Systeem om woninginbraak te voorspellen na vijf jaar alweer vergeten

door Mark Snoeck
29 december 2022om 11:40u

Het klinkt aantrekkelijk: een manier om woninginbraak te voorspellen. In 2017 kondigde de landelijke politie een systeem aan dat dat mogelijk maakt. "Het systeem kan een wezenlijke bijdrage leveren aan het terugdringen van de criminaliteit in Nederland", zei de politie in het persbericht over het Criminaliteits Anticipatie Systeem (CAS). De Amersfoortse politie startte kort daarop met een proef. 

Verrassend is de situatie vijf jaar later: volgens de politie is CAS in Amersfoort niet meer in gebruik. Een evaluatie van het proefproject zegt de politie niet te hebben, en de betrokken agenten werken er niet meer. Tenminste twee andere steden stopten ook met CAS. 

"Het is wel de bedoeling dat we eind 2018 overal werken met CAS-kaarten", was nog te horen in een wervingsfilmpje van de politie. Hoe kan het dat CAS, vijf jaar geleden met enthousiasme bij de politie binnengehaald, nu een vergeten zaak lijkt?

Predictive policing

“Wij waren er achter de schermen al enige tijd mee bezig”, schreef Basisteam Amersfoort in een Facebook post in juni 2017. Het was een aankondiging van een pilot van drie maanden met CAS, het systeem dat drie maanden daarvoor door de landelijke politie werd aangekondigd.

Het Criminaliteits Anticipatie Systeem is een voorbeeld van predictive policing: het gebruik van analysesystemen die criminaliteit voorspellen met data en algoritmes. CAS, door de politie ontwikkeld in Amsterdam, plaatst een raster van 125 bij 125 meter over een gebied, en berekent per vakje het risico op criminaliteit voor de komende weken. Die berekening gebeurt op basis van door de politie verzamelde data, en statistiek van het CBS, zoals de gemiddelde woningwaarde en inkomen, maar ook bijvoorbeeld het aantal uitkeringen of het aantal mannen of vrouwen in een postcodegebied.

Om de mogelijkheden van predictive policing verder te verkennen, deed de politie eind 2015 eerst een grote pilot met CAS in Den Haag, Enschede, Groningen en Hoorn. Twee jaar later nam de politie de volgende stap met de aankondiging van de landelijke invoering. “Uniek in de wereld dat een nationaal politiekorps 'predictive policing' landelijk inzet”, aldus het persbericht. 

Gemeente zag ook potentie

In Amersfoort was de politie niet de eerste die potentie zag in het voorspellen van woninginbraak: de gemeente deed al een poging in 2015, en in 2017 werkte de gemeente opnieuw aan een systeem. In 2015 bleef het volgens de jaarstukken tot een verkenning, want "het ontbreekt nog aan een informatie-infrastructuur voor data-analyse en presentatie (dashboards)". In het jaar dat de Amersfoortse politie CAS testte, werkte de gemeente Amersfoort verder met een voorspellend model van de gemeente Utrecht.

Beide gemeenten laten weten met de politie aan tafel te hebben gezeten om de systemen te vergelijken. Verschil bleek er nauwelijks te zijn. “Omdat we altijd een goede samenwerking hebben gehad met de politie hebben we gezamenlijk besloten een zogenaamde ‘battle’ te organiseren waarbij beide voorspelmodellen het tegen elkaar opnamen. Het resultaat was dat de voorspelmodellen redelijk vergelijkbare gebieden aanwezen als hoog-risicobuurten”, zegt een woordvoerder van de gemeente Utrecht. En niet alleen de uitkomsten, ook de gebruikte indicatoren voor het maken van voorspellingen waren ongeveer gelijk, zegt de gemeente Amersfoort.

In hoeverre de ‘battle’ met CAS aanleiding gaf om te stoppen met de ontwikkeling is niet bekend, maar bij de gemeente Amersfoort bleef het in 2017 opnieuw bij een verkenning. “Vanwege de beperkte toegevoegde waarde is de samenwerking [met de politie, red.] gestopt en het eigen voorspelmodel daarna niet meer gebruikt.” Ook de gemeente Utrecht stopte met de ontwikkeling van het eigen model.

