Logeerhuis Cederhorst. Foto: King Arthur Groep
Er is een manier om overbelaste mantelzorgers te laten bijkomen: met respijtverblijf. Toch maken maar weinig mantelzorgers daar gebruik van. ‘Als mensen overbelast zijn, helpt een weekendje bijtanken niet meer.’
‘Kijk om je heen’, zegt Petra Visser, ‘dit is toch een prachtig plekje?’ De coördinator van het Logeerhuis Cederhorst van King Arthur Groep wijst naar de serre, vlak aan de bosrand van het voormalige terrein van Zon en Schild. ‘Mensen komen hier echt even tot rust.’ Ze heeft net thee gezet voor de gasten van het Logeerhuis: ouderen met dementie. Sommigen verblijven hier een weekend of een week zodat hun partner of mantelzorger even op adem kan komen en tijd voor zichzelf heeft.
Omdat mensen langer thuis blijven wonen, wordt een steeds groter beroep op mantelzorgers gedaan. Die druk wordt de komende jaren alleen maar groter, verwacht de gemeente Amersfoort: de komende twintig jaar groeit de groep thuiswonende 75+ers die mantelzorg nodig heeft met bijna 70%. Er is een oplossing om het voor mantelzorgers wat makkelijker te maken: respijtverblijf. Dat is een plek zoals Logeerhuis Cederhorst waar iemand die wel ondersteuning heeft maar geen medische hulp, tijdelijk kan verblijven. Meestal betaalt de gemeente of de zorgverzekeraar het verblijf, wel moet de mantelzorger een eigen bijdrage betalen.
Toch wordt er niet veel gebruik van gemaakt: in 2020 waren er zo’n 25 mensen in de regio – Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Woudenberg, Leusden en Soest - die uit logeren konden om hun mantelzorger even te ontlasten. Zodat de mantelzorger op vakantie kan, of omdat de mantelzorger zelf ziek wordt.
Tinka Hoving is niet verbaasd om het lage aantal. Ze beheert de aanmeldingen bij Silverein, waar ouderen zonder dementie in de regio terecht kunnen. ‘Dit jaar hebben we twee mensen gehad voor respijtverblijf, maar er zijn ook jaren dat niemand een aanvraag doet.’ En dat is gek, want veel mantelzorgers lopen op hun tandvlees: in 2021 zei 20% van de Amersfoortse mantelzorgers zwaar belast te zijn. Hoe kan het dat zo weinig mensen gebruikmaken van respijtverblijf?
Weekendje bijtanken
‘Pas op het allerlaatste moment, als mantelzorgers het bijna niet meer trekken, komen ze bij ons terecht,’ zegt Petra Visser van het Logeerhuis. ‘In het begin, wanneer blijkt dat hun partner of ouder dementie heeft, denken ze: ik red het wel, het is nog niet nodig. Maar de zorg wordt langzaam zwaarder, waardoor mensen hun grenzen steeds een stukje verder verschuiven. Uiteindelijk komen ze vaak pas bij ons als ze al overbelast zijn.’
Dat ziet Sascha van de Wakker ook, leerling-verzorgende bij woonzorgcentrum de Koperhorst. ‘De meeste mantelzorgers kloppen bij ons aan omdat ze huisarts ze doorverwijst. Dan zijn ze al bijna overbelast.’ En dat is zo jammer, zegt Visser, want voor wie op het randje van overbelast zijn zit, is een weekendje bijtanken vaak niet meer genoeg.
‘Veel mantelzorgers vinden het moeilijk om de zorg uit handen te geven’, zegt Tinka Hoving van Silverein. ‘Ouderen die hier komen houden vast aan het idee: je blijft voor je partner zorgen, wat er ook gebeurt. Het is niet dat ze de organisatie niet vertrouwen, maar ze hebben het gevoel dat ze hun partner anders in de steek laten.’
Schaamte is een emotie die Petra Visser ook noemt als reden dat mensen lang wachten voordat ze op zoek gaan naar respijtverblijf. “Je doet je man of vrouw niet ‘weg’’’, is de gedachte die sommige mensen hebben’, zegt ze. ‘Terwijl: het is goed dat je voor iemand zorgt, maar je moet ook voor jezelf zorgen.’
Kunnen mantelzorgers die willen voorkómen dat ze overbelast raken ergens terecht? Bij veel logeerhuizen kun je slechts verblijven met een zogeheten indicatie van het wijkteam. De wijkteammedewerkers beoordelen dan, namens de gemeente of degene die mantelzorg krijgt in aanmerking komt voor een weekend of een weekje logeren.
