voeten) zich in jou en tot de ander verhouden. En de trainers die hier hun kennis en tijd in aanbieden om dit te vormen en uit te bouwen. Wat er bij een club gebeurt, is een economisch fenomeen, een bron van spontane, langdurige waardencreatie! Wie het spel verzon en gratis en voor niets de wereld in slingerde: chapeau!

Afbeelding4.jpg

Een toernooi waarin kinderen op een grauwe winterdag uitleg krijgen wat ze gaan doen

Het mooie van het voetballen is dat ouders ook in het geheel betrokken worden. Enkelen moeten bijdragen aan het voetbalplezier als teamleider of als trainer. En er zijn ouders langs het veld, die ook vanuit een positieve manier de wedstrijd met elkaar bespreken. Ook hierin zit de functie van een voetbalclub: ouders die elkaar anders niet zouden spreken, treffen elkaar omdat er een gedeeld belang is, namelijk dat het kind in een fijn team speelt en het liefst na een spannende wedstrijd wint. De club, het bestuur, men is er op gericht om een fijn sociaal en sportief klimaat te creëren. Het zal die kinderen worst wezen wie de limonade haalt, wie de pleister plakt, de spons drukt of wie buiten de wedstrijden om bij een vossenjacht de haas speelt. Ouders bieden samen een dienst aan, gratis en voor niets, omwille van spelvreugd, voetbaljolijt. Clubvoetbal is daarmee een maatschappelijk fenomeen, onmeetbaar in haar maatschappelijke bijdrage.

Afbeelding5.jpg

Een vrijwilliger deelt limonade uit.

De rol van gemeente en bestuurders

En dan komen we bij de rol van de gemeente Amersfoort. Hoe faciliteert de gemeente het kunnen uitvoeren van dit maatschappelijk goed? Omarmt zij het beschrevene, in woord en in daad? Allereerst zijn er de sportfaciliteiten. Die moeten aan bepaalde kwaliteitsstandaarden voldoen, en die moeten voldoende aanwezig en vanuit de verrekening naar leden toe betaalbaar zijn. Daarnaast moet de gemeente zorgen dat voor verenigingen helder is dat deze faciliteiten voor de komende jaren op orde zijn en dat het proces om dit te borgen (groot onderhoud en vervanging) soepel verloopt. De gemeente moet zorgen dat de sportaccommodatie onderdeel is van een uitnodigende omgeving, die voor kinderen en volwassenen goed bereikbaar is. Hoe beter dit geregeld is, ook in termen van zekerheid, hoe meer een bestuur kan toekomen aan het besturen van een club en daarmee het faciliteren van het hiervoor beschreven breed sociaaleconomisch nut.

Het voetbalbestuur moet zijn inkomsten en uitgaven op elkaar afstemmen, het moet zorgen dat er een veilig en sportief voetbalklimaat is en dat de club het publieke belang naar de omgeving toe kan uitdragen, zodat het leden aantrekt. Daarnaast moet een bestuur ook kunnen inspelen op maatschappelijke veranderingen die zij deels zelf constateert, maar die vooral ook door overkoepelende organisaties op een juiste wijze worden beschreven en geduid. Een voetbalbestuur regelt. Of lelijker verwoord: het bestuur ‘managet’ de boel buiten het veld en legt hier via een algemene ledenvergadering verantwoording over af. Dat doen, dat is voor vele bestuurders een roeping.

Afbeelding6.jpg

De kantine van voetbalclub KVVA, een gebouw met energie label G dat al meer dan zestig jaar staat.

De voetbalroeping

Voetbal is simpel. En het zou dat voor eeuwig kunnen zijn. Nationaal, lokaal. Of dat het is? Er zijn belangen en in alles wordt het leven verstoord als deze belangen zich onevenredig doen gelden. Voetbal mag er zijn, maar wat als het terrein ooit aan de rand van een wijk, ooit met een industriegebied aan de Noordzijde opeens geconfronteerd wordt met torenhoge woonambities? Als dan het besef komt dat deze nieuwe wijk, Kop van Isselt, volgepompt moet worden met woningen en bedrijfsvastgoed, en dat ruimte voor groen en vooral publieke voorzieningen lastig is, want verlies aan bouwgrond, inkomsten… Hoe beziet men dan de naastgelegen voetbalclub? Wil men er dan overheen walsen door er bijvoorbeeld een autoweg over aan te leggen? Wil men er een schoolgebouw neerplanten, waar een deel van de scholen in de wijk zich kan vestigen? Of wil men er parkeerplekken van maken voor de flat- en de andere nieuwe bewoners (die dan zogenaamd autoluw kunnen wonen)? Of ziet men het als de goedkope plek waar een stadspark kan worden aangelegd, zodat juist bestaande bouw niet hoeft te wijken voor de terechte wens voor meer groen bij het Soesterkwartier?