De laatste voorspelling

Ondertussen maakte de Amersfoortse politie wel volop gebruik van CAS. Wekelijks plaatste de politie kaartjes op Facebook. Kaartjes met icoontjes van huizen waar is ingebroken, en rode vlakken in verschillende buurten. Dat zijn de buurten met een ‘verhoogd risico’ voor de komende weken.  

Facebook post.jpg

Dat de Amersfoortse politie de voorspellingen openbaar maakte, was uitzonderlijk. “[Wij] hopen u (nog) alerter te maken op verdachte situaties (…)”, was de verklaring in de eerste Facebook post. Een bij de proef betrokken agent laat via de woordvoerder weten dat een beperkte capaciteit bij de politie een rol speelde. Daarom werd besloten de uitkomsten van CAS te delen: "Amersfoort [heeft] voor een preventieve aanpak gekozen. Dus extra opvallende surveillance in de gebieden die aangewezen werden door het CAS-systeem.”

Na de drie proefmaanden bleef de politie nog een paar maanden kaartjes met ‘hotspots’ delen. Het laatste bericht is van december dat jaar. “Daarna hebben wij het CAS-systeem ook niet meer actief gebruikt”, zegt de betrokken agent.

Amersfoort blijkt niet de enige stad te zijn waar de politie is gestopt met het gebruik van het analysesysteem. Regionale woordvoerders laten in een reactie weten dat de basisteams in Almere en Den Haag het systeem niet in gebruik hebben, steden waar CAS eerder wel is gebruikt. In Utrecht is CAS ook niet in gebruik, wat betekent dat de politie ook daar is gestopt, want uit de reactie van de gemeente Utrecht blijkt dat de Utrechtse politie CAS onderzocht in 2017.

In Leiden, Maastricht en Zoetermeer is het systeem volgens de regionale woordvoerders ook niet in gebruik. Of de politie CAS daar eerder wel heeft ingezet, is niet bekend. Welke andere steden met CAS zijn gestopt, of nog gebruiken, daar wil de politie niets over loslaten. “Ieder basisteam kan zelf beslissen of en wanneer ze CAS willen inzetten”, is de reactie van de landelijke woordvoering.

Opvallend besluit

Dat de politie wereldwijd voorop liep met de landelijke invoering in 2017 was niet het enige wat opviel: de politie koos voor de invoering van een systeem dat niet bewezen effectief is. Als de politie zegt dat CAS een “wezenlijke bijdrage [kan] leveren aan het terugdringen van de criminaliteit”, dan gaat het over de potentie die de politie ziet in het systeem, niet over daadwerkelijke resultaten. Dit blijkt uit het evaluatierapport dat de politieacademie schreef na de pilot in 2015. Voor zover bekend de enige evaluatie van CAS. “Aanwijzingen dat predictive policing uiteindelijk leidt tot minder (stijgende) criminaliteit hebben we niet kunnen vinden”, schreven de auteurs in het rapport.

Waarom de politie toch graag verder wilde, staat ook in het rapport: predictive policing zou een ‘haast niet te keren ontwikkeling’ zijn, er was volop enthousiasme binnen de politie om door te gaan, en de politie zag veel potentie in het gebruik van predictive policing.

Buiten de politie kan predictive policing op veel kritiek rekenen. Twee keer was predictive policing onderwerp bij de Big Brother Awards van burgerrechtenorganisatie Bits of Freedom. Ook andere mensenrechtenorganisaties, wetenschappers en politici spraken hun zorgen uit. Wel richt de kritiek zich met name op predictive policing-systemen die veel gegevens verzamelen en uitspraken doen op individueel niveau, zoals het Sensing-project, een ander project van de politie, dat als doel had om zakkenrollers op te sporen in de regio Roermond. CAS blijft in veel gevallen buiten schot, want het systeem doet alleen uitspraken op postcodeniveau. 

Toch bestond er intern ook terughoudendheid met CAS. Straatagenten hadden weinig vertrouwen in de werking van CAS, en stelden liever eigen prioriteiten, bleek uit een onderzoek, gepubliceerd in het Tijdschrijft voor de Politie in 2017. “We [moeten] onze hoge verwachtingen omtrent de effectiviteit van CAS enigszins bijstellen”, stond er in de conclusie.