Het wijkteam kijkt of het “noodzakelijk is om de mantelzorger te ontlasten”, staat in de verordening Wmo - de wet waaruit de gemeente het tijdelijke verblijf betaalt. ‘Bijvoorbeeld als de indruk is dat iemand door zijn hoeven zakt’, zegt Linda Lemmens, adviseur en plaatsvervangend directeur bij het wijkteam. ‘Het kan ook preventief zijn’, zegt ze, ‘maar mensen moeten zelf bij ons aankloppen.’ Ze weet niet of respijtverblijf ook daadwerkelijk preventief gebruikt wordt.
Crisisopnames
Terwijl bij het respijtverblijf kamers leeg blijven, ziet Hoving juist een toename van het aantal crisisopnames: laatst nog twee in één week. Ouderen worden dan met spoed opgenomen, meestal mensen met dementie. ‘Dat komt omdat mensen langer thuis wonen terwijl ze zware zorg nodig hebben. Maar het kan ook komen doordat de mantelzorger wegvalt, omdat hij of zij een been breekt of overbelast raakt.’
Toen de zorg in 2015 overgeheveld werd van het Rijk naar de gemeenten, werden vrijwel alle verzorgingshuizen gesloten: plekken waar ouderen naar toe gaan die niet meer zelfstandig kunnen wonen, maar (nog) geen behandeling of zorg nodig hebben. Kreeg één van de partners dementie, dan was er al begeleiding en hulp bij de hand. Vandaag de dag blijven ouderen, met behulp van thuiszorg en hulp aan huis, zo lang mogelijk thuis wonen. ‘Dat betekent dat mensen tot een veel later stadium thuis voor hun partner blijven zorgen’, zegt Visser. Als het dan misgaat, kan de stap naar een crisisopname ingrijpend zijn.
‘Als er nood aan de man is, heb je geen tijd om rustig je koffers in te pakken’, zegt Hoving. ‘Dat doet mentaal ook iets met je.’ Het is onmogelijk om alle crisisopnames te voorkomen, weet ze. ‘Maar een deel kun je vóór zijn door tijdig respijtverblijf te zoeken’, zegt ze. In ieder geval een deel van de gevallen waarbij de opname nodig is omdat de mantelzorger het niet meer aankan. ‘Het is voor de cliënt ook fijner. Die kan zich rustig voorbereiden op het logeren.’
Is iemand eenmaal komen logeren, dan komt hij of zij vaak terug, ziet ze. ‘Dan kennen mensen het hier, en weet de mantelzorger dat zijn of haar partner of ouder het goed heeft. Dáár ligt dan ook de eerste stap, zegt Hoving: dat mantelzorgers die drempel durven te nemen. ‘Soms heb je extra hulp nodig, en die hulp is er. Wij zorgen ervoor dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen. Soms staat hier een paar weken een kamer leeg. Dan denk ik: maak er alsjeblieft gebruik van!’
Wachtlijsten voor kinderen
Bij respijtzorg voor kinderen en jongeren geldt het omgekeerde: de vraag naar logeerplekken is groter dan het aanbod. ‘We hebben wel eens ouders in tranen aan de lijn, die op zoek zijn naar een plek waar hun kind terecht kan’, zegt Mariëtte Sijnhorst van Stichting Wielewaal. De stichting organiseert logeerweekenden, dagopvang en vakanties. ‘De zorg voor een kind met een beperking gaat altijd door’, zegt Sijnhorst. ‘Voor ouders betekent het dat zij 7 dagen in de week, 24 uur per dag hun zorgtaak hebben. Dat gebeurt natuurlijk met liefde, maar kan heel zwaar zijn. Ouders hebben soms een adempauze nodig, ook om aandacht te besteden aan elkaar of de broertjes en zusjes in het gezin. En dan is het fijn als de zorg even wordt overgenomen.’
Toch lukt dat lang niet altijd: de stichting heeft inmiddels wachtlijsten. ‘Je hoort overal in de sector dezelfde problemen.’ Dat beaamt Ap van Davelaar, die een zorgboerderij net buiten Nijkerk heeft waar ook Amersfoortse kinderen komen. ‘Ik moet vaak zeggen dat er geen plek is. Als ik verwacht dat er de komende drie maanden geen plek vrijkomt, zeg ik: probeer het ergens anders.’ Op de zorgboerderij kunnen dertig kinderen en jongeren terecht. ‘Er zijn te weinig plaatsen in de regio, dat speelt al langer.’
‘Het staat op de radar dat de behoefte er is’, zei Menno Tigelaar, tot voor kort wethouder Zorg. Maar of er plannen in de maak zijn om meer plekken te creëren, dat weet hij niet.