Afbeelding7.jpg

De krantenkop in de Amersfoortse Courant van 28/12/2021 over het voetbalveld dat opeens een fietspad kende.

Veel mensen die een roeping hebben, hebben dat omdat ze het kwetsbare willen beschermen. Omdat ze mensen verder willen brengen, willen dienen, willen onderwijzen. Of omdat ze recht, eerlijkheid en integriteit willen uitdragen, zoals de onderzoeksjournalist, de integere politicus, de rechter zelf of vertrouwenspersoon. Voetbalbestuurder zijn is een dubbele roeping als het dit beschermen betreft. Een roeping, omdat je moet waken voor de partijen waar het geld de dienst uitmaakt, die vanuit eng welvaartsperspectief naar gebiedsontwikkeling kijken en die zinnen op landjepik. Vastgoedpartijen die in opdracht van hun aandeelhouders beroepshalve denken in euro- of dollartekens en die de politieke besluitvorming daarin proberen mee te nemen. Dat bouwen moet en dat dit overal mag plaatsvinden en waarin het kwetsbare snel moet wijken, zoals we lokaal ook zagen bij de Westelijke Ontsluiting.

Maar het gaat in de economie om onderling vertrouwen, het gaat in economie om leren samenwerken vanuit je eigen identiteit met respect voor de identiteit van de ander. Het gaat om meervoudige waardecreatie, om een gedeeld verleden en vooral een gedeelde toekomst. Economie kan enkel goed functioneren in een goed werkend sociaal systeem waarin het onderling vertrouwen hoog is en gelijke kansen vorm krijgen, waarin individueel en groepsbelang in evenwicht verkeren. De economie heeft er baat bij dat dit aspect van het maatschappelijk leven ook goed georganiseerd is. En vooral: dat dit daarmee ruimte krijgt en niet in de verdrukking komt. Scholen, sport- en andere vrijtijdsverenigingen dragen hieraan bij, dat zouden de gesprekspartners moeten zijn met het maatschappelijk belang in de genen.

Eindsignaal

Het rapport over de Kop van Isselt ging over de nieuwe woonwijk. Wat opviel was dat er weinig aandacht was voor publieke voorzieningen. Verder vielen de vele plaatjes op waar het veld van KVVA door een ‘weg’ doorkruist werd. Rare zaken als je denkt vanuit breed welvaartsperspectief. Als je een nieuwe woonwijk creëert, dan moet je zorgen dat er voldoende publieke voorzieningen bijkomen en in elk geval blijven. Dat nabijgelegen bestaande voorzieningen gerevitaliseerd worden, zodat de bewoners uit de nieuwe wijk verlokt worden om daar de bewoners van de al decennia bestaande wijk te ontmoeten en zich met elkaar te verenigen. De vitale wijkaanpak die de gemeente voor het Soesterkwartier voorstaat, richt zich daar ook op. De bestaande wijk moest zelf meeprofiteren van de komst van de nieuwe wijk.

Dat vraagt visie op publieke voorzieningen, dat vraagt om een visie op groen en de rol van (sport-) verenigingen, en een evenwichtige en tijdige dialoog met hen. Gelukkig heeft de gemeenteraad het college hier medio januari op gewezen, nadat het bestuur van KVVA fors aan de bel trok. Brede welvaart maak je samen, door transparant te zijn over bedoelingen en alle kaders, en vooral door ruis te mijden.  

Afbeelding8.png

Afbeelding9.png

In het rapport 'ontwikkelkader Kop van Isselt' kwamen plaatjes met deze ‘weg’ over het KVVA-veld vele malen voor – zie het rapport bladzijden 79, 91, 92, 93, 94, 95, 145, 149, 159; in de maquette wordt tussen twee velden in een ‘weg’ gelegd.

bijsluiter

Marc den Elzen is econoom, schrijver uit het Soesterkwartier. Voor de Stadsbron schreef hij onder andere:

- over een Amersfoortse omgevingsvisie;

- over de weg door de Groengordel en hoe de gemeente dit er doorheen dreigde te drukken;

- over de Groengordel en de verbinding naar de Eem (stadspark-alternatief);

- over omgeving en participatie bewoners

(maak u bekend met uw volledige naam)

opmerkingen

Steun de Stadsbron!

U steunt ons met een gift via IDeal al met een bedrag vanaf 2 euro per artikel.

Draag bij!