Woninginbraak daalt al jaren

Het type misdrijf waar het CAS voorspellingen over kan doen – misdrijven gebonden aan een locatie, zoals woninginbraak en straatroof – laten in Nederland al jaren een dalende trend zien. Een trend die al zichtbaar was voor CAS. Neem bijvoorbeeld woninginbraak, het misdrijf dat vaak met CAS wordt genoemd. In Amersfoort is het aantal woninginbraken in 10 jaar tijd twee keer gehalveerd. 

Woninginbraak Amersfoort grafiek.jpg

De daling speelde een rol in de proefperiode in Amersfoort, zo blijkt uit de reactie van de betrokken agent. In ieder geval bij het stoppen met posten op Facebook: “Wij zijn gestopt met het delen van de data van het CAS-systeem toen we merkten dat de aantallen inbraken op een zo laag aantal waren dat het delen mogelijk meer onrust gaf dan profijt.”

Stille dood

Over de reden dat Basisteam Amersfoort en andere basisteams geen gebruik meer maken van CAS, daar kan de politie niets over zeggen. Welke rol de dalende inbraakcijfers, de kritiek of interne scepsis een rol hebben gespeeld bij het besluit om in Amersfoort niet verder te gaan met het systeem is niet bekend. Over een eventuele toekomstige inzet in Amersfoort voegt de politiewoordvoerder nog wel toe: "Ik kan me voorstellen dat dat in de nabije toekomst ook niet gaat gebeuren.” 

Vorige maand werd bekend dat het Sensing-project, het andere experiment van de politie met predictive policing, vroegtijdig werd beëindigd. De pilot is een stille dood gestorven, kopte Dagblad De Limburger vorige maand. Met het voorspellen van woninginbraak lijkt het, in ieder geval in Amersfoort, niet veel anders te zijn afgelopen.



Onwenselijke uitkomsten voor groepen of specifieke personen


Dat CAS-analyses beperkt blijven tot een postcodegebied, betekent niet dat onwenselijke uitkomsten voor groepen of specifieke personen zijn uitgesloten, zegt de Algemene Rekenkamer in een dit jaar verschenen rapport. De Rekenkamer onderzocht aan welke voorwaarden algoritmes moeten voldoen, en legde negen door de rijksoverheid gebruikte algoritmes langs de meetlat. CAS scoort het slechtst: de volledige tabel staat in het rood. De landelijke politie is het oneens met de conclusies. 

Volgens de Rekenkamer is er bijvoorbeeld een risico op vooringenomenheid in de data, wat kan leiden tot etnisch profileren. De Rekenkamer bevestigt daarmee dat de zorgen van organisaties die hier eerder voor hebben gewaarschuwd, zoals Controle Alt Delete, terecht zijn. “Als je historische data van de politie gebruikt, bestaat het risico dat er al vooringenomenheid in de historische data zit. Die data wordt gereproduceerd en kan uiteindelijk zelfs worden versterkt in een lerend algoritme”, zegt Rekenkamer-lid Ewout Irrgang daarover in een artikel in Trouw. 

De Rekenkamer schrijft dat de politie ook gegevens over nationaliteit heeft verzameld, hoewel de politie deze niet gebruikte voor berekeningen. Die data heeft de politie nu verwijderd, zegt Irrgang in hetzelfde interview in Trouw. In 2017, het jaar dat CAS in Amersfoort werd getest, verwijderde de politie al een indicator die wel werd gebruikt voor berekeningen: data van het CBS over het aantal “niet westerse allochtonen” in een postcodegebied. Volgens een ontwikkelaar van het systeem voegde deze indicator geen waarde toe.


bijsluiter

Mark Snoeck is freelance journalist. 

Dit artikel is deel van een serie artikelen over ‘Amersfoort Smart City’, een ingezonden onderwerp voor De Stadsbron Onderzoekt, waarin De Stadsbron op zoek gaat naar antwoorden op vragen die inwoners hebben. Wat zijn de plannen voor een slimme stad? En waar leidt het toe?

Lees hier de andere verhalen over dit onderwerp:

Inwoners adviseren gemeente over digitalisering

Op de fiets op zoek naar smart city Amersfoort

Smart city een afgesloten hoofdstuk: gemeente Amerfoort spreekt liever over 'digitale stad'

    nog geen reacties

(maak u bekend met uw volledige naam)

opmerkingen

Steun de Stadsbron!

U steunt ons met een gift via IDeal al met een bedrag vanaf 2 euro per artikel.

Draag bij!